LinkedIn heeft in haar kwartaalrapport over het derde kwartaal van 2012 een kleine maar zeer signifcante zin toegevoegd aan de opsomming van risico’s die het bedrijf ziet. Het gaat daarbij om deze zin:
Additionally, we compete against smaller companies that focus on specific groups of professionals.
LinkedIn beschrijft hier het risico dat zij met professionele netwerken voor specifieke beroepsgroepen in concurrentie is om de aandacht en tijd van haar ‘members’. Het is daarmee voor het eerst dat LinkedIn de opkomst van dit soort nichesites als een risico erkent.
Een risico dat mogelijk het best kan worden omschreven als een dood door duizend sneden. Want waar LinkedIn de grote generieke reus is, lopen er steeds meer kleine, gespecialiseerde Davids rond. Klein en beweeglijk versus log en traag. En die snijden nauwelijks merkbaar maar onmiskenbaar gebruikers af van LinkedIn.
Het aantal professionele netwerken voor specifieke beroepsgroepen groeit onmiskenbaar; met meer of minder bekende namen zoals GitHub (developers), StackOverflow (developers), Dribble (ontwerpers), Behance (ontwerpers), QuantiaMD (medische beroepen), Doximity (medische beroepen), Academia.edu (wetenschappers), ResearchGate (wetenschappers), Claco (onderwijs), Edmodo (onderwijs) en MuckRack (journalisten). En er zijn ongetwijfeld meerdere voorbeelden voor deze en andere beroepsgroepen te geven.
Het lijkt slechts een kwestie van tijd tot meer en meer professies zich clusteren binnen een sociaal netwerk dat specifiek voor de eigen beroepsgroep is opgericht. Tenminste, als een dergelijk netwerk de nadelen van LinkedIn voorkomt en de voordelen van een peer-based netwerk weet te realiseren. Terwijl LinkedIn eerst en vooral personal branding is, vormt deze component voor gespecialiseerde professionele netwerken slechts de basis voor relevante en specifieke aanvullende diensten.
Dit soort kleine netwerken hebben niet de bedoeling om LinkedIn van de troon te stoten, zoals BranchOut en BeKnown dat stiekem wel hadden maar daarin hopeloos hebben gefaald. Maar een groot aantal kleinere netwerken kunnen er in gezamenlijkheid voor gaan zorgendat LinkedIn ernstig pijn wordt gedaan. Want hoewel aan de voordeur LinkedIn nog altijd groeit met maar liefst 2 aanmeldingen per seconde staat de achterdeur tegelijkertijd wagenwijd open voor, op dit moment, bepaalde beroepsgroepen die hetzij te weinig waarde aan LinkedIn ontlenen of teveel worden lastig gevallen door het Hunnenleger van razende recruiters die een steeds groter deel van het engagement op LinkedIn verzorgen. Maar dan een vorm van engagement die door heel wat LinkedIn ‘members’ als ongewenst wordt beschouwd. En mede daarom mogelijkerwijs een gespecialiseerd netwerk als een welkom alternatief begroeten.
LinkedIn is een generalistisch professioneel netwerk; zoals Xing of Viadeo. Maar door iets te zijn voor iedereen loop je het risico om voor ieder individu net te weinig te zijn. En met dat risico lijkt LinkedIn al enige tijd geconfronteerd te worden. Een risico wat overigens door LinkedIn nu keurig netjes in haar kwartaalrapport wordt vermeld. Hoewel het tegelijkertijd wel een naald in een hooiberg is om die toevoeging in het kwartaalrapport te vinden…
Dit nieuwe risico is daadwerkelijk een gevaar voor LinkedIn, dit in tegenstelling tot de nog altijd aanwezige en volstrekt lachwekkende constatering van LinkedIn dat BranchOut en haar mede-kloontjes een risico zouden vormen.
Peter van den Berg
says:Ik vraag me af hoe groot dit risico is. Een branche-specifiek netwerk lijkt me eerder aanvullend op LinkedIn, dan dat het een vervanging zou zijn. Het zou interessant zijn om eens na te gaan hoeveel van de mensen die op een branche-specifiek netwerk actief zijn, besloten hebben om zich niet meer op LinkedIn te begeven. Zijn daar gegevens van bekend?
Marc Drees
says:Voor developers is dit risico in ieder geval groot. Iedere beroepsgroep waarvoor een krapte op de arbeidsmarkt ontstaat en waarvan de leden van die beroepsgroep overwegend op LinkedIn zijn te vinden, zal hetzelfde risico lopen. Dat risico wordt aanzienlijk groter indien er voor een dergelijke beroepsgroep een specifiek netwerk beschikbaar is. Developers kunnen weliswaar nog steeds een LinkedIn profiel hebben maar daar helemaal niets meer mee doen. Aanvullend gebruik van een tweede professionele netwerk lijkt me daarbij een onwaarschijnlijke; de hoeveelheid tijd die gemoeid is met het bijhouden van een profiel op meer dan netwerk is eenvoudigweg teveel moeite.