Het is al even geleden dat ik op deze plaats heb gemopperd op LinkedIn. Er viel niet zoveel te melden blijkbaar, geen rare nieuwe producten, geen flauwekul. Enige tijd geleden downloadde ik echter een e-book van hen – ik heb geen idee meer waarover – en als gevolg daarvan werd mijn mailbox afgelopen week onverwacht verblijd met een bericht in de vorm van het type e-mailmarketing dat LinkedIn de eigen klanten vooral afraadt. Het maakt namelijk vier van de zes fouten waarvan LinkedIn aangeeft dat het evenzoveel redenen zijn om dergelijke mails subiet in de prullenbak te deponeren (om precies te zijn: mistakes 1, 2, 3 en 6). Ook ik drukte vrijwel direct op ‘delete’ en de enige reden dat de mail de prullenbak weer uit mocht, is dit verhaal.
Het bericht is afkomstig van Rabi van het kantoor in Dublin en begint als volgt: “Bedankt voor het downloaden van onze e-book. Naar aanleiding hiervan heb ik interesse opgemerkt in het gebruik van Linkedin voor werving en selectie”. Nu ken ik Rabi niet en Rabi kent mij blijkbaar ook niet, maar ik heb niet de indruk dat hij dat graag zou willen. Want behalve de onpersoonlijke formuleringen, het niet refereren aan het gedownloade boek (Boek? Boek? Welk boek?) en de algehele verdenking van een automatisch vertaalde tekst, had één blik op mijn profiel hem namelijk het volgende kunnen leren: ik weet veel van arbeidsmarktcommunicatie, maar de dagelijkse praktijk van werving en selectie is niet mijn ding en met LinkedIn doe ik in dat opzicht al helemaal niks. Geen premium-account, geen abonnement op Recruiter en praktisch zero activiteit. Desalniettemin gaat de mail onverdroten verder: “Binnen Linkedin adviseer ik bedrijven die aan betere kandidaten willen komen, de time-to-hire willen verkorten en kosten willen verlagen” en eindigt hoopvol met: “Wanneer kunnen we het beste afspreken om even kennis te maken?”. Tja Rabi, je bent van harte welkom aan mijn keukentafel voor een kop koffie, maar om daarvoor nou helemaal uit Dublin te komen… In zijn eigen LinkedIn-profiel zegt hij: “I aim to clearly understanding the sales, recruitment and branding needs of my clients”. Clearly, los van de taalfouten aan Nederlandse én Engelse zijde, noblesse oblige en hier is iets misgegaan.
Brandende kwestie
In een volgende confrontatie, een paar dagen later, ging het wél over mijn vakgebied. Tenminste, min of meer. Op het ‘LinkedIn Talent Blog’ zag ik een quiz, een aantal vragen rondom de brandende kwestie ‘Hoeveel weet je écht van talent brand?’ Nu is die vraag voor mij eenvoudig te beantwoorden: niets. Ik weet alles – nou ja, veel – van employer branding (hier heet dat treehugging), maar met het begrip ‘talent brand’ kan ik niet uit de voeten, zelfs niet als de definitie er behulpzaam bijgeleverd wordt: “Talent brand” (…) evolves the definition of employer branding to incorporate what talent thinks, feels, and shares about your company as a place to work.” In mijn ogen een gevalletje ‘moeilijk doen om het moeilijk doen’, want er is niets mis met het begrip ‘employer brand’. Hooguit met de manier waarop er mee wordt omgegaan, maar een bedrijf dat het werkgeversmerk uitdraagt zónder zich daarbij af te vragen aan welke informatie hun doelgroep behoefte heeft, zónder in de gaten te houden wat er allemaal over hen gezegd wordt, zónder de eigen medewerkers een rol te geven en zónder op de één of andere manier een verstandhouding aan te gaan met kansrijke types, kan het tegenwoordig wel schudden. De meerwaarde van een nieuw woord, zelfs al blaas je het op tot “a necessary evolutions” (sic), ontgaat mij. We bedenken immers ook geen nieuw woord voor ‘auto’, alleen maar omdat de auto’s van 2015 ‘evolved’ zijn en niet meer vergeleken kunnen worden met die van 1980 of zelfs van 2000. En dat is allemaal los van het stupide gepush van het woord ‘talent’, wat een nietszeggende term is en dientengevolge al jaren in mijn allergiegebied zit.
Natuurlijk heb ik de quiz wel gemaakt. En hoewel er een heuse instinker in zat (“Companies investing in their talent brands see no measurable impact on cost-per-hire” – waar of niet waar) en er een beetje veel wordt gevraagd naar percentages uit onderzoeken van LinkedIn zelf (wij van WC Eend vragen vooral naar WC Eend), viel mijn score van 6 uit 7 me niet tegen. Dat ik daarmee belandde in de categorie ‘Talent Brand Enthusiasts’ heb ik – met enige moeite – niet als een belediging opgevat.
Soms vraag ik me af waar LinkedIn mee bezig is.
Chris Stapper
says:Hallo Annemarie,
Erg leuk geschreven, heb je blog met plezier gelezen!
Het gaat LinkedIn erg goed – en het is ze gegund. Soms vraag ik me wel af of ze in hun marketing niet te voortvarend zijn en daardoor teveel focussen op de korte termijn of hun semi-monopoliepositie als zakelijk netwerk.
Eduard
says:Beetje jammer