De burger kan de crisis aan

Maandagochtend werd mijn ochtendritueel van Cruesli-vruchtensapje-mail-krantje ruw verstoord door de volgende kop (in het krantje): Ik stond al in de file, en nu is het nog crisis ook; zo ongeveer beleeft de westerse, verwende burger de crisis.

Maar wij leiden helemaal niet zo erg onder de crisis als de media doet vermoeden, zo zegt ook de auteur van het stuk, H.J.A. Hofland. Goed, Nederland vangt hier en daar ook wat klappen op, er zijn massaontslagen en faillissementen, maar het is niet te vergelijken met de situatie in Amerika. Zo doet de media het wel voorkomen, door zich uit te laten in termen als ‘onontkoombare catastrofe’ en ’tsunami van faillissementen’. Toegegeven, deze twee heb ik verzonnen, maar kijk vanavond naar het journaal en u weet waar ik het over heb.

Deze insteek creëert niets dan een cynische en apatische houding van ‘de burger’. Zij voelen zich, volgens Hofland, een ‘speelbal van de internationale conjunctuur’. En wat gebeurt er met de westelijke mens die zich in zijn welvaart beknot voelt? Wel, die zoekt naar een verlosser. Zo valt de populariteit van iemand als Obama of Wilders uit te leggen (nooit gedacht dat ik die twee in één zin kon noemen).
Nu was dat het punt dat meneer Hofland wilde maken. En dat is me er ook één. Waar ik vooral bang voor ben is dat alle ondernemingszin is weggeslagen bij de mediagebruikers. De grootste zonde van de crisis is dat men bang is geworden zijn/kop uit te steken, te experimenteren, te ondernemen. Dat mensen meteen instemmen met een contract zonder de mogelijkheid van thuis- en/of in deeltijdwerken te verkennen. En al helemaal geen (salaris)eisen meer durven te stellen.

Waar is de mondige burger gebleven, die voor zichzelf opkomt? Waarschijnlijk zit hij ergens tussen al die mokkende figuren in de trein.Moge deze tijden snel voorbij zijn.

Deze blog verscheen eerder op ikki.nl.

Geef een reactie