Jongeren willen eigen technologie op de werkplaats

Jongeren willen vooral zelf kunnen bepalen welke technologie ze gebruiken op de werkvloer, blijkt uit onderzoek van Accenture in de US. Millennials (jongeren die na de eeuwwisseling op de arbeidsmarkt zijn gekomen) kiezen steeds vaker hun werkgever op basis van de technologische vrijheid die ze er krijgen. Laten we die maar het ‘als ik een N95 wil gebruiken en hij een iPhone, moet dat kunnen en dan moet je als werkgever maar zorgen dat ik kan synchroniseren’ syndroon noemen.

Tevens is deze generatie meer het vergiffenis achteraf vragen dan toestemming vooraf. Een groot deel gebruikt messengers (zoals MSN), Open source software, mobiele telefoons, sociale netwerksites en online applicaties die niet door de werkgever ondersteund worden.

Deels is het gebruik van niet ondersteunde technologie terug te voeren naar het gebrek aan goed beleid. Slechts 40% stelt dat er een beleid is rondom het gebruik van technologie. Eén derde van de respondenten heeft geen idee of het er is. Interessant is overigens dat 6% wel weet dat er een beleid is, maar het zo ingewikkeld is dat ze het niet begrijpen en nog eens 6% stelt dat het ze niet echt uit maakt of er beleid is, ze gebruiken toch wel de technologie die ze wensen.

Interessant voor de arbeidsmarkt is vooral dat de helft van deze groep aangeeft dat het gebruik van ‘state of the art’ technologie een reden is om een werkgever te kiezen. En dat percentage groeit naarmate mensen nog op school zitten. Het is dus belangrijk voor bedrijven mee te gaan met de technologische trends om talent te blijven aantrekken.

Andere opvallende feiten:

– e-mail sterft af. Het aantal uren besteed aan zakelijke e-mail daalt per leeftijdscategorie. Of zou dat komen omdat ze beter zijn geworden in lifehacking en gewoon efficiënter met hun mail omgaan?
– bloggen is een mythe, gemiddeld wordt er slechts 30 minuten geblogt. Op zich niet verrassend als je bedenkt dat je natuurlijk maar een heel beperkt aantal mensen hebt die daadwerkelijk produceren. Dus op een hele groep is dat niet verrassend en ook niet erg, als je bedenkt hoeveel er nu al geproduceerd wordt.

Een belangrijke nuance in bij dit onderzoek moet natuurlijk gemaakt worden dat het uitgevoerd is in de US en daarmee niet per definitie één of één vertaald kan worden naar Nederland. Toch merkt je wel steeds meer dat jongeren gewoon technologie gebruiken die ze aanstaat. Denk daarbij aan google docs, messengers, etc. Veel bedrijven zullen hun angst moeten overwinnen, maar wel duidelijk beleid moeten maken om hiermee om te gaan. Want je hele klantendatabase op het internet is ook niet iets dat je zal willen denk ik.

Wat me verder opvalt is dat we in Nederland nog veel ‘van de zaak’ willen, zoals een telefoon van de zaak bijvoorbeeld. En dan gaan we verder klagen over het type dat we gekregen hebben. Dit onderzoek zou dus suggereren dat we onze eigen phone willen gebruiken, ook op het werk. Maar ik vraag me af of dat in Nederland dus ook zo is, aangezien wij hier, in tegenstelling tot de VS, veel meer secundaire zaken hebben en daar ook gewend aan zijn. Wel moeten die secundaire zaken dus ‘state of the art’ zijn. Maar je kan daar vervolgens wel in sturen in Nederland, lijkt me.

Geef een reactie