‘Bij Michael Page is geen machtsgreep geweest van Franse managers.’ Dat zegt directeur Nicolas Béchu van de Nederlandse dochter van het recruitmentconcern tegen RecruitmentMatters. Eerder berichtte deze site dat de uittocht van Nederlandse managers bij Michael Page gepaard ging met een instroom van Fransen. Volgens Béchu is het ‘een feit dat er veel Fransen binnen Michael Page werken. Maar van een coup van mijn landgenoten is geen sprake.’ Het is het eerste interview dat Béchu sinds zijn aantreden geeft.
Als het aan Béchu ligt, zal Michael Page nooit meer een niet-aanvalsverdrag met concurrenten te sluiten. Eerder liet concurrent Jaap Kooijman van YER weten jaren geleden met Rietvelt te hebben afgesproken dat YER en Michael Page niet elkaars personeel zouden werven. Béchu moet weinig hebben van zo’n clausule: ‘Als wij zelf ons geld verdienen met de werving en selectie van kandidaten in een open markt, dan zou het toch bijzonder curieus zijn als ik mijn eigen wervingspotentie zou beperken met zo’n overeenkomst? Nee, dat doen we nooit meer.’
Michael Page Nederland blijft al ruim een jaar achter op de prestaties van alle andere landen waar het bedrijf actief is. Hoe komt dat?
‘Nederland is een laatcyclische markt. In deze markt doen wij relatief veel recruitment voor de financiële sector en die is in Nederland hard geraakt. Bovendien doet Michael Page in Nederland relatief veel in de interim-markt en die is laatcyclisch.’
Volgens de laatste kwartaalcijfers groeide Michael Page Nederland van het tweede op het derde kwartaal met 4 procent. Hoe is dat in oktober?
‘In de Nederlandse markt zien wij in ons bedrijf tekenen van herstel sinds juni dit jaar. Dat is een langzaam herstel en nog altijd met enige voorzichtigheid. De precieze cijfers van het vierde kwartaal mag ik niet delen. Maar we zijn ervan overtuigd dat we het gat zullen dichten. We hebben daarvoor alles in huis.’
In de kwartaalcijfers maakt Michael Page alleen de omzetten van de landendochters bekend. Hoe winstgevend is de Nederlandse dochter?
‘Dat kan ik niet bekendmaken. Ik kan wel zeggen dat onze nettowinst vorig jaar positief was. Zeer waarschijnlijk zal dat dit jaar weer het geval zijn.’
Bent u alweer aan het werven?
‘Ja. Strategisch gezien moeten we ons team versterken. Daarom nemen we alweer sinds juli nieuw personeel aan. Dit jaar hebben we al meer dan 50 mensen aangenomen.’
Wat vindt u ervan dat concurrent YER openlijk uw personeel scout?
‘We vonden het opmerkelijk dat de concurrent een van onze consultants aannam voor een managementfunctie. Daar was de concurrent blijkbaar erg trots op. Misschien was die persoon wel meer geschikt dan al de eigen medewerkers om een van de eigen kantoren te leiden. Het is waar dat veel van de managers en directeuren in deze markt een geschiedenis hebben bij Michael Page. Maar zelf trekken we ons eigen plan: wij werven voornamelijk beginnende consultants, die we zelf ontwikkelen. We zijn voor onze managementbehoefte niet afhankelijk van mensen die bij andere bedrijven werken. Bovendien, het beeld dat ontstaat dat wij onze mensen verliezen aan de concurrent, klopt niet. Het gebeurt wel eens, maar dat is heel erg uitzonderlijk.’
Onder uw voorganger Peter Rietvelt had Michael Page een niet-aanvalsverdrag gesloten met directeur Jaap Kooijman van concurrent YER. Toen u aantrad, verviel voor Kooijman dat verdrag. Heeft u al een nieuwe overeenkomst met hem gesloten?
