Een klein talent is ook een talent

Een waanzinnig hoog IQ, de juiste persoonlijkheid en een doelgerichte levesstijl, allemaal dingen waaraan je moet denken als het gesprek gaat over één of andere uitblinker. Maar zijn achtergrond, omgeving en de periode waarin iemand opgroeit niet minstens zo belangrijk voor het ontwikkelen van een talent? En: waarom hebben sommige mensen succes en andere niet? 

Ik weet het antwoord niet, naar de Canadese journalist en historicus Malcolm Gladwell zegt het wel te weten. Hij wijdde er in elk geval een boek aan: ‘Outliers’ (vertaald: Uitblinkers). Gladwell vertelt in de Volkskrant Banen van 20  januari dat afkomst, stimulans, mentorschap, het juiste materiaal binnen handbereik en een flinke dosis geluk net zo doorslaggevend zijn om latente talenten tot bloei te laten komen als bovengenoemde eisen.

Voorheen was de tendens: als je geen talent hebt, zul je het ook nooit krijgen. Volgens Gladwell en collega wetenschappers blijft zo een hoop potentieel talent onbenut. Want iedereen kan ergens goed in worden, oefening baart immers kunst. Dat zegt ook hoogleraar psychologie Remy Rikers van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij legt vooral de nadruk op toegewijde, bewuste oefening. “het gaat niet om het uren maken, maar ook om hoe je traint.” Kortom: niet alleen maar herhalen, maar de lat steeds een stukje hoger leggen. 

Ik pak mijn baslessen dus weer op, in de hoop ooit een tweede Victor Wooten te worden. Aan mijn afkomst zal het niet liggen, mijn moeder is begenadigd dwarsfluitiste. Haar repertoire? ‘Un dun dip’. Of iets dergelijks. Goed, wens me toch maar succes!

Deze post verscheen eerder op ikki.nl.

Geef een reactie

8 Comments
  • Bas van de Haterd
    says:

    Toevallig heb ik het boek bijna uit (op CD uiteraard, ben bij CD6 van de 7 en 7 is een interview met de maker). Briljant boek en we kunnen er oh zo veel van leren.

    Hij stelt het overigens wel heel anders in het boek dan dat het nu overkomt. En ik hoor het vaak (net als the long tail trouwens) verkeerd uitgelegd worden. Erg vervelend, journalisten en andere idioten die niet in staat zijn een boek GOED te lezen.

    Wat hij stelt is dat als je eenmaal een bepaald talent hebt (b.v. een IQ van 120 of hoger, dat is ongeveer de lat om op de universiteit te komen) het niet meer uit maakt of het 120 of 130 of 190 is. Vanaf dat punt is het vooral hard werken, maar ook speelt afkomst en achtergrond een hele grote rol.

    Hij stelt vervolgens dat we extreem veel talent weggooien door mensen die ’te laat’ geboren zijn in het jaar (te ver van de cut off date voor b.v. schooljaren of sportjaren) namelijk geen kans meer geven. Het is namelijk niet toevallig dat 60% van alle topsporters in de eerste 3 maanden na de ‘cut off date’ geboren zijn. Dus bij ijshockey en wielrennen in jan/feb/maart. Het is ook toch bijzonder dat Jong Tjechië wereldkampioen voetbal werd met een team waarin 60% van de spelers in juli/aug/sept geboren zijn. De redenen ervan staan allemaal in het boek.

    Er zit trouwens ook een extreem belangrijke implicatie op AMC gebied in de 10.000 uur regel die er in staat. Kort gezegd (en ik ga nu niet in discussie of het waar is, ik denk dat als je het boek leest / luisterd dat je dat dan wel begrijpt) ben je in 10.000 uur vakvolwassen. Dat is iets meer dan 3 jaar als je full time (40 uur per week) ergens aan werkt. Het is dus ook geen wonder dat we elke 3 jaar ongeveer zin krijgen om een andere functie te gaan doen, gemiddeld genomen.

    Hoe dan ook een aanrader voor iedereen en ik wilde er binnenkort, als ik het helemaal uit heb, een blogje aan wijden.

  • Marc Drees
    says:

    @Floor:
    Een betastudie had geholpen om te weten wat outliers werkelijk zijn. Het zijn die nare afwijkende waarden die het beeld van een mooie gladde curve in een grafiek verknoeien. En die we het liefst willen negeren. Abberantjes dus. Net als jouw baskwaliteiten. Dus.

  • Marc Drees
    says:

    @Floor:
    Outliers = uitblinkers? Wordt het niet eens tijd voor een woordenboekje Engels-Nederlands?
    Maar goed, met zo’n kwaliteit in vertaling heb ik ook meteen een beeld van de baskwaliteiten.