Al maandenlang horen we positieve berichten over stijgend consumentenvertrouwen, stijgende huizenprijzen, dalende werkloosheid en wat al niet meer. Als je niet beter zou weten, lijkt het wel of we in een economische boom terecht zijn gekomen waarbij de war for talent weer op uitbarsten staat. Helaas is dit slechts voor een zeer beperkt deel van de beroepsbevolking weggelegd, en dan ook nog eens vooral het hoog opgeleide beta-deel van die beroepsbevolking. Maar laat ik niet de kniesoor zijn die het feestje van allerlei belanghebbenden verpest. De kille cijfers kunnen dat werk veel beter doen dan ik.
We horen al maanden positieve berichten over dalende werkloosheidscijfers en dat is zonder enige twijfel goed nieuws. Maar mag ik even aandacht voor de ontwikkeling van die werkloosheid sinds 2003? En dan met name de verandering van de werkloosheid (in %) per leeftijdsgroep:
Procentuele verandering werkloosheid per leeftijdsgroep (12-maands gemiddelde werkloosheid, niet-seizoensgecorrigeerd), (2003 = 0%)
Dat ziet er toch een stuk minder aangenaam uit. Met meer dan vijf jaar bijna onafgebroken groei van de werkloosheid voor alle leeftijdsgroepen. En als je ouder dan 45 jaar bent is de kans dus erg groot dat je nog altijd niets van dat economische herstel heb gemerkt. En als je ouder dan 45 jaar en vrouw bent is er helemaal geen reden om te juichen:
Ontwikkeling seizoensgecorrigeerde werkloosheid voor 45 – 65-jarigen, januari 2003 – juli 2014. Bron: CBS
Gelukkig is werkloosheid een zogenaamde trailng indicator. Er zijn namelijk andere arbeidsmarktindicatoren die een wat beter beeld laten zien . Zoals bijvoorbeeld het volume aan uitzenduren. De ABU heeft alweer de nodige 4-weekse periodes de vlag uitgehangen. Maar op basis van de ABU gegevens heb ik een index berekend door voor 2006 elke periode de waarde 100 te geven en vervolgens de verandering in de overeenkomstige periode van de daarop volgende jaren daarmee te verrekenen. Vervolgens is het voortschrijdend 12-maands gemiddelde berekend om eventuele seizoensinvloeden (zoveel mogelijk) te elimineren. Dat geeft het volgende beeld:
Trendlijn index uitzenduren op basis van ABU, periode 2008 – 2014 (2006 = 100)
Hmmm…. de lijn gaat omhoog. Maar daarmee is wel zo’n beetje alles gezegd. Er is nog altijd geen enkele reden tot oorverdovend gejuich, hooguit een schril kreetje. Eénmaal hoera lijkt me ruim afdoende. Maar er zijn natuurlijk meer gegevens. Wat te denken van het vacaturevolume?
Maandtotalen en gemiddeld (12-maands) vacaturevolume (minus, bijbanen, stages en vrijwilligerswerk), januari 2008 – juli 2014. Op de maandcijfers van 2008 is een correctiefactor van 11,6% toegepast
Dat ziet er zonder meer positief uit. De trendlijn buigt vrolijk naar boven en geeft daarmee alle reden tot vrolijkheid. Als je tenminste vergeet dat die naar boven gaande trendlijn in juli nog nauwelijks boven het dieptepunt van 2009 – 2010 uitkomt. Kan iemand zich nog het sentiment van 2009 – 2010 herinneren? Maar goed, toen was er geen stijgende trendlijn te signaleren en nu wel. De vraag is slechts hoelang die stijging zich gaat doorzetten. Tot de piek van 2011? Tot boven de 120.000 vacatures per maand? Nog hoger? Er is nog altijd en zeer lange weg te gaan voordat we zelfs maar in de buurt van die tussenpiek van 2011 komen.
