In een blog posting op Z24 heeft Mathijs Bouman een verhelderend inkijkje gegeven in de oorzaken van de sterk oplopende werkloosheid in Nederland. Waarbij Bouman met name stilstaat bij de ontwikkeling van de niet-werkende beroepsbevolking en de impact die dat heeft op de werkloosheid. En die blijkt relatief groot te zijn.
In onderstaande grafiek is de procentuele verandering van de (niet-)beroepsbevolking over de afgelopen 10 jaar weergegeven:
Procentuele verandering van de omvang van de beroepsbevolking (blauw) en niet-beroepsbevolking (rood), jan 2003 – mrt 2013. Bron: CBS, RecruitmentMatters
Als achtergrondinformatie eerst even wat defnities van het CBS rondom de beroepsbevolking:
De potentiële bersoepsbevolking is dat deel van de bevolking dat gelet op zijn leeftijd in aanmerking komt voor deelname aan het arbeidsproces. De potentiële beroepsbevolking kan in twee delen worden gesplitst:
- De niet-beroepsbevolking. Dis het deel van de potentiële beroepsbevolking dat niet tot de beroepsbevolking behoort.
- De beroepsbevolking. Dit zijn alle personen die tenminste twaalf uur per week werken, of werk hebben aanvaard waardoor ze tenminste twaalf uur per week gaan werken, of verklaren ten minste twaalf uur per week te willen werken, daarvoor beschikbaar zijn en activiteiten ontplooien om werk voor ten minste twaalf uur per week te vinden.
Over de periode dat de grafiek is gemaakt bestaat de potentiële beroepsbevolking uit alle personen van 15 – 65 jaar. In komende jaren zal de potentiële beroepsbevolking overigens worden uitgebreid tot in 2023 personen van 15 – 68 jaar hiertoe gerekend gaan worden als gevolg van de stapsgewijze verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd. Maar dit terzijde.
De grafiek laat zeer fraai zien dat de niet-beroepsbevolking zeer sterk is gekrompen in de jaren tot aan de financiele crisis, en tevens dat na het uitbreken van die crisis de krimp zich tijdelijk omkering; waarschijnlijk als gevolg van het zogenaamde discouraged worker effect, mensen die opgeven met het zoeken naar een baan. Maar die omkering was van relatief korte duur; sinds medio 2011 is de niet-beroepsbevolking weer zeer sterk gekrompen.
De grafiek laat daarmee bijzonder duidelijk zien wat Bouman in zijn artikel betoogd:
De werkloosheidsgroei wordt ook veroorzaakt door nieuw aanbod op de arbeidsmarkt. De beroepsbevolking neemt toe, ondanks de crisis, en steeg sinds maart 2012 met 92.000 personen.
Ongeveer 39.000 daarvan zijn echte nieuwkomers op de arbeidsmarkt: jongeren en immigranten. Maar een groter deel van het nieuwe arbeidsaanbod heeft een onverwachte oorsprong. Het zijn mensen die tot nu toe geen werk hadden, maar dat ook niet zochten: huisvrouwen- en mannen, oudere scholieren, renteniers.
Als iemand uit deze categorie besluit op zoek te gaan naar werk, stijgt de beroepsbevolking en neemt (als het aantal banen niet groeit) de werkloosheid toe. Laten we ze de ‘aanhakers’ noemen, deze voormalig niet-werkenden niet-werkzoekenden, die besluiten de arbeidsmarkt op te gaan.
In eerste opzicht lijkt een krimp van de niet-beroepsbevolking tijdens een recessie een volstrekt onlogsiche ontwikkeling. Maar Bouman betoogt in mijn optiek overtuigend waarom dit in de huidige situatie mogelijk niet het geval is:
Door het gebrek aan baanzekerheid van kostwinners, zijn niet-werkende partners zich gaan aanbieden op de arbeidsmarkt. Als een soort verzekering tegen ontslag van de kostwinner. Stijgende werkloosheid heeft op deze manier het arbeidsaanbod aangemoedigd en de werkloosheid verder doen oplopen.
En de groei van de werkloosheid in het grootste deel van 2012 is dus uit deze groep te verklaren; in de afgelopen 4 maanden zijn het vooral mensen die een baan verliezen die de werkloosheid verder doen oplopen:
Vorig jaar [2012] waren de nieuwkomers en aanhakers zelfs verreweg de belangrijkste oorzaak van stijgende werkloosheid. Tot de herfst van 2012 steeg de werkloosheid terwijl de werkgelegenheid groeide. Er waren meer baanvinders dan baanverliezers. De werkloosheid steeg vooral door aanhakers.
Pas vanaf september 2012 begint het aantal baanverliezers flink toe te nemen. In de eerste twee maanden van 2013 komt de werkloosheidsstijging vrijwel geheel door verlies van banen. Maar volgens het meest recente meting in maart speelt de toestroom van aanhakers ook in deze fase van de recessie toch weer een belangrijke rol.
Mirjam Gaasterland
says:De belangrijkste stijging van de beroepsbevolking zit in het feit dat de arbeidsparticipatie van vrouwen sterk is gestegen. Sinds 2001 met een half miljoen. Vrouwen blijven werken als ze kinderen krijgen en treden niet meer uit. De stijging schuift langzaam door naar 55 jaar en de beroepsbevolking groeit dus nog wel even door.
Ook mannen werken langer door en zorgen daarmee voor een stijging. Volgens mijn berekening neemt de beroepsbevolking van 2010-2020 toe met een half miljoen mannen en vrouwen. Ondanks de vergrijzing en ontgroening.
Marc Drees
says:‘Volgens mijn berekening’. Dat klinkt spannend; welke berekening is dat, en waar heb je die op gebaseerd?
Mirjam Gaasterland
says:Het is berekend op basis van CBS-gegevens. Ik heb er een paar keer over geblogd maar het ook als pagina op mijn website staan.
https://gaasterlandcoaching.nl/arbeidsmarktontwikkelingen-tot-2020/
Adriana van Schalken | Payrolling Works
says:Hmm toch wel verrassend, dat zo’n grote groep, die zich voorheen niet aanbood op de arbeidsmarkt, nu toch op zoek is naar werk. En die dan ook tot september 2012 verantwoordelijk is voor de stijging van de werkloosheid. Ook wel logisch, door de eventuele onzekerheid van de kostwinnaar in dat gezin. Er zal toch geld moeten komen.