Afgelopen zaterdag was ik bij “de dag van de ZZP”. Op deze dag werd de “Freelancer of the Year” (FOTY) gekozen. Het was een feest van herkenning in een zaal vol met happy freelancers met grote ambities en veel positiviteit. Onze premier noemde zichzelf de grootste ZZP met 16 miljoen opdrachtgevers (maar wel met een vast salaris). De premier was, zoals meestal, vol energie en positiviteit en als goed liberaal zag hij als grootste taak voor de overheid minder regels. Hij gaf de prijs aan de FOTY 2015 Carlijn Bröring. Carlijn stond in een lijst van mooie categorie winnaars en met zoveel moois maakte de familie Sakkers iedere ZZP’er winnaar.
De familie Sakkers mag trots zijn op wat zij bereikt heeft in ZZP land met, naast deze dag van de ZZP, ook initiatieven als de ZZPbarometer en Victor Mundi. De ZZP is niet meer weg te denken in de wereld van arbeid in Nederland. Ook het komende jaar zal de rol van ZZP groot zijn en de weg van flexibilisering zal dit jaar zeker niet tot een eind komen: het is komend jaar iedere dag de dag van de ZZP. Toch een paar kanttekeningen bij deze lofzang op de ZZP.
Er zijn ook lastige tegengeluiden. Rutte noemde kort even de zogenaamde “schijn” zelfstandige, maar dit fenomeen was zoals hij zei maar klein. Mei Li Vos, zeker geen liberaal, schreef vorige week welk nadelig effect al die ZZP contracten in de wetenschap en onderwijs hebben. Zelf wees ik al vaker op de ook negatieve effecten van de inhuur van interims en externen. Vaak vraag ik mij af wat het effect is op het menselijk kapitaal (human capital), in de BV Nederland en binnen organisaties, van de flexibilisering van de arbeid en al de korte termijn planningen die voortkomen uit het ZZP bestaan. Natuurlijk investeert de ZZP in zichzelf met opleidingen maar ook voor een langere termijn?
Peter Drucker stelde jaren geleden, voordat wij ZZP als een begrip kenden:
De moderne medewerker is geen onderdaan of loonslaaf. De moderne medewerker is een professional die op basis van gelijkwaardigheid ingehuurd kan worden om zijn of haar expertise aan te wenden en zich in te zetten voor het hogere doel: de onderneming. Personeel moet niet worden gezien als kostenpost, maar als het belangrijkste middel om de klanten tevreden te kunnen stellen. Het onderwijsstelsel moet professionals klaarstomen die in staat zijn om zelfstandig hun kennis op peil te houden. Permanente scholing wordt steeds belangrijker.
Wellicht is de ZZP de moderne medewerker, maar voor deze geëmancipeerde positie is wel kennis nodig. Kennis over eigen waarde en toegevoegde waarde. Inzicht in waarde is niet iets wat makkelijk is te verkrijgen en veronderstelt een voorspellend vermogen, dat ik nog maar zelden in deze tijd heb gezien, noch bij organisaties noch bij de ZZP.
Alles heeft een keerzijde. Een ZZP houdt natuurlijk van duidelijke lijstjes en professionaliteit. Doen is belangrijker dan niet doen. Specialisten zijn in trek en iedereen wordt of is ineens specialist als hij ZZP is. Alain Finkielkraut noemde al in zijn “De ondergang van het denken” uit 1988 welke negatieve effecten pragmatiek, specialisme en professionaliteit hebben op bijvoorbeeld wetenschap, kunst en cultuur. Een samenleving die wordt als een treinstation of vliegveld, waar iedereen altijd onderweg is en waar relaties praktisch en doeltreffend zijn, is ook voor de ZZP geen Utopia.