Hoe duurzaam is Flexwerken?

Staking 1960 Het einde van het harmoniemodelHet antwoord zult u niet lezen in dit blog, maar wellicht is er een lezer die het antwoord zo uit zijn mouw schudt en het straks als commentaar achterlaat. Wel wil ik in dit stukje een lans breken om over deze vraag verder na te denken. Het is een vraag waar de laatste tijd veel over wordt gesproken en waar meningen lijnrecht tegenover elkaar staan.

Toen ik geboren werd in 1960 was er een grote staking door bouwvakkers, het einde van het zogenaamde harmoniemodel was nabij. Dit harmoniemodel was in de wederopbouw na 1945 ontstaan. Veel van onze verzorgingsstaat is in deze periode geregeld. Werkgevers en werknemers waren in harmonie in zowel de arbeidsmarkt als de rest van de maatschappij.

Hierna kwam een periode tot in de jaren 80 van de vorige eeuw, waarin de conjunctuur steeds lagere toppen en diepere dalen haalde. Onrustig en veranderend, beginnend met provo’s, nozems en later met kreten als “geen woning geen kroning”. In de jaren 80 toen ik op de arbeidsmarkt verscheen was er een werkeloosheid die zijn weerga niet kende. Nu pas staan de recordcijfers van werkeloosheid onder druk die in die jaren gezet zijn. In deze periode is het flexwerken geboren.

Toen kwam het einde van de jaren 80 en het polderen begon. Dat leidde ons naar een vernieuwde welvaartsmaatschappij. Na een paarse periode in de jaren 90 kwam er met het nieuwe millennium ook een einde aan deze relatief rustige “polder” periode met de opkomst van Fortuyn als erflater. Als kers op de taart voor de flexibele en stabiele arbeidsmarkt gaf de “polder” periode ons de zogenaamde Flexwet. De Flexwet die juist op de top van onze welvaart is geboren en ons de afgelopen decennia heeft begeleid naar de ons nu omvattende crisis.

Nu terugkomend op mijn vraag. Zoals nu iedereen op de arbeidsmarkt minder duurzaam is, zijn ook de flexwerkers minder duurzaam. Met duurzaam wordt in dit geval niet bedoeld dat er ergens houtovens branden om het energieverbruik van de flexwerker te neutraliseren, maar dat het arbeidsmarktperspectief van een uitzendkracht verbetert na een uitzendperiode. Duurzaam voor de arbeidsmarkt is de vraag. Volgens de UN in het zogenaamde “Inclusive Wealth Report is de duurzaamheid van de arbeidsmarkt in Nederland afgenomen. Dit rapport kijkt naar de totale waarde van alle bronnen in de wereld om duurzaamheid te meten. Het menselijk kapitaal, net als de natuurlijke hulpbronnen, worden gemeten en in het rapport beschreven. Met behoud en groei van het menselijk kapitaal bedoel ik voorlopig maar duurzaamheid van de arbeidsmarkt, tot er een betere definitie voor handen is.

Onze arbeidsmarkt mag dan minder duurzaam zijn, maar is dat ondanks of dankzij de flexibilisering die plaatsvond in de afgelopen decennia. Belangrijker nog, hoe word je überhaupt duurzamer. Human capital vergroot eigenlijk alleen doordat mensen meer waard worden, doordat ze relevante kennis en vaardigheden ontwikkelen door middel van ervaring en leren. Kennis en vaardigheden waarmee wij in de toekomst geld kunnen verdienen.

Het aanbod laten passen op de toekomstige veranderende vraag van werk

Het aanbod laten passen op de toekomstige veranderende vraag van werk

Bovenstaande plaatje laat in een simpel model zien hoe de het aanbod van werk altijd de veranderende vraag moet volgen. Hoe beter voorspelbaar en vollediger dit volgen gebeurt, hoe duurzamer het aanbod is.

