Voor maart is de werkloosheid uitgekomen op 3,2%, een daling van 0,1% ten opzichte van de vorige maand (maart 2022) en een daling van 1,4% ten opzichte van een jaar geleden (april 2021).
En daarmee tikken we wederom een nieuw record aan, wat tegelijkertijd weinig goeds veronderstelt voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Krapte viert hoogtij en werkgevers zijn ten einde raad. Dienstverlening komt ernstig in de knel zoals de enorm lange wachtrijen op Schiphol wel laten zien. Een geboortegolf zit er niet aan te komen en de influx van werkkrachten uit andere delen van de wereld kan slechts met veel beleid worden ondernomen. Dus wat te doen?
Overall werkloosheid
Zo ziet de werkloosheidsontwikkeling voor de Nederlandse beroepsbevolking (15 – 75 jaar) er uit:
Gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – april 2022. Bron: CBS, nieuwe definitie
Voor de overall werkloosheid zitten we nu op een werkloosheidsniveau dat tijdens deze eeuw nog niet eerder is vertoond. Vóór de financiële crisis was het al hosanna, maar nu zitten we op een onwaarschijnlijk lage 3,2%. Maar dat vertelde ik vorige week ook al. En de trendlijn wijst nog altijd sterk naar beneden, wat laat veronderstellen dat we de volgende maand wederom een lager werkloosheidscijfer gaan krijgen.
Overigens is het niet zo dat voor de verschillende leeftijdsgroepen de werkloosheid zich op een gelijke wijze heeft ontwikkeld. Daarom is het wel aardig om eens te kijken naar de onderliggende ontwikkelingen.
Werkloosheid 15 – 25 jarigen
Voor de jongste leeftijdsgroep ziet de werkloosheidsontwikkeling er als volgt uit:
Gecorrigeerde werkloosheid, 15 – 25 jaar, januari 2003 – april 2022. Bron: CBS, nieuwe definitie
Ten opzichte van maart 2022 is de jeugdwerkloosheid in april met 0,2% gedaald naar een all-time low (voor deze eeuw) van 6,9%. En ook hier lijkt er ruimte voor een verdere daling als we naar de richting en de hellingshoek van de trendlijn kijken
Ten opzichte van 1 jaar geleden is de werkloosheid een enorme hap minder, In april 2021 stond de teller stil op 10,3%. Inderdaad, we staan nu ruim 3% lager! Met het jongste segment van de beroepsbevolking gaat het op dit moment crescendo en er is geen indicatie dat hier snel verandering in gaat komen.
Werkloosheid 25 – 45 jarigen
Voor de middelste leeftijdsgroep ziet de werkloosheidsontwikkeling er als volgt uit:
Gecorrigeerde werkloosheid, 25 – 45 jaar, januari 2003 – april 2022. Bron: CBS, nieuwe definitie
Hier worden wederom records gebroken! Sinds het begin van de meetperiode is de werkloosheid nog niet zo laag geweest; 2,5%! Een jaar geleden was het nog 3,3%, overigens ook al een zeer lage werkloosheid. En dan te bedenken dat we met zo’n lage werkloosheid collectief niet in staat zijn om al onze werkenden een fatsoenlijk salaris te betalen. Dan klopt er iets helemaal niet in de machtsverhouding tussen werkgever en werknemers. Waarbij ik er gemakshalve vanuit ga dat de werkgever wel goed in staat is om de eindjes aan elkaar te knopen.
Werkloosheid 45 – 75 jarigen
Voor de oudste leeftijdsgroep ziet de werkloosheidsontwikkeling er als volgt uit:
Gecorrigeerde werkloosheid, 45 – 75 jaar, januari 2003 – april 2022. Bron: CBS, nieuwe definitie
En nu komen we bij de kampioenen als het om een lage werkloosheid gaat; in maart staat de teller stil op 2,3%, en dat is 0.1% lager dan een maand geleden. En dat is 0,9% lager dan een jaar geleden. En ook de richting van de trendlijn ziet er zeer hoopvol uit. Zou het mogelijk zijn om de grenswaarde van 2% te doorbreken? We beginnen er nu wel angstig dichtbij te komen…
Hoe dan ook, ik ben er trots op een grijze duif te zijn!
Verandering van werkloosheid per leeftijdsgroep
In onderstaande grafiek heb ik de procentuele verandering van de werkloosheid ten opzichte van 2003 (=0%) per leeftijdsgroep weergegeven, op basis van de gecorrigeerde werkloosheid volgens de laatste CBS definitie:
Verandering van de werkloosheid per leeftijdsgroep (2003 = 0), januari 2003 – april 2022, o.b.v. gecorrigeerde werkloosheid volgens een nieuwe definitie (CBS)
Er is een behoorlijke eensgezindheid tussen de trendlijnen van de 3 leeftijdsgroepen, waarbij er tegelijkertijd (voor een groot deel van de grafiek) er een klein faseverschil is tussen de drie leeftijdsgroepen. De trendlijn van de 15 – 25-jarigen begint meestal iets eerder met een stijging dan de andere twee, en hetzelfde geldt voor een daling.
Ook interessant, de %verandering van de trendlijn voor jongeren is minder sterk dan die van de andere leeftijdsgroepen; meestal bestaat het beeld dat juist de jongeren het hardst geraakt worden door een crisis terwijl dat in ieder geval in deze grafiek niet blijkt.
Als laatste, de grijze duiven doen het de laatste jaren extreem goed, en veel beter dan de andere twee leeftijdsgroepen. Een opvallende ontwikkeling waar ik in de komende maanden nog eens een keer wat dieper in zal duiken.
Tot volgende maand.