Paul Eggink, oprichter en CEO van de prijswinnende groeibriljant Temper, is aan de kant gezet, zo meldt Quote. EY riep Eggink onlangs nog uit tot ‘Emerging Entrepreneur of the Year’. Eggink, toen: ‘we gaan veel harder dan we hadden durven hopen’.
Enter Corona. De omzet daalde met 90%. De overheid schoot nog te hulp. Eggink probeerde nog kansen te pakken door zich te richten op thuisbezorgers en distributie. Maar voor de commissarissen van Temper was dit geen reden Eggink te blijven steunen.
Het kan verkeren. Temper boekte in de afgelopen jaren omzetgroei tot wel driehonderd procent per jaar. Nu moet Temper duizend procent groeien, alleen al om de recente daling te compenseren.
Saillant detail is dat Eggink Temper al enige tijd bestuurde vanuit Griekenland, zoals te lezen valt in het FD:
Tijdens het crisisoverleg was Eggink niet in Nederland. Vóór de lockdown was hij op bezoek bij zijn vriendin in een Griekse kustplaats. Toen Europa op slot ging werd zijn retourvlucht naar Amsterdam geannuleerd. Sindsdien leidt hij het bedrijf vanuit een appartement van 35 m2 met uitzicht op een azuurblauwe zee. ‘In ons bedrijf wordt toch al veel vanuit huis gewerkt’, zegt hij. ‘Het is niet zo’n aanpassing als het lijkt.’
Er wordt gefluisterd dat dit stuk hem niet heeft geholpen. En het lijkt er op dat ‘ondernemer’ Eggink zijn toezichthouders onvoldoende heeft meegekregen in het adagium ‘Werk waar en wanneer je wil’.
Nabrander
Terwijl zijn bedrijf water neemt zegt Eggink in het FD:
De onzekerheid is extra wrang voor de 20 ‘kennismigranten’ uit onder meer Afrika, zegt Eggink: ‘Hun verblijfsvergunning is gekoppeld aan een baan. Als ze die verliezen, moeten ze terug naar hun land van herkomst.’
Eggink had zielig kunnen doen. In plaats daarvan wijst hij op mensen die harder getroffen worden dan hij. Hiervoor neem ik mijn pet af. Met deze instelling en met zijn ondernemerszin verwacht ik dat we Eggink snel weer tegen gaan komen.