Het is begrijpelijk dat voor iedere werkgever, inclusief uitzendbureaus, het schier onmogelijk is om te investeren in menselijk kapitaal als wij niet goed kunnen berekenen hoe we het geld terug kunnen verdienen en/of om dit menselijk kapitaal goed in de boeken (balans en jaarrekening) te krijgen. Ondanks dat er veel mensen nadenken over de zin en onzin van het menselijk kapitaal, zien we zelden of nooit dat de gedachte over menselijk kapitaal praktisch wordt toegepast door werkgevers inclusief uitzendbureaus.

Het CPB worstelt met hoe het aspect kennis meegenomen kan worden in doorrekeningen voor de begrotingen van de overheid. Ook werkgevers worstelen met dit probleem terwijl zij ook nog eens de intrinsieke waarde van het werk zelf mee moeten nemen. Uitzendbureaus krijgen dan ook nog eens te maken met het feit dat het menselijk kapitaal twee benen heeft en nogal makkelijk de uitzendorganisatie verlaat en hoe verwerk je dat in de boeken.

Hoe duurzaam is flexwerken zou makkelijker kunnen worden beantwoord als er een soort van duurzaamheid barometer zou zijn, die zou laten zien wat de uitzendbranche aan menselijk kapitaal vernietigt versus het kapitaal dat wordt toegevoegd. Wellicht een idee voor de ABU.

Kapitaal toevoegen door de flexbranche gebeurt nu natuurlijk in het geval iemand door een uitzendbureau vanuit werkloosheid gaat werken. Deze initiatieven worden door de branche ook vaak genoemd. Maar wat is de som van de mensen die van een vaste baan via uitzendwerk steeds minder waard worden? Op kennis (scholing) zal voor de uitzendbranche ook de rekening moeten worden opgemaakt. Wegen goede initiatieven als Het Vakcollege op tegen het nauwelijks opleiden van oudere uitzendkrachten? STOOF heeft een monitor die bekijkt wat er door de flexbranche wordt gedaan op gebied van scholing, echter dat geeft slechts een klein stukje helderheid in de weg naar duurzaamheid van de flexwerker.

Nog moeilijker dan het vaststellen of flexwerk het menselijk kapitaal vergroot door opleiden van uitzendkrachten, is het vaststellen of uitzendkrachten relevante werkervaring opdoen zodat het menselijk kapitaal vergroot. Hiervan zijn nauwelijks cijfers bekend. Uitzenden als mensenwerk benaderen zal zeker helpen de flexbranche duurzamer te maken. Maar zolang we het niet meten zullen we ook niet weten of flexwerken duurzaam is, of slechts een rimpel in de arbeidsmarktgeschiedenis.

Laat een antwoord achter aan Herbert Prins Reactie annuleren

28 Comments
  • frank
    says:

    Indien je niet in staat bent complexe materie eenvoudig te verwoorden heb je het zelf doorgaans niet begrepen. Geleerd staat het wel, maar door een dergelijke verbale façade op te trekken en vermeend eruditie ten toon te spreiden help je de discussie niet verder; eerder om zeep. Zie ook hier. Hilarisch is het wel.

  • frank
    says:

    Indien je niet in staat bent complexe materie eenvoudig te verwoorden heb je het zelf doorgaans niet begrepen. Geleerd staat het wel, maar daar door een dergelijke verbale façade op te trekken en vermeend eruditie ten toon te spreiden help je de discussie niet verder; eerder om zeep. Zie ook hier. Hilarisch is het wel.

  • Peter van den Berg
    says:

    @Guus @Gijs @Jan Pieter
    Discussier a.u.b. nog even door mensen, het wordt steeds hilarischer.
    Wat wordt de volgende naam van Guus  / Gijs?
     

