Vrijdag werd bekend dat werving-, selectie en interimbureau Yoxa ermee stopt. Oprichter Nienke Platenburg richtte Yoxa in crisisjaar 2009 op om met een flat-feemodel – 5200 euro eenmalig voor een match – interimmers op opdracht te plaatsen. Yoxa moest ‘de markt wakker schudden’ door de concurrentie aan de kant te zetten. In drie jaar zou Platenburg 20 werknemers hebben, zo schatte ze in.
Het werden er niet meer dan 4, aldus het laatst gedeponeerde jaarverslag. Haar missie heeft dan ook gefaald, stelt Platenburg nu: ‘De markt heeft zich anders ontwikkeld dan ik had ingeschat.’
Is er dan geen ruimte voor andere prijsmodellen? Wij vroegen het Platenburg.
Q&A Nienke Platenburg, oprichter Yoxa
In het persbericht ‘beëindigt’ u Yoxa. Is er sprake van een faillissement?
‘Nee. De BV wordt geliquideerd met betaling van resterende crediteuren.’
Wat is er misgegaan?
‘Ik heb een verkeerde inschatting van de markt gemaakt. Drie jaar geleden dacht ik dat, na een aanloopperiode van een halfjaar waarin ik kosten zou maken, de crisis minder worden. Dat is niet gebeurd. Het is me niet gelukt om groter te groeien. En toen het groeiplan dat we in mei opgesteld hadden, na mijn vakantie weer niet uitkwam, nam ik dit besluit. Ik geloof niet meer dat werving het verschil maakt. Daarnaast deed ik dit werk al 17 jaar. Ik vind het ook fijn mijn terrein wat te verleggen.’
Is er geen markt meer voor werving?
‘De behoefte in de finance-sector is veranderd: klanten zijn niet op zoek naar kandidaten. Kandidaten kunnen ze zelf uitstekend vinden, via hun eigen netwerk, en via LinkedIn. De behoefte die nog resteert voor de bureaus is de selectiebehoefte: Is iemand de juiste man of vrouw? Met de werving red je het niet meer.’
Werkte uw eenmalige-betalingsmodel niet?
‘Alleen nog maar bij de bedrijven waar de inkoopafdeling geen rol speelt. Die kleinere banken en verzekeraars hebben het model wél omarmd. Die zagen dat je met een flat-fee de kosten kunt reduceren. Gek genoeg waren de hele grote banken en verzekeraars juist niet geïnteresseerd. Daar hadden we te maken met de inkopers die aan hun stramien vastzaten. Die wilden toch met marges en uurtarieven werken, zelfs als dat duurder was. Met als gevolg dat wij om maar bij de grotere bedrijven binnen te komen, toch met marge hebben gewerkt.’
Lukte het niet om preffered-supplier te worden bij grote bedrijven?
‘Dat maakte het ook moeilijk. Zodra je preferred-supplier wordt, moet je een vast uurtarief overleggen. De inkopers willen dat je een maximaal tarief noemt voor bijvoorbeeld de bemiddeling van een projectleider. En ik had nu eenmaal mijn fee. Dat vonden de grote banken en verzekeraars te moeilijk om mee om te gaan. Die kozen voor het gemak van een uurtarief. Zo dachten ze de bureaus onderling beter te kunnen vergelijken. Ze zeiden het tegen me: Het model is krachtig, maar we kunnen er niet aan meedoen.’
Waren de interimmers wel bereid die 5200 euro te lappen?
‘Het is inmiddels 5400 euro geworden. En ja, dat had voordelen: eenmaal afgerekend was het leed geschied. Slechts een enkele keer kreeg ik de vraag van een interimmer om het bedrag in twee of drie termijnen te betalen. Dat was nooit een probleem.’
Toen u een jaar bezig was, lanceerde uw aandeelhouder TVR het recruitmentmerk Whyz. Een concurrent, die wel groeide.
‘Ik ken de oprichters van Whyz – we komen uit hetzelfde bedrijf, Corinthe. En we zijn ook concurrenten geweest. Whyz bemiddelde de laatste jaren geen interimmers, hoewel zij ook merkten dat de scheiding tussen de werving van vaste werknemers en de bemiddeling van interimmers steeds minder scherp werd. Ook al gaat het om een vaste baan, dan blijkt het toch vaak een jaarcontract. Is dat recruitment? Of toch bemiddeling? Zij kregen die vraag ook. We waren concurrent voor vaste functies.’
U wordt nu zzp’er?
‘Bijna. Ik zet met zakenpartner Sandra Smits een adviespraktijk op voor het effectiviteitstrainingen en tests van teams en directies in de financiële dienstverlening. Daar is vooral in de pensioensector behoefte aan, nu de De Nederlandsche Bank wil dat de pensioenbesturen op deskundigheid en geschiktheid getoetst worden. Daarnaast doen we selectieassessments en ontwikkelassessments. Maar we zullen hiermee niet meer op groei in volume gericht zijn. We zijn niet van plan mensen aan te nemen. Samenwerken kan wel.’
Gaat u ook weer werven?
‘Het proces daaromheen verzorgen wij wel: denk aan het opstellen van een functieprofiel. Maar aan werving voor onze klanten doen we niet meer. Dat zou een belangenconflict kunnen opleveren.’
Albert Allmers
says:Erg jammer dat een integere organisatie, lees Nienke, stopt met haar activiteiten. Ik sluit mij volledig aan bij de visie van Nienke. Het gaat niet meer om de werving van professionals maar om de selectie. Steeds vaker geven opdrachtgevers aan dat online instrumenten als minder geschikt worden ervaren bij het selecteren van de juiste professional. Het is derhalve onbegrijpelijk dat opdrachtgevers in de huidige markt nog steeds zaken doen met recruitment organisaties die als doorschuifluik functioneren en binnen het werving en selectie proces wegkomen met het plaatsen van vacatures op instrumenten als LinkedIn. De kracht van recruitment in de huidige markt zit hem juist in het werken met professionals die in het eigen netwerk aanwezig zijn, waarbij de intermediair vanuit de kandidaat werkt en zich niet laat leiden door de vraagzijde van de markt; U vraagt wij draaien. Ik wens Nienke bijzonder veel succes toe met haar nieuwe activiteiten!