TMC: ‘Werkondernemers’ trekken steun

Logotype TMC Group Nu DPA de jaarcijfers tot nader order heeft uitgesteld, is de The Member Company (TMC) niet meer de hekkensluiter van de Nederlandse beursgenoteerde uitzendmarkt. Deze Eindhovense detacheerder van voornamelijk hoger opgeleide bèta-professionals, die zij consistent ‘werkondernemers’ noemt, maakte vanochtend een omzetdaling van ruim 12% bekend.

Directeur Thijs Manders zag de omzet van zijn Company dalen tot EUR 37,2 miljoen. Dat is een alleszins bescheiden daling, al kampte TMC met min of meer gebruikelijke problemen in de detacheringsmarkt: een te dure acquisitie waarop fors moest worden afgeschreven, een afgestoten dochterbedrijf, toegenomen leegloop en een bestuurscrisis.

Wat dat laatste betreft, het aantal gedetacheerden daalde met ruim 15% tot 387. Twee van die vertrokken werkondernemers waren de directeuren Luuk Jeuken en Roy Roosen. Beide zaten in Manders’ eigen raad van bestuur en kregen na een conflict eind vorig jaar EUR 360.000 mee. Ook verkochten ze hun forse aandelenpakketten voor elk EUR 1 miljoen. Het totale verlies van TMC kwam aldus uit op EUR 4,7 miljoen – al met al kostte de bestuurscrisis het bedrijf meer dan USG People het vertrek van Ron Icke.

Subsidie à EUR 1,2 miljoen
Een tikkeltje vertekend zijn deze cijfers wel – in het jaarverslag staan een tweetal overheidssubsidies ‘als negatieve kosten’ geboekt. Dat maakt de brutomarge nu al onvergelijkbaar, aangezien een van de subsidies – de kenniswerkersregeling – vorig najaar eenmalig werd uitgedeeld. Dat de brutomarge van TMC met 32,6% hoog en stabiel lijkt, is dan ook alleen maar schijn: de werkelijke marge is lager: hoeveel lager valt uit het jaarverslag te destilleren.

Op pagina 69 staat namelijk dat TMC een kleine EUR 1,2 miljoen aan subsidie heeft geïnd. Als we dat bedrag uit de kostten filteren daalt de brutomarge van de gerapporteerde 32,6% naar 29,4%. Da’s een flinke daling ten opzichte van 2008, toen de brutomarge nog 33,8% bedroeg.

Werkverschaffing
En dan is de schade grotendeels beperkt gebleven dankzij de werkverschaffing door de overheid. Toch dankt Manders in zijn persbericht zijn werkondernemers om hun ‘hoge kennisniveau’ en hun ‘(werk)ondernemerschap’ dat ‘maakt dat we net iets harder lopen dan de concurrentie en intrinsiek gemotiveerd zijn om juist in deze tijden meer toegevoegde waarde te leveren.’

Q&A met CEO Thijs Manders en CFO Rogier van Beek
U stelt in uw jaarverslag dat u afgelopen jaar ‘werd geconfronteerd met een onverwacht hoge leegloop.’ Hoeveel procent bedroeg uw leegloop?

Manders: ‘De leegloop over 2009, die was behoorlijk verwaarloosbaar – zeker in vergelijking met andere partijen in de markt. We hebben vrij snel ingegrepen en als we met bankzitters werden geconfronteerd hebben we die goed kunnen opvangen met de Kenniswerkersregeling van de overheid. Bankzitten is bij ons in 2009 relatief beperkt gebleven.’

Begin vorig jaar stelde u de leegloop op 1 procent. Hoeveel hoger is die inmiddels?
Manders: ‘Wel iets hoger. Maar niet op 20% – 30% zoals bij sommige van onze collega’s.’

Is de leegloop dubbelcijferig?
Manders: ‘Nee. Beneden de 10%. En dat vind ik acceptabel. Binnen de R&D-markt, waar onze mensen werken, daar zien we ook weer een aantrekkende vraag.’

Om hoeveel bankzitters gaat het?
Manders: ‘Op enig moment hebben een man of 45 in de leegloop gehad, daarvan hebben we een groot aantal in de kenniswerkersregeling kunnen treffen. Die zaten al gauw niet meer op de bank. De precieze cijfers kan ik u niet geven.’

Over die kenniswerkersregeling gesproken: dat is een van de twee subsidies die u als ‘negatieve kosten’ in de brutowinst boekt. Waarom?
Van Beek: ‘Het is feitelijk een keuze – je mag ze boeken als omzet of in mindering brengen op je kosten. Wij hebben gekozen voor dat laatste.’

Dat vertekent uw brutomarge en maakt de cijfers onvergelijkbaar. Uw brutomarge ligt in werkelijkheid lager.
Van Beek: ‘Dat klopt, maar de subsidies zijn daarvan maar één onderdeel. We hebben in de eerste helft van 2009 kostenbesparingsmaatregelen genomen: denk aan marketingkosten en opleidingskosten. Daarnaast hebben we met een aantal grote klanten nieuwe afspraken gemaakt. En ook hebben we een aantal verlieslatende bedrijven gestaakt. Dat heeft allemaal een positief effect gehad op onze cijfers.’

Hoe verwacht u 2010 te eindigen?
Manders: ‘We doen niet aan omzet- en winstverwachtingen. Maar ik denk dat we nog behoorlijk kunnen groeien. We zien een aantrekkende vraag in onze bestaande markten. En nieuwe markten achten wij behoorlijk kansrijk. Daarbij moet je denken aan de olie en offshore, de zonne-energiemarkt en de life sciences. In die markten worden wij geregeld uitgenodigd voor gesprekken. Alles bij elkaar zijn we bescheiden optimistisch.’

Geef een reactie

2 Comments