Vandaag een bespreking van de twaalfde periode van de ABU cijfers over 2022. Met daarbij de volgende toevoeging door de ABU:
In periode 12, van 7 november tot en met 4 december, daalde het aantal uren met 9% en de omzet bleef gelijk (0%) in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.
Wederom een periode van krimp in uitzendland, met dit keer toch wel een wat grotere daling van maar liefst 9%, een versnelling van de daling met maar liefst 3% vergeleken met periodes 10 en 11. De vraag is dan ook: gaat het jaar in mineur eindigen of kunnen we nog een (kleine) uptick verwachten. Periode 13 zal het antwoord geven.
In onderstaande grafiek is de procentuele toe- danwel afname over de 13 periodes van de jaren 2020 t/m 2022 weergegeven:
ABU: YoY groei/afname (in %) van het volume aan uitzenduren per periode: 2020 t/m 2022. Bron: ABU
We hebben dusverre in 2022 alleen nog maar krimp in uitzenduren gezien in alle periodes tot nu toe. Het lijkt niet waarschijnlijk dat periode 13 hierin verschil gaat brengen. Het blijft nog altijd een prestatie dat de grote(re) uitzenders in staat zijn gebleken om de verliezen tot een minimum te beperken terwijl in de rest van de economie de stormballen gehesen worden.
Inflatie en oorlog blijven hun vernietigende werk doen, maar de Nederlandse uitzendsector kan zich daar (nog) behooorlijk tegen verweren. De bekende canary in the mine rol lijkt deze keer dus niet door deze sector te worden gespeeld. En dat is op zichzelf een enorme prestatie. Totdat je bedenkt dat de uitzendmarkt niet in isolement bestaat en de werkgevers steen en been klagen over een tekort aan (gekwalificeerde) arbeidskrachten. De meer flexibele uitzendbranche (aanname) weet hier mogelijk beter op in te spelen dan de minder flexibele (wederom, aanname) werkgever. Dit alles is natuurlijk zuiver speculatief. Hoe het ook zij, over een aantal maanden kunnen we, met de luxe van hindsight hopelijk wat meer duidelijkheid verschaffen.
Om een beeld te krijgen van de langere termijnontwikkeling heb ik de index berekend door voor 2006 elke periode de waarde 100 te geven en vervolgens de verandering in de overeenkomstige periode van de daarop volgende jaren daarmee te verrekenen. Vervolgens is het voortschrijdend gemiddelde over 13 periodes berekend om eventuele seizoensinvloeden (zoveel mogelijk) te elimineren. Dat geeft het volgende beeld:
Trendlijn index uitzenduren op basis van ABU periodecijfers, periode 2008 – heden (2006 = 100)
Die laatste dalende helling van de trendlijn? Het heeft een opvallende gelijkenis met een zwarte piste en zou daarmee weleens een early signal kunnen zijn van andere tijden. Een indicatie van een naderende recessie of slechts een loos alarm van een steeds zenuwachtiger wordende observator. Oorlog in Europa, in combinatie met een bijzonder hoge inflatie en een meestal (sterk) achterblijvende groei van salarissen levert een wel zeer explosieve mix op waar de uitzendsector, zoals immer, de eerste klappen moeten opvangen.
Ontwikkelingen per sector
De sectoren laten een behoorlijk uniform beeld zien, waarbij de sector Administratief met -18% zeer sterk krimpt, de sector Industrie met –4% krimpt en de sector Techniek met -11% behoorlijk sterk krimpt.
Ook voor de verschillende sectoren is een index gerealiseerd op de manier zoals hierboven omschreven voor het totaal aan uitzenduren. En dat geeft het volgende beeld voor het voortschrijdend jaargemiddelde binnen de verschillende sectoren:
Index uitzenduren op basis van ABU periodecijfers, periode 2008 – heden (2006 = 100), per sector
De sector Administratief is na de financiele crisis nooit meer hersteld naar de niveau van 2008. Maar nu neemt deze sector een wel zeer scherpe duik , na de korte maar forse inzinking tijdens het begin van de coronacrisis. Het lijkt er ernstig op dat deze sector nieuwe dieptes gaat verkennen in de komende periodes, ook al lijkt de snelheid van de duikvlucht wat af te nemen. Ondertussen is de grenslijn van 70 alweer aangetikt, op weg naar grotere dieptes. Het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat deze trendlijn een nieuw negatief record gaat zetten.
De sector Industrie laat nog altijd een fatsoenlijke ontwikkeling van haar trendlijn zien en dat is in het licht van eerdere periodes geen verrassing te noemen. Er is echter wel sprake van stagnatie (en in de afgelopen periode zelfs een negatieve groei) waarmee het positieve gevoel voor de toekomst behoorlijk onder druk komt te staan. Het lijkt steeds duidelijker dat deze trendlijn in een fase van stagnatie is beland. Het natuurlijke vervolg zou een daling van de trendlijn betekenen maar niet is nog zeker. Anders dan dat geduld noodzakelijk is.
En dan hebben we de sector Techniek. Deze sector lijkt het voorbeeld van de sector Administratie te volgen, zij het met een vertraging en iets minder extreem. Maar de weg naar beneden is duidelijk ingezet.
We zitten in een overwegend negatieve teneur voor de diverse uitzendsectoren, hoewel de sector Industrie nog lijkt tegen te strubbelen. Ik weet niet of deze sector de zwaartekracht nog veel langer weet te weerstaan.
Tot over 4 weken!