Gisteren bracht de onlangs als bestuursvoorzitter aangetreden Martin Delwel van detacheerder DPA zijn eerste persbericht uit. Het bedrijf dat al in de eerste helft van 2008 begon met het stopzetten van tijdelijke contracten en het terugdringen van extern ingehuurde professionals, is daarna langdurig aan het saneren geslagen. Van de 521 gedetacheerden met een vast contract waren er begin dit jaar nog maar 324 over – een krimp van 38%.
En nu mogen er nog 38 bankzitters vertrekken. Met als verschil dat deze saneringsklus op het bordje van Delwel ligt, nu zijn voorganger Roland van der Hoek is vertrokken bij DPA. En dat is opmerkelijk, want, zo meldt het persbericht, de reorganisatie is ‘een concrete uitwerking van het in november 2009 ingezette bezuinigingsplan.’
Voor dat bezuinigingsplan (waarvan bij de uitvoering commissaris Ellard Blaauboer nog een handje hielp) zijn de kosten (à EUR 1,2 miljoen) al geboekt. Maar als de kosten al geboekt zijn en het plan al in november is aangekondigd, waarom wordt het dan pas een halfjaar later uitgevoerd?