Ons bedrijf bouwt online maatwerk oplossingen voor de arbeidsmarkt. Altijd start je vanuit de behoefte inventarisatie bij de opdrachtgever. Recentelijk hebben we een mooi project aangenomen met als doel een technische detacheerder te helpen met het verdubbelen van zijn online instroom.
De detacheerder had reeds goede ervaringen met een bepaald reclamebureau. Dus detacheerder, reclamebureau en wij (als bouwer) om tafel. Iedereen presenteert zijn of haar eigen propositie (wie ben je, wat doen je, welke kant wil je op met deze opdrachtgever). Vanuit dezelfde klantmissie campagne gestart. Het reclamebureau is “in charge” of het creatief concept, wij als bouwer zijn “in charge” of een goed doordachte website inclusief instroom en doorstoomproces.
Enkele weken na kick-of zitten we samen en krijg ik het creatief concept onder ogen, samengevat in twee woorden: Uber goed. To the point, sterk, onderscheidend en passend bij de klant (lekker schurend tegen de rand van de comfortzone van de klant) maar het past!
Waarom komt het reclamebureau met zo’n gaaf creatief concept? Simpel, ze zitten niet gevangen in de dagelijkse bezigheden van de arbeidsmarkt. Totaal niet beperkt door de “wij ook” gedachte.
Vorig jaar zat ik bij een AFAS bijeenkomst in Leusden. Vloeiende presentatie over hoe AFAS naar ontwikkeling en groei kijkt. Ze vertelde dat ze nooit kijken naar andere software bedrijven om te benchmarken, nee als ze focussen op service, doen ze dat door naar het Amstel Hotel te kijken, of van de service en vriendelijkheid van KLM te leren.
Dat verhaal van AFAS nog vers in het hoofd en net geleerd hoe een branchevreemd reclamebureau naar onze markt kan kijken maar direct besloten: Ik ga lekker vreemd met andere branches en ga kijken hoe ik het beste van die andere werelden kan toepassen in de onze!
- Wat kunnen we leren van horecabedrijven?
- Wat kunnen we leren van productiebedrijven?
- Wat kunnen we leren van kunstenaars?
Als ik wat gevonden heb meld ik me!