Vorige week vond de Employer Branding Experience plaats, het jaarlijkse vakcongres over dit onderwerp. Treehugger als ik ben, voel ik me op zo’n congres goed thuis. Dit in tegenstelling tot bijeenkomsten waar het vooral gaat over technologie, metrics, online ontwikkelingen en andere zaken die hun nut in de praktijk nog niet afdoende hebben bewezen. Dan voel ik me wel eens een vreemde, sceptische en dwarsdenkende eend in een bijt vol techno-gelovigen. Niet dus tijdens dit bomenknuffelfestijn, dat in tegenstelling tot de ‘popular wisdom’ hier op dit blog bepaald niet alleen maar over fijne, zachte en lieve dingen ging.
De twee key notes bevonden zich niet alleen qua tijdstip, maar ook qua onderwerp aan de uiteinden van het spectrum. Aan de ene kant Mathijs Bouman – econoom, journalist en columnist – die zijn licht liet schijnen over de economie en de arbeidsmarkt. Aan de andere kant Louis Vong die als een wervelwind door digitale ontwikkelingen ging (daarnaast vonden er allerlei sessies plaats van zeer verschillende aard, die ik allemaal gemist heb vanwege verplichtingen als dagvoorzitter). Ik had de indruk dat de meeste aanwezigen het wel naar hun zin hadden en er zijn op verschillende plekken verslagen van de dag te vinden voor wie die daarin geïnteresseerd is. Zelf heb ik van de dag één ding onthouden dat ik hier wil aanhalen en waarvan ik hoop dat de wereld er nota van neemt en er eindelijk eens iets aan gaat doen.
Het echte probleem
“We beschermen in dit land de verkeerde mensen”, zei Mathijs Bouman in een analyse van de arbeidsmarkt. En dat is een waarheid als een koe. In 2011 vroeg ik me ook af of de crisis niet heeft gemaskeerd hoe groot de kloof echt is die gaapt tussen degenen die prima voor zichzelf kunnen zorgen en degenen die dat minder goed kunnen. Mensen die ook bij een opkrabbelende economie tot de ontdekking komen dat ze nog steeds niet mee mogen doen. Voor wie het verdomd lastig is om een baan of werk te vinden en al helemaal om baan of werk te houden. We maken de verkeerde keuze: met gouden ketenen binden we degenen die toch al alle kansen hebben, maar we kijken amper om naar degenen die genoegen moeten nemen met een tweederangsplek, met tijdelijke contracten, slechte arbeidsvoorwaarden en een gebrek aan perspectief. Of met helemaal niks. We noemen het ‘flexibiliteit’, maar de maatschappelijke gevolgen zullen onverwacht en ongewenst zijn. “Flexibiliteit kun je krijgen. Maar desintegratie is de prijs”, zei één van mijn docenten indertijd al.
Tekorten zijn misschien erg, maar uitbuiting en uitsluiting zijn nog veel erger. Laten we dus alsjeblieft onze zorg(en) laten uitgaan naar wie in de verdrukking dreigt te komen en – zoals het een beschaafd land betaamt – degenen beschermen die dat het hardste nodig hebben, in plaats van degenen te pamperen die er zonder hulp ook wel komen. Als dat gebeurt, heeft een dag over zoiets ‘vaags’ als employer branding, echt zin gehad.
Thomas Waldman
says:Ik snap dat vast veiliger is dan flex. Dat is logisch.
Je gaat echter voorbij aan het feit dat werkgevers (op dit moment) niet kiezen tussen flex of vast maar tussen flex of niet. Derhalve zou ik zeggen dat alle drie jouw voorbeelden op dit moment een uitkering zouden ontvangen als flex er niet als optie was geweet.
Annemarie Stel
says:Als je die aanname kunt onderbouwen, heb je een punt. Ben je volgende week bij Tru? Als het aan mij ligt, wordt dit één van de stellingen in het arbeidsmarktdebat. En aangezien ik de moderator ben… 😉
Thomas Waldman
says:Het is niet voor niets dat economen de uitzendsector als belangrijke indicator gebruiken.
En nee, ik heb nog geen kaartje. Zijn die er nog dan?
Annemarie Stel
says:Nee. Jammer!
Michiel van Beek
says:oh ja sorry voor de cliches (duibbeltje, kwartje) bij sommige discussies krijg ik die niet te onderdrukken neiging.
Annemarie Stel
says:Cliché’s schijnen universele waarheden te zijn.
Flexibele medewerkers kunnen van het ene op het andere moment aan de kant gezet worden, voor vaste medewerkers is toestemming van UWV of rechter nodig.
Flexibele medewerkers zitten in het ergste geval drie maanden per drie jaar (straks zes maanden per twee jaar) zonder werk.
Flexibele medewerkers krijgen geen verhuisvergoeding en er wordt zelden in hen geïnvesteerd qua opleiding.
Drie voorbeelden hoe ‘flexibilisering’ de ‘zwakke broeders’ treft.
Het is niet zo dat ik geen begrip heb voor werkgevers en – nogmaals – zij zijn ook niet degenen die dit (alleen) moeten oplossen.
