Volgens het CBS is in augustus 2013 de voor het seizoen gecorrigeerde werkloosheid (in aantal personen) gedaald ten opzichte van juli:
De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid nam in augustus 2013 af en kwam uit op 683 duizend personen.
De werkloosheid is daarmee op 8,6% uitgekomen en daarmee kunnen we voor het eerst sinds mei 2012 een daling van de werkloosheid noteren! De daling van de werkloosheid lijkt overigens geheel op het conto van een dalende bruto arbeidsparticipatie te moeten worden geschreven. Maar laten we gewoon even net doen of dit goed nieuws is. Feestje!
Het langere termijnbeeld van zowel het niet-gecorrigeerde als het voor het seizoen gecorrigeerde werkloosheidscijfer ziet er als volgt uit:
Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – augustus 2013. Bron: CBS
Een knikje van meer dan 0,1% naar beneden, dat is een fraai gezicht in een grafiek die tot op heden binnen afzienbare tijd aan de 10% zou gaan kietelen. Maar nu lijkt het doorbreken van de 9%-grens zelfs even uitgesteld. Inderdaad, uitgesteld. Want 1 zwaluw maakt nog geen zomer, tenzij de bruto arbeidsparticipatie verder blijft dalen, want dan gaat de werkloosheid vanzelf verder omlaag. De VS is daar een fantastisch voorbeeld van.
Zo ziet de ontwikkeling van de werkloosheid er voor de verschillende leeftijdsgroepen van de beroepsbevolking op dit moment uit:
Aantal werklozen per leeftijdsgroep (seizoensgecorrigeerd), januari 2001 – augustus 2013. Bron: CBS
Het is duidelijk dat de daling van het aantal werklozen zich vooral, zo niet uitsluitend, bij jongeren heeft voorgedaan.
Om bovenstaande ontwikkeling in een nog scherper perspectief te plaatsen; hier de ontwikkeling van de procentuele verandering van de werkloosheid per leeftijdsgroep:
%verandering van de werkloosheid (voortschrijdend 12-maands gemiddelde), januari 2001 – augustus 2013. Bron: CBS, RecruitmentMatters
En het is meteen duidelijk dat de 45-plussers de enige leeftijdsgroep is waar de werkloosheid verreweg het hardst is gegroeid. De andere twee leeftijdsgroepen laten een min of meer vergelijkbare en duidelijk lagere toename zien.
Voor de dataliefhebbers, hieronder ook nog even de gedetaillerde ontwikkeling van de werkloosheid per leeftijdsgroep.
15 – 25 jarigen
Dit is de ontwikkeling van de jongste leeftijdsgroep van onze beroepsbevolking:
Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, 15 – 25 jarigen, januari 2003 – augustus 2013. Bron: CBS
De jeugdwerkloosheid is astronomisch hard gedaald, van 17,% naar 15,9%. En daarmee is de jeugdwerkloosheid weer terug op het niveau van april 2013. En wie kunnen we daar anders voor bedanken dan Chris Heutink (baas Randstad Nederland) en Mirjam Sterk (ambassadeur Aanpak Jeugdwerkloosheid)? Dus drie hoeraatjes voor deze nieuwe helden! Hoera! Hoera! Hoera! .
Op dit moment zijn er volgens het CBS 137.000 jongeren in de leeftijd van 15 – 25 jaar werkloos; een daling van 11.000 in vergelijking met vorige maand. Hiervan zijn 7.000 van de beroepsbevolking naar de niet-beroepsbevolking verschoven, waardoor de bruto arbeidsparticipatie van deze groep van 42,6% naar 42,4% is gedaald. Een daling die volledig op het conto van het vrouwelijke deel van de 15 – 25 jarigen mag worden bijgeschreven.
25 – 45 jarigen
Dit is de werkloosheidsontwikkeling van 25 – 45 jarigen:
Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, 25 – 45 jarigen, januari 2003 – augustus 2013. Bron: CBS
Het werkloosheidspercentage voor 25 – 45 jarigen is blijven staan op 7,9%. Er zijn op dit moment 292.000 werklozen in deze leeftijdscategorie; 1.000 meer in vergelijking met vorige maand.
In deze leeftijdsgroepblijft sprake van een onvervalste mancession:
Gecorrigeerde werkloosheidspercentages 25 – 45 jarige mannen (blauw) en vrouwen (roze), januari 2003 – augustus 2013. Bron: CBS
Het verschil is ondertussen opgelopen naar 1,0%, van 0,7% in juli. Tegelijkertijd is het aandeel mannen in de niet-beroepsbevolking in deze leeftijdsgroep met 4.000 toegenomen. Een double whammy dus in het hart van de beroepsbevolking
45 – 65 jarigen
En last but not least, dit is de ontwikkeling van de werkloosheid bij de oudste leeftijdscategorie van onze beroepsbevolking:
Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, 45 – 65 jarigen, januari 2003 – augustus 2013. Bron: CBS
De werkloosheid onder de oudste groep van onze beroepsbevolking blijft staan op 7,5%, een stijging met minder dan 0,1% ten opzichte van vorige maand. En ook dit is de tweede achtereenvolgende maand dat de werkloosheid met dit percentage stijgt. Op dit moment zijn 254.000 personen in deze leeftijdscategorie werkloos; een daling van 1.000 personen in vergelijking met vorige maand.
