Met de publicatie van de werkloosheid over augustus 2012 bleek de jeugdwerkloosheid wederom sneller te zijn gestegen dan de overall werkloosheid. Geen schokkende constatering natuurlijk; tenslotte is in tijden van een ruime arbeidsmarkt de starter niet zelden de pineut. Dit blijkt ook duidelijk uit onderstaande grafiek waarin zowel het algemene werkloosheidspercentage blauw) als de jeugdwerkloosheid (tot 25 jaar) over de afgelopen 10 jaar is weergegeven:
Werkloosheid (blauw), in %) en jeugdwerkloosheid (rood), seizoensgecorrigeerd, jan 2003 – aug 2012. Bron: CBS
Hoewel beide curves dezelfde golfbeweging tonen, is de afstand tussen pieken en dalen bij de jeugwerkloosheid aanzienlijk groter. Jeugdwerkloosheid reageert dus veel heftiger in tijden van economische tegenspoed.
Tegelijkertijd is ook zichtbaar dat de jeugdwerkloosheid in de afgelopen 10 jaar nooit onder de 8% is gezakt. Vlak voor het uitbreken van de financiele crisis bevond de jeugdwerkloosheid zich op het laagste niveau in de laatste 10 jaar; 8,1%. Dit plaatst de huidige 13,0% in enig perspectief, hoewel het vooral de sterke stijging van de jeugdwerkloosheid is die zorgen baart.
Maar het is niet zo dat hiermee de volledige groep van 15 – 25 jarigen die we tot de beroepsbevolking moeten rekenen hiermee in een moeilijke situatie zitten. De hoge jeugdwerkloosheid wordt vrijwel volledig veroorzaakt door jongeren met een lage opleiding:
Jeugdwerkloosheid per opleidingsniveau, seizoensgecorrigeerd, Q1 2001 – Q2 2012, voortschrijdende jaargemiddeldes. Bron: CBS
Jongeren die maximaal een lage opleiding (CBS: Lager onderwijs omvat het gehele basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo en mbo 1 (assistentenopleiding), en hun voorgangers) hebben genoten, hebben een aanzienlijk hogere kans werkloos te worden dan hun leeftijfdgenoten met een middelbare of hoge opleiding.
Verder is duidelijk dat de extreme schommelingen in de jeugdwerkloosheid met name worden veroorzaakt door de groep jongeren met een lage opleiding. Waarbij direct duidelijk wordt dat een lage opleiding tijdens slechte economische tijden de kans op werkloosheid enorm vergroot. Overigens is het opvallend om te zien
Er is overigens ook positief nieuws te melden. Onder de beroepsbevolking van 25 jaar en jonger neemt het percentage jongeren met een lage opleiding steeds verder af. Dit blijkt duidelijk uit onderstaande grafiek:
Omvang beroepsbevolking (15 – 25 jaar) per opleidingsniveau (in %), seizoensgecorrigeerd, Q1 2001 – Q2 2012, voortschrijdende jaargemiddeldes. Bron: CBS
Opleidingsniveau lijkt de belangrijkste determinator bij jeugdwerkloosheid te zijn. En met een afname van het percentage jongeren met een lager opleidingsniveau binnen de beroepsbevolking is er dus enige hoop op geleidelijke afname van de jeugdwerkloosheid over een langere tijd. Als deze trend (stijgend percentage middelbaar en hoge opleiding) zich naar de toekomst zich tenminste doorzet. En er niet een totaal andere reden zou zijn voor het dalende aandeel van jongeren met een lagere opleiding; doordat zij zich bijvoorbeeld in het geheel niet minder binnen de beroepsbevolking geteld zouden worden.
Verreweg het grootste deel van voortijdige schoolverlaters doet dit vanuit opleidingen met een MBO niveau of lager. Het is niet denkbeeldig dat binnen de huidige pool aan jeugdige werklozen met een lage opleidingen voortijdige schoolverlaters een significant deel uitmaken. Want op een zeer ruime arbeidsmarkt aan een baan proberen te komen zonder ervaring en ook nog eens zonder een afgeronde opleiding is vragen om moeilijkheden.
Jeugdwerkloosheid oplossen: allemaal terug naar school! Of om een niet-afgeronde opleiding alsnog af te maken danwel een vervolgopleiding op middelbaar niveau gaan volgen. Het zou zomaar een zeer groot deel van de problematiek rondom jeugdwerkloosheid kunnen oplossen.
Overigens is relatief gezien de stijging van de jeugwerkloosheid niet het grootste probleem. De werkloosheid onder oudere werknemers stijgt sneller en onder werknemers ouder dan 45 jaar en ouder zelfs aanzienlijk sneller:
Verandering werkloosheid (in %) per leeftijdsgroep (2003 = 0%), jan 2003 – aug 2012, voortschrijdend 12-maands gemiddelde. Bron: CBS
Dit is niet alleen een veel groter deel van de beroepsberoepsbevolking; de oplossing is ook een stuk minder eenvoudig. En de directe impact van werkloosheid is hier ook aanzienlijk groter. Om e.e.a. maar even in enig perspectief te plaatsen. Want hoewel er wel heel erg veel aandacht voor jeugdwerkloosheid is, bestaat er dus een potentieel veel groter probleem aan het andere uiteinde van de beroepsbevolking; ouderenwerkloosheid. Met ook een hogere directe schadelast voor de BV Nederland.
Will Smith
says:Erg fascinerend… heus.
Adriana van Schalken | Payroll Works
says:Heel interessant artikel! Nuttig om te zien hoe de jeugdwerkloosheid zich verhoudt tot de algemene werkloosheidscijfers!