Thomas Waldman
says:Ik snap je beredenering wel dat, hoe concurerender de arbeidsmarkt is, de zwakkere broeders minder kansen hebben. Ik zie alleen niet hoe flexibilisering de zwakkere broeders zwakker maakt.
Je zou kunnen argumenteren dat waar een arbeidsmarkt flexibel is hij ook wendbaarder en gezonder is. Derhalve zullen bedrijven makkelijker groeien en op kansen in kunnen springen. Dat levert eerder meer dan minder werkgelegenheid op. Ook voor “zwakkeren” (rotwoord, vind mij 1 iemand die zichzelf zo noemt. Denigrerender kan haast niet).
Bovendien haalt Jan hierboven terecht aan dat flexibilisering logisch is; geef een werkgever de keuze tussen iemand duur in vaste dienst aan nemen of niet aannemen en hij zal bij twijfel niet aannemen. Geef een werkgever de keuze tussen iemand op uitzend- danwel freelancebasis aannemen of niet aannemen en hij zal eerder geneigd zijn de gok te nemen en iemand een kans te gunnen.
Michiel van Beek
says:Dat klopt, alles is relatief en daarom is het hier in Nederland zo slecht nog niet. Ook als je als dubbeltje geboren wordt dan kun je een kwartje worden, zelfs als je eerste baan een uitzendbaan is. Gewoon je best doen is vaak goed genoeg.
Michiel van Beek
says:Hi Annemarie,
Normaal kan ik je goed volgen. In deze discussie niet. Je hebt Flexibilisering gelinked aan ongelijke kansen, terwijl ongelijke kansen een andere oorzaak hebben. En als tree hugger bekijk je Nederland wel door heel donkere bril. Er zijn ongetwijfeld misstanden en de pauzemuziekjes kunnen beter, maar zo erg is het niet gesteld met ons landje. The perfect world bestaat niet, maar ondertussen ben ik blij dat ik hier woon dan bijvoorbeeld in Syrie, om een land te noemen. Nogmaals ons vangnet is groot, ook voor diegene die niet met een gouden lepel in zijn mond geboren is.
Annemarie Stel
says:De ‘negatieve’ gevolgen van de flexibilisering komen nu eenmaal vaak terecht bij degenen die niet over een opleiding, opleidingsniveau of vaardigheden beschikken waar vraag naar is en die daardoor minder kansen hebben, minder ‘eisen’ kunnen stellen dan degenen die daar wél over beschikken. Op die manier zijn ‘flexibilisering’ en ‘ongelijke kansen’ wel degelijk aan elkaar gelinkt. Niet iedereen weet overigens hoe dat vangnet werkt of kan er mee omgaan. Bijvoorbeeld – zie de Volkskrant van vandaag – omdat ze niet goed kunnen lezen. Ook een vorm van ongelijkheid die leidt tot ‘minder kansen’.
En ja, ik woon ook liever hier dan in Syrië. Maar alles is relatief; als je kiespijn hebt, is dat erger dan de tyfoon op de Filipijnen.
Michiel van Beek
says:Hi Annemarie,
Door Flexibilisering krijg je desintegratie? Vind ik onzin, in ieder geval in Nederlands perspectief. Desintegratie heeft volgens mij andere oorzaken, demografisch, cultureel, religieus etc In Nederland heeft iedereen voldoende kansen als hij/zij die neemt en het vangnet is behoorlijk groot. Daarbij Flexibilisering kan ook een oplossing bieden, mits goed uitgevoerd en daar zit vaak het probleem, draaideurconstructies etc.
Annemarie Stel
says:Desintegratie begint bij demografische, culturele of andere factoren, maar eindigt met ongelijke kansen – en dus met ‘verschillen’ en het risico op afnemende cohesie. Niet iedereen heeft ‘voldoende kansen’ – en de manier waarop er nu met de flexibilisering wordt omgegaan, maakt die kansen niet bepaald groter…
Jan Bernhart
says:Dus bedrijven moeten (potentiele) werknemers met weinig toegevoegde waarde meer aan zich binden en werkenemrs die cruciaal zijn voor de operatie van het bedrijf minder binden?
Die flexibiliteit zou wel eens de reden kunnen zijn dat kansarmen op de arbeidsmarkt uberhaupt nog een kans krijgen. Als je als werkegever meteen ‘vast’ zit aan een werknemer terwijl je nog helemaal niet weet of die functie op langre termijn wel moet bestaan, dan bedenk je je wel 2x.
(Maar misschien hoor ik niet bij het intelligente deel van RM en begrijp ik je stelling verkeerd).
Annemarie Stel
says:De kansarmen moeten dus blij zijn dat ze in tweederangsarrangementen terecht kunnen, want ze leveren toch amper toegevoegde waarde…? Ai. Juist aan de onderkant van de arbeidsmarkt zit veel werk dat in onze samenleving onmisbaar is. Zoals Mike Rowe in Dirty Jobs zegt: ‘The kind of jobs that make civilized life possible for the rest of us’.