  • Guus de Graaf
    says:

    @Bas.oals Einstein al zei (vrij vertaald): “De factor mens dient te faciliteren bij de integratie van in elkaar grijpende targets waarbij afstemming met het management cruciaal is “. Hij grijpt hier terug op het axioma van de transparantie! Ik snap dat communicatie specialisten niet het waarheidsgehalte van deze opmerking naar waarde kunnen inschatten. Het valt me ook gewoon op dat jij als geoormerkt communicatie-specialist met specialisatie op de arbeidsmarkt, de door @Jan Pieter geformuleerde stellingen ten aanzien van Duurzaamheid en Transparantie in de flexmarkt niet onderschrijft. Waar haal je dan jouw kennis vandaan? 

  • Bas van de Haterd
    says:

    @Guus: blijkbaar ben ook jij van mening dat je belangrijker wordt als je lange zinnen gaat maken in plaats van normaal Nederlands blijft communiceren? 
    Ik begrijp dat je natuurlijk heilig gelooft in je modellen, dat is immers je hele leven. Een discussie aangaan met een wetenschapper over het feit dat zijn modellen vaak niet passen in de realiteit is net zo zinloos als met een Christen over het bestaan van god, jouw geloof in de wetenschap is immers religieus en daarmee is elk inhoudelijke gesprek zinloos en stop ik hier dus ook mee. Ik wens je veel succes in je ivoren toren. 

  • Guus de Graaf
    says:

    Beste Bas. Een wetenschapper met een achtergrond in het arbeidsmarktonderzoek zoals @Jan Pieter, heeft wel degelijk zijn sporen verdiend in de creatie van multi-toepasbare geobjectiveerde benaderingen van informatiesystemen met een hoge fout-tolerantie toegepast op de normaalverdeling, zodat er een geobjectiveerde variant ontstaat die Duurzaamheid en transparantie gelijktijdig inzichtelijk maakt. Waarschijnlijk, omdat je kenners zoals Popper, Tramadol en Dyclofenac niet gelezen hebt vanwege je achtergrond als arbeidsmarktcommunicatie-specialist, geheel terecht uiteraard, zul je zien dat een dynamische conservatieve strategiebepaling ten aanzien van de gebruikte multivariaat duratie-modellen geheel terecht is.

  • Bas van de Haterd
    says:

    @Guus: het gaat er niet om dat ik niet begrijp wat een normaalverdeling is, echter geloof ik er niet in dat het in alle gevallen, zeker als je het over mensen en de arbeidsmarkt hebt, toepasbaar is. Ik weet dat veel wetenschappers er bij zweren, maar dat wil niet zeggen dat het een realiteitsgehalte heeft.
    Ik weet dat het voor wetenschappers moeilijk te begrijpen is, maar in de echte wereld is niet alles in modellen te vangen. Zoals Einstein al zei: not everything that counts can be measured (and not everything that you can measure counts).

    • Bertrand
      says:

      Bas. Precies. Not everything that you can measure counts. Wetenschappers leven teveel in een ivoren toren. Het is namelijk meerdere malen in de praktijk aangetoond dat transparantie en duurzaamheid niet te vatten zijn in een geobjectiveerde normaalinschaling. Wat jij bas?

      • Jacco M
        says:

        Het zijn allemaal cijfers iedereen kan daar wat van maken zelfs spongebob. Dat lastige zinnen die tot gevolg zouden kunnen hebbben dat mensen deze niet begrijpen , deze tocht lezen, en nochtans niet begrijpen dat dwergwerpen verboden is, maar dessalniettemin zelfs dwergwerpers daarom maar weglopen is jammer. 

  • Guus de Graaf
    says:

    @Bas en @Jan Pieter. Ik volg deze discussie nu een tijdje en ik moet zeggen dat Jan Pieter een punt heeft. In mijn werk als econometrist, verbonden aan UVGA – sector Arbeid, kom ik vaak de geobjectiveerde normaalverdeling tegen als maatstaf voor transparantie EN duurzaamheid. Ik realiseer me tegelijkertijd dat dit voor een niet ingewijde in de econometrie moeilijk te begrijpen is.

