Laatst voorspelde Zomergast Daan van Roosegaarde: ‘Delen is het nieuwe hebben’. Daarmee slaat de innovatieve kunstenaar-designer, wat mij betreft, de spijker op de kop van de ontwikkelingen in de recruitmentsector.
Het oude systeem crasht
Het businessmodel van veel werving- en selectiebureaus baseert zich namelijk nog steeds op een verzameling van vacatures en een database met cv’s als product. Als ondernemer betaal je het bureau voor het best passende cv in hun database en niet per se van de arbeidsmarkt. Je krijgt dus een beperkte toegevoegde waarde voor een full-service prijs. Best vreemd eigenlijk…
Social media takes over
We zitten nu juist in een tijdperk van transparante communicatie op de arbeidsmarkt. Razendsnelle ontwikkelingen in de ICT maken de invloed van internet en vooral de kracht van social media enorm. Zoek je werk? Dan grijp je naar LinkedIn. Heb je een vacature? Dan laat je dat zien op Twitter en je volgers zorgen voor de verspreiding. Het zijn nieuwe manieren van informatie delen waar de gevestigde generaties al gretig mee werken. Dat neemt met de instroom van de generaties Y en Z op de arbeidsmarkt alleen nog maar meer toe.
Online oplossing
Het uitgangspunt van dat nieuwe delen staat dus haaks op de werkwijze van het traditionele werving- en selectiebureau, die hun ‘eigen’ cv’s en vacatures als bezit blijft koesteren. Vroeg of laat haalt de digitale wereld – met zijn credo power to the people – dit oude systeem in. De aanjagers van het nieuwe systeem – ICT en internet – zijn wat mij betreft dé manier om kandidaten en banen te identificeren en te matchen. Zo reguleert de werving en de eerste selectie uiteindelijk zichzelf.
Terug naar de bron
En wat blijft er dan nog over voor de werkzoekende, werkgever en de intermediair? De zorg voor een goed cv en een goede vacature natuurlijk. Wie zich namelijk online steeds beter weet te profileren op de arbeidsmarkt vergroot daarmee de kans op een juiste match. We gaan dus terug naar de bron: werkzoekenden en werkgevers vinden elkáár weer. En de intermediair dan? Tja, regeren is vooruitzien 😉
Thomas Waldman
says:Data is geen cent waard. Data interpretatie daarentegen is goud waard. Het is dus niet de database die het grootkapitaal van het bureau is maar de relaties die daar uit voortvloeien.
Daarmee is er dus geen wezenlijk verschil tussen de tijd van de rolodex en de huidige. ALS er al verschil is dan is het verschil dat die rolodex handzamer en beheersbaarder was dan dat de stortvloed aan ongestructureerde data nu is. Het bureau wordt dus eerder noodzakelijker dan dat het met uitsterven bedreigd wordt.
Jaap Hardeman
says:En ik ben het weer met Anne eens. Het is alleen wachten op een online coördinerend ecosysteem van vraag en aanbod op de arbeidmarkt dat dat versnipperde landschap gaat verbinden of vervangen, waardoor er een veel grotere mate van transparantie gaat komen. Voor intermediairs liggen de kansen dan steeds minder bij hun ‘eigen database’ (want eigenaarschap bij de bron), maar steeds meer als begeleider bij dat toenemende delen. Als intermediair blijft er dan natuurlijk genoeg dienstverlening over om (inhoudelijke) meerwaarde te bieden aan de recruitmentbehoeften van organisaties. Want tijdgebrek of onvoldoende scope is tenslotte van alle tijden.
Anne Jans
says:Ik ben het Thomas eens. Het is veel te kort door de bocht om recruitment hiermee afschrijft, ook ken ik geen enkel bureau wat alleen cv’s doorstuurt. Niet in de specialistische sectoren in ieder geval.
Recruiters zijn straks nog altijd van meerwaarde en daar gaat het hier om. Een cv database hebben is geen meerwaarde, maar met een talentvolle kandidaat komen die zij niet recruiten door tijdgebrek of interne scope is de perfecte fit.
De vergrijzing zorgt ervoor dat in 2015 nog maar 20 reacties zijn. Maar met versnipperde landschap aan wervingssites, snelle social media en big data is de recruiter mét meerwaarde de juiste partner van elke organisatie in de komende decennia.
Wil je dus een succesvol w&s bureau zijn en blijven, sourc dus eerst naar eigen talent voor in je organisatie.
Thomas Waldman
says:Dit is net zoiets als zeggen dat het verkrijgen van een jachtvergunning zal leiden tot het uitsterven van de slager.
De stelling dat sociale media leidt tot grotere transparantie is een misvatting. Er is inmiddels zoveel ongestructureerde data beschikbaar en de “kleverigheid” van communicatie is is tot zo’n minimum teruggebracht dat je o juist zou kunnen spreken van het minst transparante internet ooit.
Kijk een keer een uur niet naar je twitter tijdlijn en je hebt honderden banen gemist. Vroeger wist je dat als iemands CV op Monster stond, diegene opzoek was naar een baan. Nu moet je al die >50.000.000 profielen op Linkedin bekijken en mailen in de wetenschap dat goed talent 20+ inmails per week krijgt.
Bureau’s zullen daarmee juist een hernieuwde vraag mee gaan maken. Klanten hebben geen tijd, kennis om door al die data heen te worstelen. Daarmee is de focus welliswaar iets meer komen te liggen op online/search dan op klassiek netwerken, de hulp is nog steeds nodig.
Jaap Hardeman
says:Onderschat het analytisch vermogen niet van internet Joost: als je als werkzoekende of -oriënterende weet wat je wilt en als werkgever weet wat je zoekt en dat online goed kan aangeven, dan zou je elkaar gewoon moeten kunnen vinden. Het concept van internet als netwerk is daar namelijk erg sterk in. En bij een sollicitatieprocedure waarop 200 reacties komen zijn, zou het op basis van die online profielen dan een (klein) kunst(je) moeten zijn om deze bijvoorbeeld te rangschikken op geschiktheid. Hierdoor wordt de manager dan weer ontlast omdat hij zich kan focussen. Daarmee bedoel ik niet dat Werving&Selectie volledig digitaal afgehandeld kan/moet worden, maar dat de eerste stap wel via internet kan worden uitgevoerd. Als er maar gedeeld gaat worden!
joost
says:ja tuurlijk , beetje maatwerk voor beide partijen kan ook geen kwaad.
en hoe ga je de passieve werknemer en werkgever van dienst zijn.
door al het online geweld zien beide partijen: door de bomen het bos niet meer.
oké je hebt een vacature maar wat doe je met 200 reacties.
de meeste managers hebben daar geen tijd voor.
in deze tijden zijn alle agenda`s vol.