‘Nee. Deze markt zou een open markt moeten zijn. Als iemand in een open arbeidsmarkt niet wil werken bij Michael Page, dan is het beter voor hem of haar om ergens anders te gaan werken. Daarom ben ik een tegenstander van een niet-aanvalsverdrag in deze industrie. Want als wij zelf ons geld verdienen met de werving en selectie van kandidaten in een open markt, dan zou het toch bijzonder curieus zijn als ik mijn eigen wervingspotentie zou beperken met zo’n overeenkomst? Nee, ook al zouden we het hebben gedaan in het verleden, dan doen we nu en in de toekomst niet meer.’
Bent u een dergelijk verdrag in uw loopbaan in België, Frankrijk of Italië ooit tegengekomen?
‘Nee. Het is de eerste keer dat ik van een dergelijke afspraak heb gehoord.’
Heeft u een afschrift van de afspraak in uw kantoor aangetroffen?
‘Nee. Het staat niet op papier. Mogelijk hebben beide heren een lunch gehad en de afspraak mondeling gemaakt.’
Hoe komt het dat de Europese en Amerikaanse regio’s van Michael Page door uitsluitend Franse managers worden aangevoerd?
‘Michael Page is van oorsprong een Brits bedrijf. De eerste continentale markt die het bedrijf betrad, was Frankrijk, in 1986. Een jaar later volgde Michael Page Nederland. En omdat het binnen Michael Page de gewoonte is om het eigen management intern te werven, zijn onder de geschikte directeuren met de hoogste anciënniteit relatief veel Fransen te vinden. Het is een feit dat er veel Fransen binnen Michael Page werken. Maar van een coup van mijn landgenoten is geen sprake. Omdat onze vestigingen in Duitsland, Spanje, Italië van veel jonger datum zijn, zijn er nog te weinig geschikte managers uit die landen beschikbaar.’
Toch zijn met Peter Rietvelt meerdere Nederlandse managers met ervaring vertrokken bij het bedrijf. Waarom?
‘Over Rietvelts vertrek is van beide kanten een besluit genomen. Maar ik zou daar niet op kunnen reageren. Ik ben niet degene met wie hij de afspraken gemaakt heeft. Ik was er niet bij toen hij vertrok. Ik weet alleen dat het een gesloten deal is.’
Met welke taak bent u aangetreden als directeur Nederland?
‘Mijn eerste focus was om de Nederlandse dochter te managen. Mogelijk komen daar in de toekomst nog wat verantwoordelijkheden bij. Maar mijn eerste taak was om in de Nederlandse markt een turnaround te bewerkstelligen. Dat betekent: marktaandeel winnen.’
Bedoelt u dat u een interim-manager bent?
‘Ik ben zeker geen interim-manager. Ik ben aangesteld als landendirecteur Nederland, sta op de lokale loonlijst en heb een contract voor onbepaalde tijd. Ik ben natuurlijk wel een soort expat: in de regel leiden expats een organisatie niet twintig jaar lang. In België was ik vierenhalf jaar werkzaam, in Italië drieënhalf jaar. En hier ben ik gevraagd om Nederland te managen, later mogelijk met een bredere verantwoordelijkheid. Ik kom dus niet om twee stekkers in te pluggen en weer te vertrekken.’
Wat heeft u tot nu toe gedaan?
‘We hebben de tijd genomen om weer tot groei te komen. Nu die groei er weer is, ben ik bezig een lokaal team te vormen. Ik heb Mischa Voogt-Koole benoemd tot directeur voor Noordelijk Nederland. Ik heb ook iemand aangesteld bij ons merk Page Personnel. Ik probeer mensen van binnenuit voor te bereiden op meer verantwoordelijkheden in het bedrijf. Als dat gedaan is, zal ik meer tijd hebben voor andere zaken.’
Nicolas Béchu is sinds mei dit jaar directeur van Michael Page Nederland en Page Personnel Nederland. Béchu begon zijn loopbaan bij Michael Page in 1996 als consultant in Parijs. Voor zijn aantreden bij Michael Page Nederland was hij landendirecteur in België en in Italië.