Howard Rheingold schrijft in zijn boek Smart mobs over teens en tweens die elkaar ‘goede morgen’, ‘welterusten’, ‘ik verveel me’ en andere nietzeggende SMSjes stuurden. In Tokyo, in het jaar 2000… Via SMSjes hielden ze elkaar op de hoogte van hun gedachten, activiteiten en maakten ze afspraken. Vanuit dit perspectief bezien is het verwonderlijk dat het zo lang heeft geduurd voordat een toepassing als Twitter het daglicht zag.
Desondanks snap ik niet waarom dit soort toepassingen zo’n enorme groei doormaken. Ik heb het zelf geprobeerd (Twitter althans), allerhande blogs gelezen die de lof steken over deze tools en mensen gesproken die zeer enthousiaste gebruikers zijn. Maar ik vat het niet. Twitter is voor mij als The Matrix; gebruikers die in een virtuele werkelijkheid hun leven ‘tweeten’. Met elkaar verbonden door een continue stroom (nietzeggende) tweets van vrienden en kennissen.
Met mijn huidige communicatie tools (e-mail, telefoon/SMS, Skype/IM en RSS reader) heb ik een niveau van ‘continuous partial attention’ ontwikkeld waar m.i. niets meer bij kan. Er moet tenslotte ook nog gewerkt worden, en ik laat deze tools mijn aandacht al veel te vaak onderbreken. Wat niet goed kan zijn voor de produktiviteit en de kwaliteit van mijn echte werk.
En dan zou ik ook nog voordeel hebben van Twitter, waar al die tweets van vrienden mij een ‘awareness’ van hun bewegingen geeft, waardoor ik (nog) beter in staat zou zijn met hen te communiceren? Ik zie het echt niet.
Navraag bij mijn dochters leerde mij dat zij nooit het soort berichtjes SMSen waar Rheingold over schreef. En zij zeggen niet te snappen waarom Twitter zo’n succes is, toen ik ze probeerde uit te leggen wat ‘het’ is. Maar dat kan komen door mijn gebrek aan enthousiasme voor dit ‘fenomeen’.
Ik heb daarom mijn oudste dochter gevraagd eens met haar vrienden Twitter te gaan gebruiken. Binnenkort dus hopelijk een verslag van een generatie die het wel zou moeten zien. Waarna ik langzaam maar zeker kan wennen aan mijn nieuwe status als digibeet.
1 Comment