Werkloosheid september 2015 daalt naar 8,3%

Nederlandse vlagVorige week kwam het CBS met de werkloosheidscijfers over september 2015. En de werkloosheid (volgens nationale definitie) daalde ten opzichte van augustus met bijna 0,2% naar 8,3%. Een fraaie daling! Overigens bleef de werkloosheid volgens de ILO-definitie onveranderd staan op 6,8%, voor de derde achtereenvolgende maand. Verwarrend? Dan verwijs ik graag naar deze blog posting.

We hebben ongeacht de gehanteerde reeks een koppig hoge werkloosheid die in schril contrast staat met allerlei andere economische reeksen. Er worden meer auto’s gekocht, er zijn nog nooit zoveel online vacatures geweest, consumenten hebben meer vertrouwen en besteden meer. Alles is hosanna. Alles? Nee dus, want de werkloosheid blijft een party pooper.

Zo ziet de werkloosheidsontwikkeling voor de Nederlandse beroepsbevolking er uit:

Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – september 2015. Bron: CBS, nationale definitie

Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – september 2015. Bron: CBS, nationale definitie

De daling zet fors door, en we zijn ondertussen ruim een procent onder de hoogste stand van de werkloosheid (februari 2014, 9,5%) aangekomen. Positief nieuws natuurlijk, maar minder positief is dat we meer dan anderhalf jaar nodig hebben gehad om 1,2% te dalen. En laten we eerlijk zijn, 8,3% werkloosheid is natuurlijk nog altijd enorm hoog. Waarmee het des te merkwaardiger is dat het consumentenvertrouwen weer is aangekomen op het niveau van 2007. Als je dan even kijkt naar het niveau van de werkloosheid in dat jaar (5,3%) dan vraag je je af of het CBS onder de geënquêteerden misschien geen werkloze Nederlanders heeft benaderd…

In januari van dit jaar zijn we overgestapt op de ILO-definitie van de werkloosheid. Daardoor telt elk minuscuul baantje mee, ook al kan je daar op geen enkele manier van rondkomen. En volgens die ILO-definitie ziet de ontwikkeling van het werkloosheidspercentage er zo uit:

Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – september 2015. Bron: CBS, ILO

Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – september 2015. Bron: CBS, ILO

Een zorgwekkende hockeystickje toont zich aan het einde van de seizoensgecorrigeerde trendlijn. Een minuscuul kleine stijging van de ILO werkloosheid, van 6,77% in juli via 6,78% in augustus naar 6,81% in september. Maar laten we eerlijk zijn, hoeveel beter klinkt een werkloosheid van 6,8% in vergelijking met 8,3%? Zeker als we in voorgaande jaren gewend waren aan een werkloosheid van boven de 8%. Voor het werkende deel van de Nederlandse beroepsbevolking en hun gezinnen klinkt het als economisch herstel. Het zijn de werkloze medelanders die er ongetwijfeld heel anders tegenaan kijken. Waarbij met name oudere (en relatief laag-opgeleide) werklozen er waarschijnlijk helemaal geen gat in zien.

Verschillende leeftijdscategorieën werklozen hebben bepaald niet dezelfde kansen als het om het vinden van werk gaat. Als we kijken naar de verandering van het werkloosheidspercentage voor de verschillende leeftijdsgroepen dan ziet dat beeld er zo uit:

Procentuele verandering werkloosheid (2003 = 0) per leeftijdsklasse, januari 2003 – september 2015. Bron: CBS, nationale definitie

Procentuele verandering werkloosheid (2003 = 0) per leeftijdsklasse, januari 2003 – september 2015. Bron: CBS, nationale definitie

De daling van de werkloosheid die zich voor 15 – 25-jarigen en 25 – 45-jarigen eind 2013 aankondigde is voor 45 – 65-jarigen nog altijd gen realiteit. En dat voor een groep die relatief gezien al harder is getroffen dan enige andere groep door de financiële crisis.

En dat heeft er ook toe geleid dat in termen van het aantal werklozen de oudste leeftijdsgroep tegenwoordig de hoogste bijdrage levert:

image

Aantal werklozen (* 1.000) per leeftijdsklasse,  januari 2003 – augustus 015. Bron: CBS, nationale definitie

Oeps… In 2003 leverden de grijze duiven nog het minste aantal werklozen, nu is dat het hoogste aantal geworden. Natuurlijk heeft dit ook met de sterk gestegen arbeidsparticipatie van 45-plussers te maken,  maar helaas ook doordat oudere werklozen veel moeilijker aan een nieuwe baan komen. En als dat dan uiteindelijk gebeurt is het inkomen ook nog eens een stuk lager. Dus waar dat toegenomen consumentenvertrouwen vandaan komt, begrijp ik echt niet.

Geef een reactie