Werkloosheid stijgt in januari 2023 naar 3,6%

Nederlandse vlagVoor de eerste maand van het nieuwe jaar is de werkloosheid uitgekomen op 3,6%, een stijging van 0,1% ten opzichte van december 2022 en onveranderd ten opzichte van een jaar geleden (januari 2022).

Het is interessant om te zien dat de werkloosheid stijgt in een periode dat de economie weer licht groeit. Maar goed, er is nog voldoende onzekerheid (oorlog, energie, klimaat, onbetrouwbare overheid) om bedrijven en instellingen voorzichtig te laten zijn in hun aannamebeleid. Dar staat een extreme krapte in steeds meer sectoren tegenover, maar het geheel kantelt dus toch licht naar het negatieve. En wat droevig begin van het jaar, maar gelukkig hebben we nog 11 maanden om hier wat an te doen…

Overall werkloosheid
Zo ziet de werkloosheidsontwikkeling voor de Nederlandse beroepsbevolking (15 – 75 jaar) er uit in de laatste 20 jaar:

Gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – januari 2023. Bron: CBS, nieuwe definitie

Gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – januari 2023. Bron: CBS, nieuwe definitie


Een miniscule uptick aan het einde van de trendlijn laat de stijging van de werkloosheid in januari zien. Geen enkele reden tot paniek maar natuurlijk wel tot hoop dat deze stijging een kort leven beschoren is.

Overigens is het niet zo dat voor de verschillende leeftijdsgroepen de werkloosheid zich op een gelijke wijze heeft ontwikkeld. Daarom is het wel aardig om eens te kijken naar de onderliggende ontwikkelingen.


Werkloosheid 15 – 25 jarigen
Voor de jongste leeftijdsgroep ziet de werkloosheidsontwikkeling in de laatste 20 jaar er als volgt uit:


Gecorrigeerde werkloosheid, 15 – 25 jaar, januari 2003 – januari 2023. Bron: CBS, nieuwe definitie

Gecorrigeerde werkloosheid, 15 – 25 jaar, januari 2003 – januari 2023. Bron: CBS, nieuwe definitie


De stijging van de werkloosheid onder 15 – 25 jarigen (van 7,5% in december naar 7,8%) is stevig te noemen, een maand hiervoor daalde de werkloosheid nog van 7,8% naar 7,5%. Nog altijd blijft de jeugdwerkloosheid zeer laag in vergelijking met het

Verleden maand liet ik de onderstaande grafiek voor de eerste keer zien, met als opmerking dat we een fluwelen revolutie van het vrouwelijk deel van de jeugdige beroepsbevolking aanschouwden. Eén maand later is dat weer allemaal anders:

Gecorrigeerde werkloosheid naar geslacht, 15 – 25 jaar, januari 2003 – januari 2023. Bron: CBS, nieuwe definitie

Gecorrigeerde werkloosheid naar geslacht, 15 – 25 jaar, januari 2003 – januari 2023. Bron: CBS, nieuwe definitie


Op de wat langere termijn hebben jongere vrouwen de relatief hogere werkloosheid weliswaar grotendeels teniet gedaan, in de afgelopen maanden blijkt de werkloosheid toch weer gestegen te zijn. Of dit een korte termijn piek is kunnen we pas over een paar maanden beoordelen. Feit blijft dat de werkloosheid onder het jongere vrouwelijke deel (in de periode van januari 2003 tot heden) van de beroepsbevolking sterker is gedaald dan onder het jongere mannelijke deel.

Werkloosheid 25 – 45 jarigen
Voor de middelste leeftijdsgroep ziet de werkloosheidsontwikkeling er de laatste 20 jaar als volgt uit:

Gecorrigeerde werkloosheid, 25 – 45 jaar, januari 2003 – januari 2023. Bron: CBS, nieuwe definitie
Gecorrigeerde werkloosheid, 25 – 45 jaar, januari 2003 – januari 2023. Bron: CBS, nieuwe definitie


Het blijft natuurlijk een opmerkelijk beeld, met op dit moment een werkloosheid van slechts 3,0%. En dat is weliswaar 0,2% lager dan in december 2022 en identiek aan december 2022. Van recessie is geen spoor te bekennen en dat wordt ook bevestigd door het CBS. Groei in plaats van krimp en een vrijwel volledig werkzame beroepsbevolking.  What could possibly go wrong?

