Vandaag kwam het CBS met een verslag over de uitzendbranche in 2009, met een grafiek waar de flexibele schil met uitzendkrachten prachtig in is verbeeld:
Uitzendkrachten in de werkzame beroepsbevolking (15 tot 65 jaar), 1996 – 2009
Prachtig is te zien hoe de arbeidsmarkt dankzij de flexibele schil van uitzendkrachten meedeint met de golven van hoog- en laagconjunctuur.
Dirk Goossens
says:@Arno: De flexibilisering van de arbeidsmarkt kent verschillende elementen.
De bezorging van goederen is flexibeler door detacheerders, uitzendbureaus en zzp’ers;
De garantie is dankzij WIA flexibeler (werknemers mogen niet meer uit de verpakking gehaald worden, zodat je ze altijd kunt inruilen (lees: ontslaan));
De prijs is flexibeler door ontsluiting van beprijzingsinformatie via het interweb.
Desalniettemin vind ik het percentage van de beroepsbevolking dat een uitzendbaan heeft laag. Zeker gezien het volgende
Binnen Europa loopt de inzet van tijdelijk werk uiteen van
vijf procent van de werkgelegenheid in Ierland tot ruim dertig
procent in Spanje (Berkhout en Van Leeuwen, 2004)
@Marc: het is maar wat je prachtig noemt. Ik zou eerder zeggen dat een grafiek als deze bij uitstek het zicht ontneemt op de werkelijkheid. Zeker indachtig het volgende:
Dit betekent niet automatisch dat tijdelijke banen
goed zijn voor de samenleving als geheel. Bentolila en
Saint – Paul (1992) concluderen dat wanneer er meer gebruik
wordt gemaakt van tijdelijke contracten de werkloosheid in
hoogconjunctuur lager is, maar in laagconjunctuur juist hoger.
Het effect op de totale werkgelegenheid is onduidelijk.
Bron: seo
Arno Bouwens
says:Opvallend dat in de hoogconjuctuur van 98/99 een groter % in de uitzendbranche werkte dan in de afgelopen hoogconjuctuur. Terwijl in het algemeen wordt gezegd dat de arbeidsmarkt flexibeler is geworden de laatste 10 jaar. Die flexibilisering heeft dan niet geleid tot meer uitzendwerk maar is anders ingevuld.