Uitzendbureau Olympia heeft het faillissementsverleden van zich afgeschud. Maar is de zesde uitzender van Nederland daarmee klaar voor de verkoop? Wij vroegen het algemeen directeur Jelle Bultsma en financieel man Wim Buizert.
Q&A Directie Olympia Nederland, Jelle Bultsma en Wim Buizert
De aandelen zijn in handen van NIBC, de lening is geherfinancierd en de jaaromzet van Olympia Nederland over 2010 is alweer boven die van topjaar 2008. Is Olympia Nederland helemaal bevrijd van zijn Flexgroup-verleden?
Buizert: ‘Ja. We staan sinds april vorig jaar op eigen benen. Onze aandeelhouder heeft ons voortbestaan verzekerd door onze leningen afgelopen december te herfinancieren. En afgelopen mei heeft de curator ons uit alle garantieverplichtingen ontheven. Met het deponeren van onze jaarstukken in juni, allemaal voorzien van een stempel van de accountant, kunnen we dat boek sluiten. En ons weer richten op de toekomst.’
Staat de weg vrij voor een verkoop van Olympia Nederland?
Bultsma: ‘We staan niet in de etalage. Onze aandeelhouder NIBC heeft aangegeven absoluut geen haast te hebben om Olympia Nederland te verkopen. Voor verdere vragen over een verkoop moet je bij de aandeelhouder zijn.’
Heeft u zelf belangstelling in een buyout van Olympia Nederland?
Bultsma: ‘Daar heb ik nog nooit over nagedacht.
Buizert: ‘Afgelopen anderhalf jaar stond in het teken van het opleveren van de jaarrekening en het op orde krijgen van de business. In de tien jaar voor het faillissement groeide Olympia Nederland onder Marcel Slaghekke van 15 naar meer dan 100 vestigingen. Dat was gewoon gaan-gaan-gaan! Wij zitten nu in een andere fase. Dit jaar hebben we de structurele processen aangepakt – dat had onze aandacht nodig. Buyouts, daar hebben we ons echt niet mee bezig gehouden.’
Olympia telt in totaal 125 vestigingen, verspreid over opgeteld 68 franchisenemers. Liggen er nog postcodegebieden braak?
Buizert: ‘Alleen in het noorden van het land zou je nog een eigen vestiging kunnen starten. Heb je interesse?’
Bultsma: ‘Onze groei zit niet in het uitbreiden van het aantal vestigingen. De groei zit in het dikker maken van de huidige vestigingen.’
Staat het Olympia Nederland vrij om weer de grens over te gaan?
‘Nee. Wij beperken ons tot de Nederlandse markt.’
Hoe verklaart u het omzetrecord over 2010? Waarom herstelde Olympia zo snel in het jaar van het bankroet van de moederorganisatie?
Bultsma: ‘Wij zijn een franchiseorganisatie. Dat maakt dat we stabieler in de markt staan dan onze concurrenten. Onze klanten zien altijd het gezicht van dezelfde franchisenemer, terwijl ze bij onze concurrenten de ene na de andere managementwisseling meemaken.’
Buizert: ‘Wij hebben geen overbodige managementlagen. Tussen de algemeen directeur en de intercedent zit maar één laag: de franchisenemer. Die korte lijnen maken ons heel wendbaar.’
Heeft u afscheid genomen van franchisenemers?
Bultsma: ‘Ja. Er zijn er altijd een aantal die moeite hebben omdat ze net een grote klant verloren hebben of omdat ze een paar medewerkers hebben verloren. Wij hebben daar een fair beleid in. Het is altijd mogelijk om in een periode van negen maanden een vestiging weer op orde te krijgen. En desnoods gaan we uit elkaar. Dat doen we op een nette manier: we zorgen dat zijn kantoor verkocht wordt, dat die in andere handen komt. De afgelopen twee jaar zijn drie franchisenemers op die manier vertrokken.’
Vorig grootaandeelhouder Marcel Slaghekke is een online concurrent van Olympia begonnen. Hoe ziet uw online-strategie eruit?
Bultsma: ‘Er zijn lokale vestigingen die 80 procent van hun uitzendkrachten via internet bemiddelen. En steeds vaker stellen die franchisenemers zich de vraag of hij nog wel op dezelfde A-lokatie moet huren. Onze franchisenemer in Venlo bijvoorbeeld wil eigenlijk uitbreiden. En in de gemeenten om Venlo heen zet hij mobiele intercedenten met een laptop in. Die huren een kantoor dat wij dan wel als Olympia-light inrichten. Zo komt een soort hybride model tot stand waar wij wel positief tegenover staan. Maar hoe onze strategie er over drie jaar uitziet, daar wil ik me niet aan branden.’
Buizert: ‘Je kunt geweldige strategie voor sociale media ontwikkelen, maar wij gaan gewoon in gesprek met de franchisenemers. Daar ontstaan hele leuke dingen. Wij hebben bijvoorbeeld geen twitterbeleid. We geven mensen de tools en daarmee mogen ze het zelf doen. Elk van onze franchisenemers weet wat hij daarmee in de lokale markt kan bereiken. Dat hoeven wij niet voor ze te bedenken.’
Bultsma: ‘En hoe onze strategie er over drie jaar uitziet? Onze strategie is om voortdurend de behoeftes van onze klanten en uitzendkrachten te volgen en onze organisatie zo flexibel en wendbaar te maken dat we snel kunnen inspelen op veranderingen in die behoeftes. Dit betekent bijvoorbeeld dat je je IT-systemen zo inricht dat je snel nieuwe functionaliteit kunt toevoegen en veroudere functionaliteit kunt afbouwen.’