Werkloosheid 45 – 75 jarigen
Voor de oudste leeftijdsgroep ziet de werkloosheidsontwikkeling er de laatste 20 jaar als volgt uit:

Gecorrigeerde werkloosheid, 45 – 75 jaar, januari 2003 – januari 2023. Bron: CBS, nieuwe definitie

Gecorrigeerde werkloosheid, 45 – 75 jaar, januari 2003 – januari 2023. Bron: CBS, nieuwe definitie


Ook bij de grijze duiven is er sprake van een beperkte daling van de werkloosheid. Van 2,5% in december naar 2,4% in januari 2023. Waarmee de oudjes wederom de prijs van laagste werkloosheid in maand wegslepen. Hier is de extreem lage werkloosheid het meest zichtbaar van alle leeftijdsgroepen in de beroepsbevolking.

Machtig mooie grafiek ook, met één onafgrebroken zwarte piste tot aan december, met slechts een klein hupje als gevolg van COVID. Ik ben trots dat ik me tot de oudere beroepsbevolking mag rekenen, zelfs als ik mezelf ondertussen een beetje als pensionado mag rekenen.

Verandering van werkloosheid per leeftijdsgroep
In onderstaande grafiek heb ik de procentuele verandering van de werkloosheid ten opzichte van 2003 (=0%) per leeftijdsgroep weergegeven, op basis van de gecorrigeerde werkloosheid volgens de laatste CBS definitie:

Verandering van de werkloosheid per leeftijdsgroep (2003 = 0), januari 2003 – januari 2023, o.b.v. gecorrigeerde werkloosheid volgens een nieuwe definitie (CBS)

Verandering van de werkloosheid per leeftijdsgroep (2003 = 0), januari 2003 – januari 2023, o.b.v. gecorrigeerde werkloosheid volgens een nieuwe definitie (CBS)


Er is een behoorlijke eensgezindheid tussen de trendlijnen van de 3 leeftijdsgroepen, waarbij er tegelijkertijd (voor een groot deel van de grafiek) er een klein faseverschil is. De trendlijn van de 15 – 25-jarigen begint meestal iets eerder met een stijging dan de andere twee, en hetzelfde geldt voor een daling. Geen opzienbarende ontwikkeling (jongeren vertrekken in het algemeen als eerst tijdens een verslechtering van de arbeidsmarkt, maar worden als eerste weer aangenomen als de situatie verbetert) maar het wordt ook duidelijk weergegeven in de trendlijnen.

Ook interessant, de %verandering van de trendlijn voor jongeren is veel minder sterk dan die bij de andere leeftijdsgroepen; meestal bestaat het beeld dat juist de jongeren het hardst geraakt worden door een crisis terwijl dat in ieder geval in deze grafiek niet blijkt+ eerder het tegenovergestelde.

Zo mogelijk nog opvallender; de grijze duiven doen het de laatste jaren extreem goed, en duidelijk beter dan de andere twee leeftijdsgroepen. Een bijzondere ontwikkeling waar ik in de komende maanden nog eens een keer wat dieper in zal duiken. Er is een hypothetische verklaring op basis van de arbeidsparticipatie.

  • De netto arbeidsparticipatie van de grijze duiven is op dit moment 62% en heeft de laatste twintig jaar een min of meer continue groei laten zien, vn 48% in 2003 tot 62% nu. In theorie zit hier dus nog zeer veel ruimte, maar het kan zijn dat de deelnemers van deze groep daar andere gedachten over hebben, zeker als ze tot het oudere deel behoren.
    Maar als de trend maatgevend is dan is er nog een behoorlijkre groei te verwachten. En is er misschien nog extra lucht bij werkende ouderen in part-time?

  • De netto arbeidsparticipatie van de middengroep staat op 88% en is al jaren zeer hoog.
    Hier valt weinig te halen, met uitzondering van part-timers die misschien bereid gevonden kunnen worden om meer uren per week te gaan werken. Wonderen zijn hier volgens mij niet van te verwachten.
  • De netto arbeidsparticipatie van de jongeren is 76% en is in 10 jaar 10 met zo´n 8% gegroeid. Maar zit er naar de toekomst toe nog groei in? En hoe zit het met deeltijdwerk onder de huidige werkende jongeren?

Een simpele verklaring is dus dat er meer te halen valt bij de oudjes. Maar zoals ik zei, dit vraagt om meer onderzoek. Dus dat moet ik maar eens gaan doen

Tot volgende maand.

Geef een reactie