Ons nationale gokinstituut, het CPB, heeft het er maar druk mee. Want nauwelijks is de laatste, en volledig verkeerde, gok over de toekomstige werkloosheid de deur uit of de doorrrekening van de verkiezingsprogramma’s moet worden gedaan. En vandaag publiceert het CPB trots de resultaten van deze doorrekening. Aan de hand van het aantal pagina’s (456) kan er alleen maar respect voor het CPB worden opgebracht. De vraag is natuurlijk of er ook maar iets klopt van die doorrekening als het om de effecten van die programma’s op de werkloosheidsontwikkeling gaat.
Want feitelijk is het CPB dus gok op gok aan het stapelen. Allereerst is er de gok over de ontwikkeling van de werkloosheid in de komende vier jaar. Waarbij het CPB uitkomt op 6,25% (nationale definitie) in 2017. En dan is er de gok van de impact van de verkiezingsprogramma’s van de verschillende politieke partijen op die eventueel toekomstige werkloosheid van 6,25% in 2017. Drijfzand geeft nog meer stevigheid…
Het CPB is niet in staat gebleken om de werkloosheid in de afgelopen jaren met enige juistheid te voorspellen. En ook voor 2012 lijkt het CPB de traditie van notoir slechte voorspellingen voort te zetten zetten. Maar aangezien we niets anders hebben laten we dit instituut maar voortmodderen met nietszeggende vergezichten, zoals die van een werkloosheid van 6,25% in 2017. Het enige dat we met zekerheid weten is dat de echte werkloosheid hiervan substantieel zal afwijken,maar of dat naar boven of naar beneden zal zijn is nog een raadsel. Hoewel…
Het CPB heeft in haar doorrekening van de plannen van de politieke partijen ook de effecten van die plannen op de werkloosheid in 2017 berekend. En die berekening komt uit op de volgende werkloosheidscijfers voor de grote(re) politieke partijen:
Werkloosheid (volgens nationale definitie) in 2017 volgens verkiezingsprogramma’s grote(re) partijen. Bron: CPB
Met uitzondering van de PVV stijgt de werkloosheid bij alle politieke partijen dus sterker dan het CPB als baseline voor 2017 had berekend. De plannen van de meeste partijen zijn dus blijkbaar slecht tot zeer slecht voor de werkgelegenheid. Opvallend is hierbij dat van de grootste politieke partijen de PvdA, die zoveel misbaar maakt over de desastreuze gevolgen van het kabinet Rutte ten aanzien van de werkgelegenheid en met een misplaatst jeugdwerkloosheidsplan komt, een bijzonder slecht rapportcijfer van het CPB krijgt. Samen met D’66 zijn de plannen van de PvdA verantwoordelijk voor de grootste stijging van de werkloosheid volgens het CPB.
Aangezien geen van de partijen het zelfstandig voor het zeggen krijgt na de verkiezingen is bovenstaande grafiek eigenlijk niets meer dan beeldvulling. Dit wordt natuurlijk nog eens versterkt doordat de hoogte van kolommen het resultaat is van een gok in het kwadraat door het CPB.