De feestdagen geven in het algemeen de nodige tijd om wat met spreadsheets te spelen, althans in mijn geval. Deze keer heb ik wat zitten klooien met de ontwikkeling (sinds 2001) van onze beroepsbevolking en de werkloosheid in relatie tot het opleidingsniveau. En daar kwamen weliswaar geen verrassende maar toch zeer inzichtgevende resultaten uit.
De resultaten heb ik weergegeven in grafieken waarbij ik per opleidingsniveau (laag, middelbaar en hoog) de ontwikkeling van het procentuele aandeel van dat opleidingsniveau binnen de totale beroepsbevolking en binnen de werkloze beroepsbevolking laat zien. Want dan begrijp je waarom je ouders vroeger altijd zo liepen te zeuren dat je een opleiding moest afmaken. En het liefst een zo hoog mogelijke opleiding.
Lagere opleiding
Allereerst de resultaten voor het deel van de beroepsbevolking met een lagere opleiding. Dit opleidingsniveau is als volgt omschreven door het CBS:
Lager onderwijs omvat het gehele basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo en mbo 1 (assistentenopleiding), en hun voorgangers.
En voor dit deel van de beroepsbevolking ziet de ontwikkeling er als volgt uit:
Aandeel lagere opleiding binnen beroepsbevolking (werkzaam + werkloos) en werkloze beroepsbevolking (voortschrijdend jaargemiddelde), Q1 2001 – Q3 2012. Bron: CBS
Voor dit deel van de beroepsbevolking geldt dat het aandeel in de totale beroepsbevolking structureel fors lager ligt dan het aandeel in de werkloze beroepsbevolking. Het aandeel van een lager opleidingsniveau binnen de beroepsbevolking is sinds 2001 duidelijk gedaald. En hoewel ook het aandeel in de werkloze beroepsbevolking is gedaald is deze laatste daling trager verlopen dan de daling van de totale beroepsbevolking. En dat betekent dus dat procentueel gezien een steeds groter deel van de lager opgeleiden werkloos raken.
Middelbare opleiding
Dit opleidingsniveau omvat volgens het CBS de volgende opleidingen:
Middelbaar onderwijs omvat de bovenbouw van havo/vwo, mbo 2 (basisberoepsopleiding), mbo 3 (vakopleiding) en mbo 4 (middenkader- en specialistenopleiding), en hun voorgangers.
En dat geeft het volgende resultaat:
Aandeel middelbare opleiding binnen beroepsbevolking (werkzaam + werkloos) en werkloze beroepsbevolking (voortschrijdend jaargemiddelde), Q1 2001 – Q3 2012. Bron: CBS
Hier hebben we dus een omgekeerd beeld in vergelijking met het deel van de beroepsbevolking met een lagere opleiding. Het aandeel in de beroepsbevolking is hoger dan het aandeel in de werkloze beroespbevolking. Maar waar dit verschil aan het begin van de tijdsperiode nog aanzienlijk was, is er heden nauwelijks nog een verschil waar te nemen. Waar de procentuele bijdrage van middelbare opleiding binnen de beroepsbevolking daalt, stijgt gelijktijdig de procentuele bijdrage aan de werkloosheid binnen dit segment. Een ongezonde ontwikkeling waardoor het risico bestaat dat in de nabije toekomst de twee lijnen elkaar gaan snijden en een situatie ontstaat die vergelijkbaar is met die bij het deel van de beroepsbevolking met een lagere opleiding.
Hogere opleiding
Dit opleidingsniveau omvat volgens het CBS de volgende opleidingen:
Hoger onderwijs omvat hbo- en universitaire opleidingen (of hieraan vergelijkbaar), en hun voorgangers.
