Het Griekse bureau voor de statistiek (Elstat) heeft afgelopen donderdag voor de maand februari een werkloosheid van 26,5% gemeld. Dat is een dfaling van 0,1% in vergelijking met de maand januari, maar zoals we zo langzamerhand weten zijn de cijfers van Elstat pas maanden na dato, en na meerdere bijstellingen enigszins betrouwbaar. Het is tenslotte slechts drie maanden gelden dat Elstat voor november van vorig jaar een werkloosheid van 28,0% meldde. Deze is ondertussen bijgesteld naar 27,5% en het kan zo maar nog een paar keer worden aangepast.
Sinds eind 2011 zuchtten de Grieken onder een werkloosgheid van meer dan 20%. Dat is nog altijd ruim anderhalf jaar korter dan de Spanjaarden die al sinds mei 2010 hun werkloosheid boven de 20% zagen oplopen. Maar het is desondanks volstrekt ondenkbaar hoe de Grieken (en de Spanjaarden) een dergelijk hoge werkloosheid kunnen verdragen. Om nog maar te zwijgen over alle extra bezuinigingen en salarisverlagingen die sindsdien zijn doorgevoerd.
Zo ziet de ontwikkeling van het werkloosheidspercentage van Griekenland (en Spanje, het tweede rampeland in de Eurozone als het om de werkloosheid gaat) er over de afgelopen jaren uit:
Werkloosheid Griekenland en Spanje (januari 2007 – februari/maart 2014). Bron: Eurostat, Elstat
Beide landen lijken de piek van de werkloosheid achter de rug te hebben. De vraag of dit het gevolg is van enig daadwerkelijk economisch herstel of dat hier andere oorzaken (‘discouraged workers’ anyone?) aan ten grondslag liggen. Tenslotte is het werkloosheidscijfer (los van de ‘schattingsfoutjes’ van Elstat) natuurlijk een communicerend vat met de bruto arbeidsparticipatie. Als er meer mensen uit de beroepsbevolkiing vallen is de werkloosheid automatisch lager.
Op dit moment gokt Elstat dat de jeugdwerkloosheid op 56,9% staat. Over een maand zal er weer een totaal ande cijfer te melden zijn. Iets tussen de 50% en de 60%. Ze hebben daar waarschijnlijk een soort lottomachine. De cijfers die worden gerapporteerd lijken in ieder geval volstrekt willekeurig.