In de ranglijst van meest populaire werkgevers staan al jaren dezelfde multinationals (KLM, Philips, Heineken, Unilever en Shell, in wisselende formatie) bovenaan. Maar starters baseren hun keuze op meer dan alleen status en de hoogte van het salaris.
De eerste baan moet vooral afwisselend en uitdagend zijn. Professionele begeleiding en variatie in de werkzaamheden zijn must-haves. En starters willen creatief en innovatief bezig kunnen zijn. Daarnaast, daar heb je ‘m weer, is een goede balans tussen privé en werk één van de belangrijkste eisen. Om het rijtje af te maken: ook eigen verantwoordelijkheden en vrijheid staan op het lijstje. Amen.
Waarom zo groot?
Terug naar de intro. Net afgestudeerden werken het liefst bij die multinationals. Raar, want je zou denken dat hun eisenpakket in zo’n gigantische machine niet gehoord wordt. Het kleinbedrijf heeft daarom mijn voorkeur. Ook vanwege de flexibele werktijden en collega’s die je echt kent.
Jongeren hebben tijdens hun studie al vaak een bepaald bedrijf voor ogen waar zij willen gaan werken. De vraag naar hoogopgeleid talent is groot, dus grote kans dat ze, vaak al tijdens hun studie, worden aangenomen is groot. Lokkertjes als trainneeships en stages doen het goed. Maar niet ieder bedrijf kan zich dat veroorloven.
Waarom klein?
Door bij kleine bedrijven te werken ontwikkel je ondernemerschap. Je wordt betrokken bij alle facetten van het bedrijf. Als je goed bent wordt dat eerder opgemerkt. Maar het moet wel bij je karakter passen. En bij je doelen op de korte, middellange en lange termijn. Je persoonsprofiel en het bedrijfsprofiel moeten op elkaar aansluiten. Dat is belangrijker dan bij een grote multinational, want bij een klein bedrijf heb je met een kleine groep mensen te maken. Als je niet dezelfde doelen hebt, ontstaat er wrijving.
Onder het kopje ‘nerds’
Kleinschaligere ondernemingen worden populairder onder werkzoekenden. Zo blijkt uit een onderzoek van StepStone. In totaal telt het Nederlandse midden- en kleinbedrijf ongeveer 786 duizend bedrijven. In 2006 werkten er 4,2 miljoen mensen bij die ondernemingen met maximaal 250 personen. Bij de grotere concerns en multinationals werkten datzelfde jaar 3,5 miljoen werknemers.
Mathijs Duisdecker
says:Ik ben net even gaan zoeken op internet en daar kwam ik de volgende test tegen: https://www.intermediair.nl/html/2/Tests/multinational/index.html
Natuurlijk heb ik die even gemaakt, wie kan er nou zo’n test weerstaan. Daar kwam het volgende dubbelzinnige antwoord uit:
Het lijkt erop dat je je zowel in een grote als kleine onderneming op je gemak voelt. Aan de ene kant trekken de loopbaanmogelijkheden en internationale kansen die een multinational je kan bieden, aan de andere kant zou je misschien het liefst in een organisatie willen werken waar iedereen elkaar kent. Probeer voor jezelf de belangrijkste onderwerpen op te schrijven die je in deze test bent tegengekomen en bepaal welke voor jou het zwaarste wegen. Als bijvoorbeeld blijkt dat je het heel belangrijk vind om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de koers die de onderneming vaart en jouw invloed op het reilen en zeilen van de organisatie duidelijk merkbaar is, is het wellicht raadzaam om je te orienteren op wat kleinere ondernemingen. Als je het aan de andere kant veel belangrijker vindt om buitenlandervaring op te doen en het liefst een managementtrainee programma doorloopt, doe je er beter aan te kiezen voor een multinational. De keuze is aan jou.
Vooral dat laatste zinnetje doet het em 😉
Bas van de Haterd
says:@Mathijs: I know. Het is overigens mijn observatie die vaak wel ontkent wordt. En er zijn natuurlijk uitzonderingen genoeg die het zouden ontkrachten. Echter merk ik wel dat die switch ooit maken lastig is. Ik sprak toevallig laatst een paar studenten aan de UvA of de VU (ben het even kwijt) die bezig waren met een leuk project hierop. Hier ligt volgens mij een schone taak voor scholen, die ze helaas laten liggen.
Mathijs Duisdecker
says:@ Bas
Volgens mij sla je de spijker op ze kop. Zulke informatie zou voor de (bijna) starters erg waardevol zijn alleen in alle gidsjes, krantjes, websites en tijdschriften die aandacht besteden aan dit onderwerp is nóóit zulke info te vinden!
Bas van de Haterd
says:@Mathijs: wat mij opvalt is dat de overstap van groot naar klein en omgekeerd heel lastig te maken is. Tenminste, ik zie het niet heel veel gebeuren. Van groot naar kleiner wel, maar niet naar echt klein. Doorgaans hebben mensen die eenmaal bij een groot bedrijf zijn begonnen vaak bepaalde verwachtingen die altijd mis lopen bij kleine bedrijven. Ik ken ook veel kleine bedrijven die per definitie niemand van een grote organisatie aannemen, eenvoudigweg omdat het ’toch niet klikt’. En omgekeerd ook, omdat je een brede functie hebt bij een klein bedrijf, snappen recruiters van een groot bedrijf zelden wat je gedaan hebt. Dat kan niet bij hun, want dat zijn 6 verschillende functies.
De keuze als starter heeft volgens mij veel meer impact dan studenten zich realiseren!
Floor Drees
says:Bedankt Mathijs, ik ben benieuwd naar je keuze!
Mathijs Duisdecker
says:Floor,
Het lijkt mij dat de keuze voor een groot of een klein bedrijf ook een overweging is tussen een functie waar je all-rounder bent en een functie waarin je meer specialiseert.
Zelf ben ik ook bezig met het maken van zo’n keuze. Een groot bedrijf zoals bv. KLM staat natuurlijk leuk op je CV en schept volgens mij bij een bedrijf ook een bepaalt vertrouwen, terwijl je bij een klein bedrijf vaak in een sollicitatiegesprek moet uitleggen wat het bedrijf doet en waar je mee bezig bent geweest.
Verder vond ik het weer leuk om je stuk te lezen 🙂
Bas van de Haterd
says:Nuance Floor. De kleine bedrijven zijn de laatste jaren al veel populairder. Alleen zullen die nooit in deze lijsten komen omdat ze klein zijn. Je hebt maar een paar grote multi nationals. Net zoals je maar een paar banken hebt waar je voor kan werken als je voor een bank wil werken (en dat worden er steeds minder). Dus die zullen altijd de ranglijst aanvoeren, simpelweg omdat er meer mensen van gehoord hebben. Stel dat 75% in het klein bedrijf zou willen werken (ik zeg even stel) en 25% bij een grootbedrijf.
En er zijn 100 grootbedrijven en 750.000 kleinbedrijven. Dan komen al die 100 grootbedrijven nog steeds bovenaan de ranglijst. Het wordt pas interessant als de onderzoeken naar populariteit ook de percentages gaan weergeven (en dan schrikken we denk ik, want dan ga je tot ver achter de komma voor verschillen).