Overigens is in deze leeftijdsgroep sprake van een omgekeerde situatie in vergelijking met 25 – 45 jarigen:
Gecorrigeerde werkloosheidspercentages 45 – 65 jarige mannen (blauw) en vrouwen (roze), januari 2003 – augustus 2013. Bron: CBS
Overigens is de daling van de werkloosheid bij mannen volledig toe te schrijven aan een stijging van de niet-beroepsbevolking met 2.0000 personen. Dit aantal is gelijk aan de daling van het aantal mannelijke werklozen. Bij vrouwen steeg de beroespbevolking juist met 4.000 personen, inclusief een stijging van het aantal werklozen met 1.000.
Verantwoording
Op basis van de maandcijfers over de omvang van de Nederlandse beroepsbevolking en de gecorrigeerde cijfers van de werkloze beroepsbevolking heb ik het niet-gecorrigeeerde cijfer van de werkloosheid berekend.
Adriana van Schalken | Payrolling Works
says:Blijf dit altijd zeer interessante grafieken en tabellen vinden, geeft goed inzicht hoe de werkloosheid zich ontwikkeld in de verschillende bevokingsgroepen.
Arno de Vries
says:Kijk, het CBS zegt het nu zelf in de Volkskrant: Daling is volledig te danken aan jongeren. De terrassen zaten vol in augustus, dus jongeren vinden makkelijker een bijbaan. En ze gaan ivm economische situatie eerder doorstuderen dan aan de slag. Het CBS verwacht dan ook dat dit een incidentele daling is geweest.
Marc Drees
says:Lachen met het CBS? Dus een seizoensinvloed maakt deel uit van de voor het seizoen gecorrigeerde cijfers? Altijd goed om te weten…
Andre Engels (medewerker Jobfeed bij Wise-Guys/Coosto)
says:Er wordt gecorrigeerd voor de ‘normale’ seizoensinvloed – er zijn x werklozen minder in augustus dan gemiddeld over het jaar. Maar deze augustus waren er door het mooie weer y (met y>x) mensen extra aan het werk. Dat verschil y-x blijft dus doorwerken. Dat is geen seizoensinvloed, dat is weerinvloed.
Arno
says:Jouw berekening van 20.9 1.21 is niet correct. Door nominale bedragen af te trekken of op te tellen kom je elke maand op hetzelfde bedrag uit. Dat is niet correct.
Arno de Vries
says:Jongeren blijven studeren ipv de arbeidsmarkt op?
en hoe werkt die seizoenscorrectie precies: de nietgecorrigeerde werkloosheid is 644.000, de gecorrigeerde 683. waarom worden er bijna 40.000 werklozen bijgecorrigeerd? In januari en juli gaat het getal naar beneden, maar in augustus omhoog.
Andre Engels (medewerker Jobfeed bij Wise-Guys/Coosto)
says:Er zit normaal gesproken een jaarlijkse schommeling in het aantal werklozen. Over een aantal jaren kun je dat vergelijken, en dan zien dat er (bijvoorbeeld) gemiddeld in januari 30.000 werklozen meer zijn dan gemiddeld over het jaar, en in augustus 40.000 werklozen minder. Voor de gecorrigeerde cijfers trek je van het aantal werklozen in januari 30.000 af, en bij het aantal in augustus tel je 40.000 op. Deze gecorrigeerde cijfers geven een beter beeld van het werkelijke verloop van de arbeidsmarkt.
Arno de Vries
says:Met jouw rekenmethodiek zouden alle maanden op hetzelfde getal uit moeten komen bij gelijkblijvende werkgelegenheid. Wat is dan eigenlijk het nut van seizoenscorrectie? Nu is het extra verwarrend, en vergelijkt het CBS de cijfers met de maand ervoor.
Beter lijkt me dan: niet corrigeren en dan jaar tot jaar vergelijking, want nu wekken de cijfers dat er gecorrigeerd is maar er is feitelijk niet genoeg gecorrigeerd.
In het voorbeeld hieronder zie je de jaar-tot-jaar stijging van de niet-seizoensgecorrigeerde aantallen. Dat geeft dan een duidelijker beeld, en zie je dat het stijgingspercentage in juli al minder wordt.
augustus
644
33,3%
juli
725
33,3%
juni
678
36,1%
mei
654
34,8%
april
650
32,7%
maart
661
37,1%
februari
638
30,2%
januari
608
26,7%
Andre Engels
says:Dat de maanden op hetzelfde getal uitkomen bij gelijkblijvende werkgelegenheid is juist de bedoeling. Ik zie niet in wat daar ‘verwarrend’ aan is.