Ik ga er vanuit dat je wel degelijk bij het intelligente deel hoort, maar merk dat je de stelling benadert vanuit één perspectief: dat van de werkgever. Ik pleit er niet voor om iedereen aan de ‘onderkant’ maar direct voor de rest van hun leven vast in dienst te nemen, er zijn meer manieren om mensen te ‘beschermen’ dan werkgevers tot dat soort dingen te dwingen. En ook het ‘binden’ van goudhaantjes kan op meer manieren dan met langlopende contracten.
Jan Bernhart
says:Annemarie,
Hmm.. Hebben we ‘onmisbaar werk’ dat nu niet gebeurd omdat er geen werknemers voor gevonden worden, en tegelijkertijd werknemers die dit onmisbare werk goed zouden kunnen maar werkloos zijn? In dat geval slik ik al mijn woorden graag in. Zelf heb ik dat nooit ervaren in ieder geval. Wat ik wel heb ervaren is niet-cruciaal werk, waarvoor je iemand in een flexibel contract aanneemt, zodra je als werkgever ook weinig risico loopt. Als een werkgever die flexibele low-risk optie niet heeft zal dit niet-cruciale werk gewoon niet uitgevoerd worden en dus een werknemer helemaal niets hebben. Misschien is dat een nuancering op het ‘bij zijn’ met tweederangsarrangementen.
In nederland zijn er veel vacatures en tegelijkertijd veel werklozen. Ik zie niet in hoe het beter beschermen van werknemers/werklozen dit probleem op lost. Ik denk ook niet dat werkgevers maar mensen moeten aannemen waar ze niets mee kunnen omdat die werknemers anders maatschappelijk buiten de boot vallen.
Annemarie Stel
says:We hebben nog steeds een verschillend perspectief. Ik zeg nergens dat werkgevers hier exclusief voor moeten opdraaien; het kan ook in uitkering-, subsidie- of belastingsfeer, whatever, kwestie van een beetje creatief denken. Hoewel ik wel denk dat er flink wat werkgevers met nodeloze koudwatervrees zijn, maar dit terzijde.
En wat is cruciaal of niet cruciaal? Misbaar of onmisbaar? De dienstverlening in dit land staat op een abominabel peil, met gesloten bankkantoren, eindeloos wachten bij diverse telefonische ‘klantenservices’ terwijl je drie keer hetzelfde blikkerige muzakje moet aanhoren en vervolgens nog geen antwoord krijgt of door overwerkte zorgmedewerkers.
We kunnen alles met een efficiency- of opbrengstbril bekijken, maar dat draagt niet noodzakelijkerwijze bij aan een beschaafde samenleving die ook oog heeft voor de – al dan niet beperkte – mogelijkheden van degenen die niet met een gouden lepel in hun mond zijn geboren.
Jan Bernhart
says:Ik geef meteen toe dat ik in deze kwestie moeite heb om het werkgeversperspectief los te laten, simpelweg omdat ik geen andere nuttige invalshoek zie. Om werklozen beter aan het werk te krijgen is voor mij namelijk vooral initiatief aan de aanbod kant nodig, niet aan de vraag kant.
Ik waardeer de motivatie achter je standpunt heel erg annemarie, maar ik zie er (nog) geen oplossing in voor de employability van werklozen.
We praten verder op Tru.
Annemarie Stel
says:‘Beschermen’ is niet hetzelfde als werklozen aan het werk zetten. Het kan bijvoorbeeld ook door de invoering van een basisinkomen. Voor de ‘aanbodkant’ zijn er in tijden als deze – en vermoedelijk straks ook nog – nu eenmaal weinig mogelijkheden tot initiatief.
Tot volgende week!
Jan Bernhart
says:Basisinkomen? Zoals een uitkering/bijstand of minimumloon? Goed idee…… Wordt vervolgd 😉
Thomas Waldman
says:“…en andere zaken die hun nut in de praktijk nog niet afdoende hebben bewezen.”
Want Employer Branding heeft haar nut ruimschoots bewezen zeker? Doe mij even een emperisch bewijs dan. (sorry, con het niet laten)
Annemarie Stel
says:Hihi, je hebt gelijk hoor. Dat hele ‘vak’ is natuurlijk voor 90% onbewezen. Maar ik kon het op mijn beurt ook niet laten. En ik hoop dat het niet afleidt van de kern van de boodschap: aandacht voor wie het niet op eigen kracht rooit.
Marc Drees
says:Ahh.. mevrouw de communicatiespecialist, u heeft meerdere boodschappen in 1 verhaal? Dat is not done natuurlijk. 1 boodschap per verhaal, dan is er tenminste een kans dat die boodschap overkomt.
Zo heb ik de arbeidsmarktcommunicatiediarree (scrabble woord?) links laten liggen en alleen de echte boodschap gelezen. En daarvan zeg ik (in goed Nederlands): hear, hear!
Annemarie Stel
says:Ik schat de lezers van RM dusdanig intelligent in, dat ze met twee boodschappen in één verhaal wel uit de voeten kunnen. En zoveel diarree zat er niet in, ik heb de lezer daarvoor naar jouw favoriete blog verwezen.