Gisteren kwam het CBS met de werkloosheidscijfers over april. Volgens de internationale definitie is de werkloosheid op 7,0% blijven staan, volgens de nationale definitie is de werkloosheid gestegen van 8,9% naar 9,0%. Eenieder die nu in grote verwarring is geraakt verwijs ik graag naar deze blog posting.
Wederom komt de internationale definitie van de werkloosheid beter uit de bus dan de nationale definitie die CBS decennialang heeft gehanteerd, maar heeft afgeschaft per januari 2015. De timing van deze afschaffing lijkt steeds gelukkiger gekozen, want in plaats van een stagnatie en groei van de werkloosheid kan nu een lichte daling worden gerapporteerd. De als altijd kritiekloze massamedia gaan hier vanzelfsprekend in mee. Wie luistert er tenslotte nog naar werklozen volgens de nationale definitie? Inderdaad, niemand…
Zo ziet de werkloosheidsontwikkeling voor de Nederlandse beroepsbevolking er uit:
Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – april 2015. Bron: CBS
Je ziet het goed, de voor het seizoen gecorrigeerde werkloosheid laat over de afgelopen maanden niets minder dan een geleidelijke stijging van de werkloosheid zien. Zorgt dit voor vragen in de Kamer, een paniekerige minister Asscher? Nee, want deze cijfers vormen niet langer de officiële rapportage van de werkloosheid. Dus kunnen we net doen alsof dat economische herstel in Nederland blijft doorzetten. Als er ooit een jobless revovery is geweest, dan is dit er wel eentje. Of is de werkloosheid een wel zeer sterke lagging indicator geworden?
Overigens is gaat die gelijkblijvende werkloosheid wel een steeds grotere tweedeling schuil. Dit blijkt namelijk als we de werkloosheid van mannen en vrouwen separaat tonen:
Werkloosheidpercentage (seizoensgecorrigeerd) naar geslacht, januari 2003 – april 2015. Bron: CBS
Waar de werkloosheid onder mannen lijkt te stabiliseren blijft de werkloosheid onder vrouwen maar stijgen. Een wel heel opvallende ontwikkeling in vergelijking met de afgelopen jaren, waar de werkloosheid van beide geslachten min of meer parallel is verlopen. Wat aan deze groeiende tweedeling ten grondslag ligt, is mij onbekend. Maar het is wel zeer opvallend te noemen.
Overigens is niet alleen de ontwikkeling van de werkloosheid naar geslacht opvallend te noemen, ook voor de verschillende leeftijdsgroepen zijn markante verschillen te constateren:
Procentuele verandering werkloosheid (2003 = 0%), voortschrijdend jaargemiddelde, januari 2003 – april 2015. Bron: CBS
De verandering van de werkloosheid loopt tot begin 2014 min of meer synchroon voor de drie leeftijdsgroepen. Maar waar de 45-plussers sindsdien zijn geconfronteerd met een verdere stijging van de werkloosheid is het voor de leeftijdsgroepen tot 45 jaar een aanzienlijk prettiger situatie geweest. Hier is namelijk sprake van een duidelijke daling van de werkloosheid, waarbij de jongeren nog een stuk sneller dalen dan de 25 – 45-jarigen.
1 Comment