Een melkkoe is een indrukwekkend levend wezen voor wiens belangen we nauwelijks respect hebben. De term “melkkoe” staat gelijk aan een entiteit die letterlijk wordt leeggezogen voor financieel gewin, zonder dat er veel teruggegeven wordt en/of er weinig respect is voor de belangen van diegene die als “melkkoe” fungeert. Met de term “melkkoe” wordt een dier gereduceerd tot één dimensie: haar melkopbrengst.
Vanaf melkkoe is het maar een kleine stap naar data subject. Een term die binnen privacy-wetgeving veelvuldig wordt gebruikt om een menselijk levend wezen te representeren. En waarmee een menselijk levend wezen wordt gereduceerd tot een bron van gegevens:
- De term legt de nadruk op de gegevens die aan een persoon zijn gekoppeld, in plaats van op de persoon zelf met al zijn complexiteit, emoties en context.
- “Data subject” is een abstracte term die wordt gebruikt om de natuurlijke persoon te identificeren wiens persoonsgegevens worden verwerkt. Het is een categorie binnen wetgeving en systeemontwerp, en niet een directe afspiegeling van de volle menselijke ervaring.
- Door constant individuen aan te duiden als “data subjects” bestaat het risico dat we hen onbedoeld dehumaniseren en hen louter gaan zien als een verzameling gegevens in plaats van individuen met rechten en gevoelens.
Hoewel de term “data subject” op zichzelf een abstractie is en potentieel kan bijdragen aan een focus op data in plaats van op de mens, is het binnen de context van de AVG primair bedoeld als een juridisch instrument om de rechten en vrijheden van individuen te beschermen met betrekking tot hun persoonsgegevens. En dat is natuurlijk een goede zaak. Maar het is essentieel om ons ervan bewust te blijven dat achter elk “data subject” een mens van vlees en bloed schuilgaat met een unieke identiteit, ervaringen en rechten. Het is de verantwoordelijkheid van degenen die met persoonsgegevens werken om deze menselijke dimensie niet uit het oog te verliezen en de principes van de AVG met respect voor de menselijke waardigheid toe te passen.
De discussie over de taal die we gebruiken om over individuen in relatie tot data te spreken, is dan ook belangrijk en relevant. Het dwingt ons na te denken over hoe we een balans kunnen vinden tussen de noodzaak van juridische en technische precisie en het respecteren van de menselijke complexiteit.
Ik zie dit als een passende intro om in komende blog postings de reis van een werkzoeker te volgen om te zien op welke momenten gegevens gedeeld moeten worden om tot een volgende stap te kunnen komen. En welk voordeel een werkzoeker heeft van het delen van zijn/haar/x data met de zoveelste onbekende (en daarmee onbeminde) entiteit. En hoe met de groei van AI al die gedeelde gegevens forever data kunnen/gaan worden.