Zoals beloofd, het verslag van een dag workshops van stART-factory, het evenement voor de ondernemende kunstenmaker. In het eerste lokaal staat enkel een white board. Wat? Geen powerpointpresentatie? Tuurlijk wel, een van de workshop-leiders was een potige mediator die erg van de knullige word-art animaties was. Maar tot die, derde, cursus, zullen we het meeste werk zelf moeten doen.
Creatief presenteren
Zo stampen we bij ‘In the picture’ veelvuldig op de grond en schreeuwen we alle spanning uit ons lijf. Nu kan ik cynisch doen over het hysterische karakter van beide cursus-leiders (die tevens elkaars klankbord zijn, hoe lief). Maar dat doe ik niet. Want hier heb ik wel degelijk wat geleerd. Dan heb ik het niet over typische workshop-termen als durven, gunnen en erkennen maar over het spreken met een microfoon voor je snufferd. Want dat moest ik, als woordvoerder van mijn groepje.
Als we groepjes vormen komt die leerlingenraad-neiging weer bij me op en werp ik me meteen op als notulist en, bescheiden als ik ben, leider. Dan moet je dus gaan presenteren. Het zal ook wel aan mijn exhibistionistische aard als kunstenmaker liggen, die ik trouwens moet leren ‘omarmen’.
Creatief netwerken
De cursusleidster van ‘succesvol netwerken’ vervolgens, liet ons, overwegend ongeïnteresseerde kunstenmakers, associaties met het woord netwerken hardop uit te spreken. Geen gehoor. Mijn medelijden won het van mijn ik-heb-wel-betere-dingen-te-doen-zoals-afstuderen houding. Met het gevolg dat ik de rest van de cursus overwegend aan het woord was.
Aandoenlijk betoog van een mede-cursist: je moet niet netwerken om het netwerken, interesse in de ander moet wel oprecht zijn. Groen netwerken, het netwerken van de toekomst.