  • Bas van de Haterd
    says:

    @Jan Pieter: sorry, maar als je niet in staat bent normaal Nederlands te praten, zelfs na een herhaald verzoek, haak ik af. 
    Het enige waar ik op kan reageren, omdat ik daar nog iets van snap, is dat je praat over prognoses en geobjectiveerde normaalverdelingen. Beide zijn leuke academische exercities die uitgaan van een maakbare maatschappij die niet bestaat. Dus een ding weet ik zeker: nee, ik onderschrijf helemaal niets van wat je zegt. Daar laat ik het bij, want te proberen te ontcijferen wat je zegt is me echt te ingewikkeld. 

  • Gijs van Dijk
    says:

    @Bas en @Jan Pieter. Ik volg deze discussie en ik moet zeggen dat Jan Pieter wel een punt heeft. Op basis van mijn ervaring als econometrist bij het UWV kan ik beamen dat de geobjectiveerde normaalinschaling een maatstaf is voor duurzaamheid en transparantie. Deze methode heeft zich sinds een aantal jaren in de praktijk bewezen bij ons.

  • Gijs van Dijk
    says:

    @Jan Pieter en @Bas. Ik heb de discussie nu even aangekeken, maar ik moet toegeven dat Jan Pieter een punt heeft. Vanuit mijn achtergrond als econometrist bij het UWV moet ik stellen dat de geobjectiveerde normaalinschaling wel degelijk als een maatstaf voor transparantie en duurzaamheid gezien kan worden. 

  • Jan Pieter
    says:

    @Bas. Touche ! Dat is duidelijk. Ik volg nu al geruime tijd jouw pennevruchten en ik moet je bekennen dat zij van een hoog sociaal-psychologische communicatiemethode getuigt !
    Ik zal dan nu nog eenmaal proberen om het in een wat eenvoudiger context te plaatsen. Je zult toch moeilijk kunnen ontkennen dat de karakterisering van specifieke criteria de waarschijnlijkheid optimaliseert van het succes tot het testen van de arbeidsszekerheid van het subsysteem gerelateerd tot het door jou geponeerde onderwerp rond duurzaamheid. 
    In het bijzonder kunnen we stellen – jij stelt dat zelfs in een van je vorige commentaren – dat een voortdurende stroom van effectieve informatie de waarschijnlijkheid optimaliseert van het succes van een volledig transparante arbeidsmarkt tot de initiële grenzen van de classificatie-limiet!
    Wil je aldus een volledig transparante arbeidsmarkt en een duurzame arbeidsmarkt, dan zul je een multi-disciplinaire prognose van modelontwikkeling moeten hanteren. Inclusief het model van de geobjectiveerde normaalinschaling ! Dit zou jij als arbeidsmarktdeskundige moeten kunnen onderschrijven. 
     

  • Jan Pieter
    says:

    @Bas. Mijn excuses. Ik zal mezelf simpeler uitdrukken. Wat ik bedoel te zeggen, is dat met het oog op doelstellingen ten gevolge waarvan het volledig geintegreerde arbeidsmarktbeleid, een uitermate interessante stimulans geleverd wordt voor een modern, doch nog steeds best gecompliceerd resultaat. De geobjectiveerde normaalinschaling zoals je die correct hebt vastgesteld houdt in, het creatief omvattend verwerken van juist datzelfde resultaat !
    Maar waar jij en ik overigens diametraal van mening verschillen is dat het in de moderne opvatting gaat om de initialisering van de ontwikkeling van het kritieke arbeidsrechtelijke subsysteem welke verder geëlaboreerd wordt met beschouwingen ten aanzien van een willekeurige discontinue samenstellingmodus van de factor duurzaamheid !!

