Dankzij een artikel op ZeroHedge ben ik er eindelijk achter hoe de officiele werkloosheid in de VS hardnekkig op 10% kan blijven staan terwijl de uitzendbusiness als een krankzinnige groeit. Om de uitdrukking one man – one vote te parafraseren: one man – one job bestaat helemaal niet meer! Het is nu one man – multiple jobs geworden!
Waar vroeger een relatie tussen werkgelegenheid en uitzendvolume bestond is dat in de huidige tijd dus niet langer het geval. Een werkzoeker die meerdere part-time banen invult wordt tenslotte maar 1 keer geteld als zijnde werkend. En als deze situatie zich massaal genoeg voordoet is er dus sprake van een trendbreuk met historische cijfers.
De schijnbare tegenstrijdigheid van een sterk groeiend uitzendvolume met een onveranderde werkloosheid kan hiermee (deels) worden verklaard met het volgende gedachtenexperiment:
De beroepsbevolking in de VS groeit met ongeveer 90.000 per maand. Stel dat deze groei volledig instroomt via uitzendbanen dan heeft dat de volgende effecten:
- Het uitzendvolume groeit (sterk)
- De werkloosheid blijft gelijk
Et voila! Quad erat demonstrandum! Eureka! Etc…
Het probleem wat al maanden in mijn achterhoofd knaagde is hiermee verdwenen. Natuurlijk zal de werkelijkheid niet zo simpel zijn als hierboven geschetst, maar het netto effect zal wel in lijn zijn met deze theoretische situatie. En dat is een zeer zorgwekkende ontwikkeling. Want uitzendbanen betalen per definitie slechter dan een fulltime baan bij een werkgever. Oftewel, zelfs bij een gelijkblijvende werkloosheid wordt de gemiddelde Amerikaan armer! En als de gemiddelde Amerikaan armer is kan hij/zij minder geld uitgeven. En als de gemiddelde Amerikaan minder geld kan uitgeven, groeit de Amerikaanse economie niet.
Plaatjes zeggen meer dan 1.000 woorden
Ter illustratie enige grafieken. Allereerst de grafiek van de uitzendindex, zoals opgesteld door de American Staffing Association (ASA):
ASA: uitzendindex, 2008 – 2010
Fraai he? Ten tijde van het Lehman Brothers faillissement stort de index volledig in om vervolgens in de eerste helft van 2009 op een bijzonder laag niveau te bivakkeren. Na de zomer schiet de index omhoog om in 2010, na de Kerstdip, tot een niveau te groeien dat vergelijkbaar is met dat van de eerste helft van 2008. Dan zou je toch denken, de Amerikaanse economie is weer helemaal gezond?
Niet dus, want onderstaande grafiek met de ontwikkeling van de officiele werkloosheid volgens het Bureau of Labor Statistics (BLS) toont een onvergelijkbaar beeld:
BLS: offficiele werkloosheid VS, 2008 – 2010
Dus… Bij die fraaie ontwikkeling van de ASA in 2010 zou je dus een daling van de werkloosheid verwachten. Maar niets is minder waar. Nu is dus duidelijk waar dat door komt.
Overigens is de officiele werkloosheid van rond de 10% niet hoe de gemiddelde werkende Amerikaan dat ervaart. Die heeft dezelfde beleving als de gemiddelde, werkende Spanjaard. Waar, zoals bekend, de werkloosheid boven de 20% staat… De Amerikaanse regering telt namelijk niet iedereen mee in haar officiele werkloosheidscijfer. En dat is een nog veel grovere vertekening van de gezondheid van de Amerikaanse economie. Maar dat is een heel ander verhaal…
1 Comment