Iedereen zegt het. Je moet van je passie je werk maken. Het idee is dat je dan elke dag gemotiveerd aan de slag gaat. Jouw werkgever en jij plukken daar de vruchten van. Maar niet heus. Er zijn twee essentiële redenen om niet je passie te volgen.
1. You are not alone, princess
Voel jij je enorm aangetrokken tot een toekomst als kippenslachter, rioolwerker of lijkschouwer? Dan heb ik niets gezegd. Doe dan vooral je ding. Heb je daarentegen een normale passie? Wil je acteur worden? Bondscoach? Realiseer je dan dat je niet alleen bent. Je zult meer motivatie aan de dag moeten leggen dan de rest. En, spoiler alert, die motivatie komt niet vanzelf.
Halverwege je carrière beginnen met het najagen van je droombaan? Dat is een dubbel slecht plan. Ook als je een Yoga studio begint ben je namelijk niet de enige. Integendeel. Je buurman heeft er al tien jaar ervaring mee en ziet jouw concurrentie met vertrouwen tegemoet.
2. You have a soul, princess
Weet je nog dat je niet zonder je fopspeen kon? Weet je nog dat je geobsedeerd was door paarden? Weet je nog dat je de wereld wilde redden? Passies zijn niet eeuwigdurend. Ze komen en gaan. Je bent namelijk een mens van vlees en bloed. Je ontwikkelt je. Je leert nieuwe dingen kennen. De rest van je leven aan een fopspeen blijven zuigen is schadelijk voor je ontwikkeling en levert weinig geld op.
Ja, maar…
Maakt het dan helemaal niets uit wat voor werk ik ga doen? Jawel. Sommige mensen werken graag samen met andere mensen. Anderen werken liever alleen. Het is zinvol om na te gaan welk werk bij je past. Maar echte passie ontwikkel je pas als je ergens goed in wordt. Niet andersom.