Op dit punt grijp ik even terug op mijn hoogst persoonlijke misère index, en dan het arbeidsmarkt deel ervan. De ontwikkeling van de arbeidsmarkt is gebaseerd op de volgende cijferreeksen
- Uitzendindex (ABU, RecruitmentMatters)
- Het aantal vacatures (Jobfeed)
- De werkloosheid (CBS)
- Het aantal faillissementen (Faillissementen.com)
Voor elk van deze maandreeksen is de periode van januari 2008 tot heden genomen en een voortschrijdend maandgemiddelde (gebaseerd op het gemiddelde van 12 achtereenvolgende maanden) berekend. Het resultaat is vervolgens omgezet in een procentuele verandering over de looptijd waarbij 2008 als vertrektpunt (0%) is genomen. Hierbij is de getoonde ontwikkeling van werkloosheid en aantal faillissementen natuurlijk invers:
Arbeidsmarkt: procentuele verandering cijferreeksen, (2008 = 0%), januari 2008 – juni/juli 2014
Nou, eigenlijk laat alleen de ontwikkeling van het aantal faillissementen de mondhoeken naar boven krullen. De rest van de reeksen zien er eigenlijk behoorlijk lamlendig uit.
Door al deze reeksen samen te voegen krijg je één indicator van de stand van de arbeidsmarkt. En dat ziet er zo uit:
Misère index, ontwikkeling arbeidsmarkt (2008 = 0%), 12-maands voortschrijdend gemiddelde, januari 2008 – juni/juli 2014
Hoor ik nog iemand juichen? Ik juich in ieder geval niet. Ik ben blij dat we het dieptepunt achter ons lijken te hebben gelaten, maar daar is ook alles mee gezegd. Sinds 2008 hebben we vrijwel uitsluitend een negatieve ontwikkeling doorgemaakt en we weten niet wat de toekomst gaat brengen. En hoelang zal het überhaupt duren voordat we weer op het niveau van 2008 komen? Dat ligt nog meerdere jaren voor ons. En gaat er in die tussentijd geen enkele economische tegenwind zijn? Wie weet, maar de kans is waarschijnlijk niet al te groot.
Om het verhaal nog minder vrolijk te maken ook nog even het consumentendeel van mijn misère index. De ontwikkeling van de consumentenmarkt is gebaseerd op de volgende cijferreeksen:
- Het aantal verkochte nieuwe auto’s (ACEA)
- Het aantal verkochte woningen (Kadaster)
- De prijsontwikkeling van bestaande koopwoningen (Kadaster)
- De index voor retail non-food (CBS)
Voor elk van deze maandreeksen is de periode van januari 2008 tot heden genomen en een voortschrijdend maandgemiddelde (gebaseerd op het gemiddelde van 12 achtereenvolgende maanden) berekend. Het resultaat is vervolgens omgezet in een procentuele verandering over de looptijd waarbij 2008 als vertrektpunt (0%) is genomen.
En dat geeft het volgende resultaat:
Consumentenmarkt: procentuele verandering cijferreeksen, (2008 = 0%), januari 2008 – juni 2014
We hebben vooral te maken met een groei van het aantal verkochte woningn, zonder enig noemenswaardig herstel van de woningprijs. Dat is toch een minder goed bericht voor iedereen die op dit moment nog altijd onder water zit met zijn hypotheek. Misschien verklaart dat wel het gebrek aan herstel bij non-food en autoverkopen. Hoe dan ook, de Nederlander heeft nog altijd de hand stijf op de knip. Zonder consumerende consument is er geen serieus herstel van de economie te verwachten. En zonder serieus herstel van de economie ligt er evenmin een serieus herstel van de arbeidsmarkt in het verschiet.
In deze chartapalooza ook nog maar even de index voor de consumentenmarkt, om het gebrek aan serieus herstel nog maar eens te onderstrepen:
Misère index, consumentenmarkt, (2008 = 0%), januari 2008 – juni 2014
Zo blijkt maar weer eens dat mooie plaatjes je geen goed gevoel hoeven te geven.
We gaan de goede kant op, maar het gaat verdomde langzaam. En als er serieuze economische tegenwind komt is dat fragiele herstel binnen de kortste keren verdwenen. Dus laten we met zijn allen maar hopen op jaren en jaren van onafgebroken economisch herstel. Want dat is in het verleden al zo vaak voorgekomen…