Werkloosheid in december 2020 daalt naar 3,9%

Nederlandse vlagHelaas heeft het CBS sinds 16 april 2020 nog altijd geen update geleverd voor de werkloosheidscijfers volgens de nationale definitie. En daarom zit er niets anders op nog altijd de ILO-cijfers te gaan hanteren; waardoor er geen ondergrens is aan het aantal uur dat iemand werkt. Met als gevolg dat allerlei kleine baantjes meegeteld worden waarmee, ten opzichte van de nationale definitie, een te rooskleurig beeld van de werkgelegenheid wordt geboden. Het zij zo.

Een jaar geleden stond de werkloosheid op 3,2% (december 2019). En voorafgaand aan de Covid pandemie zakte de werkloosheid zelfs nog onder de 3%-grens (2,9% in februari en maart van 2020). Maar in het voorjaar van 2020 veranderde alles en vanaf dat moment steeg de werkloosheid tot boven de 4%. Met 4,6% als hoogtepunt (augustus) om vervolgens weer snel te dalen naar 3,9%, in november..

Zo ziet de werkloosheidsontwikkeling voor de Nederlandse beroepsbevolking (15 – 75 jaar)er uit:

Gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – december 2020. Bron: CBS, ILO-definitie

Gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – december 2020. Bron: CBS, ILO-definitie

We kunnen 2020 als een onrustig jaar bestempelen. Beginnend met een reeds lage en verder dalende werkloosheid sloeg de stemming om bij de start van de pandemie. Alleen lijkt de paniek van korte duur; na de zomer daalde de werkloosheid alweer. En dat terwijl er, ook nu nog, geen einde aan de pandemie is gekomen.Neemt de werkloosheid een voorschot op de vermoedelijke impact van een succesvolle en spoedige vaccinatie? Het lijkt er wel op… Of zijn alle maatregelen die de overheid heeft genomen om ondernemers te ondersteunen en daarmee de werkgelegenheid te beschermen zodanig effectief dat er zelfs sprake is van een daling van de werkloosheid? Dat lijkt me sterk, maar de trendlijn gaat scherp naar beneden.

Overigens is het niet zo dat voor de verschillende leeftijdsgroepen de werkloosheid zich op een gelijke wijze heeft ontwikkeld. Daarom is het wel aardig om eens te kijken naar de onderliggende ontwikkelingen.


Werkloosheid 15 – 25 jarigen
Voor de jongste leeftijdsgroep ziet de werkloosheidsontwikkeling er als volgt uit:

Gecorrigeerde werkloosheid, 15 – 25 jaar, januari 2003 – december 2020. Bron: CBS, ILO-definitie

Gecorrigeerde werkloosheid, 15 – 25 jaar, januari 2003 – december 2020. Bron: CBS, ILO-definitie

Het jaar 2020 lijkt sterk op dat van de overall werkloosheid met een vermenigvuldigingsfactor. Maar dat is altijd het geval met de jeugdwerkloosheid waar ‘extreem’ wordt gereageerd op veranderingen in de (arbeids)markt. Het lijkt aannemelijk te veronderstellen dat jongeren voor een aanzienlijk deel in flexibele banen werken. En dat flexibele banen onder de pandemie een kaalslag hebben gezien. En daarmee is de sterk stijgende jeugdwerkloosheid mogelijk ter verklaren. De sterke daling is wat minder vanzelfsprekend, gegeven het feit dat de pandemie nog altijd voortwoekert en het niet zo is dat bij uitzenders de seinen weer op groen staan.Er lijkt een omkering te zijn opgetreden, ik ben benieuwd hoe zich dat in de komende maanden ontplooit.


Werkloosheid 25 – 45 jarigen
Voor de middelste leeftijdsgroep ziet de werkloosheidsontwikkeling er als volgt uit:

Gecorrigeerde werkloosheid, 25 – 45 jaar, januari 2003 – december 2020. Bron: CBS, ILO-definitie

Gecorrigeerde werkloosheid, 25 – 45 jaar, januari 2003 – december 2020. Bron: CBS, ILO-definitie

Ook hier een duidelijke omkering in de trend maar veel minder dramatisch dan bij de jongeren. Van 2,7% naar 3,9% is een ferme stijging van de werkloosheid aan het begin van 2020 maar ondertussen staat de werkloosheid alweer op 3,4%. En dat is toch een prima score, eentje die we sinds 2008 niet meer hebben gezien.

Werkloosheid 45 – 75 jarigen
Voor de oudste leeftijdsgroep ziet de werkloosheidsontwikkeling er als volgt uit:

Gecorrigeerde werkloosheid, 45 – 75 jaar, januari 2003 – december 2020. Bron: CBS, ILO-definitie

Gecorrigeerde werkloosheid, 45 – 75 jaar, januari 2003 – december 2020. Bron: CBS, ILO-definitie

Als we de aantallen even buiten beschouwing laten, dan kunnen we net doen of de Nederlandse arbeidsmarkt door de grijze duiven wordt gedragen, met op dit moment een werkloosheid van 2,4%. Dat is belachelijk laag, als we tenminste het begin van het jaar buiten beschouwing laten (met een tweetal maanden met 1,9%!). Ik durf met trots te melden dat ik een grijze duif ben. Of eigenlijk meer een kaalgrijze duif, maar dat terzijde. Mocht deze situatie veranderen dan zal ik bij eerste gelegenheid mijn kaalgrijze uiterlijk verloochenen.


Verandering van werkloosheid per leeftijdsgroep
In onderstaande grafiek heb ik de verandering van de werkloosheid per leeftijdsgroep weergegeven, op basis van de gecorrigeerde werkloosheid volgens de nationale definitie:

Verandering van de werkloosheid per leeftijdsgroep (2003 = 0), januari 2003 – december 2020, o.b.v. gecorrigeerde werkloosheid volgens ILO-definitie (CBS)

Verandering van de werkloosheid per leeftijdsgroep (2003 = 0), januari 2003 – december 2020, o.b.v. gecorrigeerde werkloosheid volgens ILO-definitie (CBS)

Wat meteen opvalt is dat de momenten van stijgen en dalen van de trendlijnen per leeftijdsgroep verschilt op een vrijwel consequente manier. De werkloosheid daalt het eerst bij 15 – 25-jarigen, dan bij de middelste leeftijdsgroep en dan bij de 45 – 65-jarigen. Omgekeerd stijgt de werkloosheid als eerste bij de jongeren, dan bij de 25 – 45-jarigen en dan bij de grijze duiven. Net als in de echte wereld zijn de jongeren de early adopters en de grijze duiven de laggards.

Wat dit patroon interessant maakt, is het gebruik ervan om de toekomst te duiden. We zien een omkering van de trendlijn bij zowel de jongeren als de 25 – 45-jarigen (waarbij dit keer de jongeren niet als eerste maar als tweede omkeren).

Zowel de jongeren als de middengroep stijgen weer snel, terwijl de grijze duiven net de kaap van laagste werkloosheid hebben gekeerd. Histoire se répète…

Geef een reactie

2 Comments