  • Jan Pieter
    says:

    @Bas: Niet helemaal terecht wat je hier stelt. Want de geobjectiveerde normaliseringsinschaling voorkomt dat er op grote schaal in de arbeidsmarkt een optimale organisatieprogrammering ontstaat, waarbij een normatieve ontwikkelingsfasering een verdere flexibilisering van de markt remt !
    Mijns inziens is daarom jouw stelling niet juist !

    • Bas van de Haterd
      says:

      @Jan Pieter: ik heb oprecht geen idee wat je wilt zeggen, maar het klinkt erg moeilijk. De term die ik wel kan is ‘geobjectiveerde normaalinschaling’ en die is per definitie niet toepasbaar op mensen, niet als het gaat om de toegevoegde waarde van mensen, dus als je daarin gelooft hoeven we er verder geen discussie over te hebben. Dan is het namelijk een academische exercitie die geen enkele banden met de praktijk heeft en daar verspil ik geen tijd aan.

  • Bas van de Haterd
    says:

    Beste Herbert,
    Tja, hoeveel dingen er ‘mis’ zijn met die reactie is lastig te tellen. Je maakt nu ineens van flexwerkers uitzendkrachten, wat geen synoniemen zijn. En je geeft een eigen interpretatie van duurzaam waarin het woordje ‘meer’ voorkomt. Terwijl het eeuwige streven naar meer juist haaks staat op duurzaamheid. 
    Dus als je een eigen definitie erop na houdt kan ik er verver weinig aan toevoegen. Ik zou je op zich wel willen vragen je serieus te verdiepen in duurzaamheid, het woord wordt al te pas en te onpas gebruikt en dat lijkt hier dus weer het geval. 

    • Herbert Prins
      says:

      Beste Bas,
      Duurzaam = bestendig of lang meegaand. Tegenwoordig komt het aspect,  dat iets niet ten kosten mag gaan van toekomstige generaties, meer naar voren. In mijn opinie is het handig om voor specifieke zaken een de definities te specificeren. In dit geval werk en mensen die werken.
      Over het woordje “meer” vraag ik je aandacht voor het volgende. Dit woordje is een relatief begrip een mens is van nature niet duurzaam evenmin zijn werk (dit wordt in het genoemde rapport ook duidelijk genoemd). Met meer wordt dan ook in dit geval bedoeld minder afname. Ik hoop dat wat lijkt niet altijd blijkt. 

      • Bas van de Haterd
        says:

        @Jan: correct, duurzaam is bestendig, en daarom hoeft iemand dus niet meer te kunnen, maar ook niet minder. Duurzaam werk is dat iemand steeds inzetbaar is voor de arbeidsmarkt in mijn optiek. Daarvoor moeten zijn kennis en vaardigheden up to date blijven, maar het eeuwige streven naar meer… dat heb ik gelukkig al een tijdje terug achter me gelaten. Laat niet onverlet dat het hele begrip ‘flexibele werknemers’ een probleem is, het zijn zoveel verschillende dat je daar niet een lijn op kan vormen.

  • Bas van de Haterd
    says:

    Op de vraag hoe duurzaam flexwerk is, is een eenvoudig antwoord te geven: flexwerk is dermate divers dat het antwoord net zo divers is. Je kan het zelfs niet verdelen tussen hoger en lager opgeleid of tussen heel tijdelijk of lange termijn werk, want het duurzame karakter ervan zit geheel in de match tussen de wens van inlener en ingeleende. 

    • Herbert Prins
      says:

      Beste Bas, Duurzaam is volgens mij als de flexwerker meer waard is geworden voor de arbeidsmarkt na een periode. Naast de match is in mijn opinie de begeleiding (mensenwerk) belangrijker om een uitzendkracht meer waard te laten worden. Opleiding en de juiste ervaring opdoen. Blijft mijn punt zelfs met jouw antwoord dat de duurzaamheid lastig valt vast te stellen. Voor een individu maar zeker ook voor een groep of branche.