Met het volgende resultaat:
Aandeel hogere opleiding binnen beroepsbevolking (werkzaam + werkloos) en werkloze beroepsbevolking (voortschrijdend jaargemiddelde), Q1 2001 – Q3 2012. Bron: CBS
Dit ziet er een heel stuk gezonder uit. Het aandeel van hogere opleidingen binnen de beroepsbevolking ligt aanzienlijk hoger dan het aandeel binnen de werkloze beroepsbevolking. Verder is er in de tijd een zeer duidelijke toename van het aandeel van hogere opleidingen binnen de beroepsbevolking waar te nemen. Tegelijkertijd groeit ook het aandeel binnen de werkloze beroepsbevolking maar in tegenstelling tot de ontwikkeling bij het deel van de beroepsbevolking met een middelbare opleiding is er hier sprake van duidelijk tragere groei. Waardoor het gat tussen het aandeel van hogere opleidingen binnen de beroepsbevolking en de werkloze beroepsbevolking steeds groter wordt. En dat is een bijzonder gunstige ontwikkeling.
Conclusie
Opleidingsniveau is een bijzonder belangrijke indicator voor de kans op werkloosheid; zoveel is wel duidelijk. Waarbij het belang van die indicator in de tijd alleen maar toeneemt. Waar het vrijwel vanzelfsprekend leek dat een lagere opleiding een relatief hoge kans op werkloosheid gaf, lijkt dit in toenemende geval ook van toepassing te zijn op middelbare opleidingen. Een zorgwekkende ontwikkeling, aangezien hiermee een steeds groter deel van onze beroepsbevolking een relatief hoge kans op werkloosheid loopt. Is dit een indicatie van een structureel hoger werkloosheidsniveau voor de (nabije) toekomst?
Andre Engels
says:Dat middelbare opleidingen relatief steeds ongunstiger scoren, is niet zo verwonderlijk. Er komen steeds meer hoger opgeleiden en steeds minder lager opgeleiden. En dat betekent dat een middelbare opleiding relatief lager wordt. In cijfers: In 2001 was 29% lager opgeleid, en 26% hoger. Dat betekent dat voor een ‘gemiddelde’ middelbaar opgeleide net iets meer dan de helft van de personen lager opgeleid was. In 2012 waren die percentages 23% en 34%, en was dus nog maar zo’n 45% lager opgeleid dan mijn hypothetische gemiddelde middelbaar opgeleide. Als die trent zich voortzet, is over een jaar of 20 de helft hoger opgeleid en bijna niemand lager opgeleid, en zal wat nu een ‘middelbare opleiding’ heet, wel een ‘lagere opleiding’ genoemd gaan worden. Met natuurlijk een buitenproportioneel aandeel in de werkeloosheidscijfers.
Marc Drees
says:Het feit dat het aandeel lager opgeleiden binnen de beroepsbevolking afneemt, wil niet zeggen dat een middelbare opleiding relatief lager wordt. Het is natuurlijk wel zo dat de opleidingseisen stijgen en dat werkgevers voor bepaalde functiegroepen die eisen kunnen opschroeven in een tijd met een relatief groot aanbod.
De werkloosheid onder middelbaar opgeleiden neemt vooral toe bij de categorie 55-plussers. Hier is de stijging zelfs groter dan bij lager opgeleiden. Het is ook de enige leeftijdscategorie waar de werkloosheid onder middelbaar opgeleiden harder stijgt dan de gemiddelde werkloosheid voor de betreffende leeftijdscategorie.
Andre Engels
says:Wat ik bedoel, is dat met de toename van het aantal hoger opgeleiden en de afname van het aantal lager opgeleiden, de middelbaar opgeleiden het in verhouding tot de totale arbeidsmarkt steeds slechter gaan doen, ook al verandert de feitelijke situatie voor mensen in dezelfde opleidingsgroep niet.
Een rekenvoorbeeld: Stel, de werkeloosheid is constant 4% onder hoger opgeleiden, 8% onder middelbaar opgeleiden en 15% onder lager opgeleiden. En we ronden de percentages een beetje af naar 2002: 30% laag, 45% middelbaar, 25% hoog, 2012: 20% laag, 45% middelbaar, 35% hoog. Dan zou het aandeel middelbaar opgeleiden onder de werklozen van 40% naar 45% stijgen.
Sandor
says:Wauw mooi inzicht; is er ook een correlatie te bedenken met de moeilijkheidsgraad van het werven van lager opgeleiden versus hoger opgeleiden?
Marc Drees
says:Ehhh…