Het einde van de makkelijke weg in social recruitment

social recruitment

Soms komen er opeens dingen bij elkaar. Een post over tieners die en masse de openbare tijdlijn van Facebook verlaten en overstappen naar besloten groepen (klopt, mijn oudste zit in een groep ‘Duits voor klas 6’). Of naar de messenger apps zoals WhatsApp (ook dat kan ik bevestigen, hier in huis klinkt soms zo onophoudelijk het ‘prrr prrr – prrr prrr’ van wéér een binnenkomend bericht dat ik roep: “Zet dat ding op stil!”). Er plopt een uitnodiging voor een bijeenkomst over privacy in de mailbox, gekoppeld aan een scan waarmee ik heb kunnen uitrekenen dat mijn ‘privacypijngrens’ op 62% ligt (wat de pubers hier in huis dan weer geen moer interesseert). Er is een initiatief voor een ‘netwerk’ waar maar duizend mensen lid van mogen worden (tegen betaling). In de slipstream van de Tegenlicht-uitzending over de ‘waarde’ van onze data – niet in de hippe betekenis van ‘value without money’, maar op basis van harde dollars en euro’s – biedt Time ons de gelegenheid om uit te rekenen hoeveel Twitter eigenlijk voor een account zou moeten betalen (het is niet bekend hoe ik die paar honderd dollar kan incasseren). Je zou kunnen zeggen dat we eindelijk omzichtiger beginnen te worden met onze ‘data’. En mocht dat inderdaad zo zijn, dan roept dat geheel ‘nieuwe uitdagingen’ op voor recruiters, zoals Michel Rijnders correct concludeert: “Geen profielen om te doorzoeken met aggregated search, geen kandidaten te bereiken via ‘Pages’ en (…) geen mensen te bereiken via advertenties”. Misschien is dat er straks allemaal niet meer. Hoe erg is dat?

Niet zo heel erg, denk ik. Het werk van recruiters leek de laatste tijd vooral af te drijven richting jongleren met online profielen en cv’s. Recruitment teruggebracht tot Boolean search. Het is een goede zaak dat je, om een goede recruiter te zijn, (weer) méér moet meebrengen dan kunnen grasduinen op Google. Ook Big Data worden door deze ontwikkeling met een beetje geluk waardeloos, evenals de in hun kielzog meegekomen en inmiddels onoverzienbare hoeveelheid ‘people aggregators’. Wat doorgaans niet meer dan slecht functionerende onzinapplicaties zijn, die vooral in het leven lijken geroepen om zoveel mogelijk venture capital bijeen te sprokkelen met zo min mogelijk aandacht voor praktische toepasbaarheid. Nee, recruitment wordt weer een activiteit waarbij het gaat om persoonlijke relaties, nadenkenken over zinvolle benaderingen en waarbij de inhoud belangrijker is dan de vorm of de techniek. Misschien komt er zelfs wel een rol voor employer branding! Het is het einde van de makkelijke weg, maar zal het vak ten goede komen.

Eén ding vraag ik me nog wel af. Als er een einde komt aan de ‘age of openess’, zijn er nog maar een paar plekken op de wereld waar (alle?) ‘data’ van ons bekend zijn. “Who dies, survives or thrives may ultimately depend on how well (…) players can make money”, zegt The Guardian. Het is het einde van veel netwerken en ik ben benieuwd of we te maken gaan krijgen met een potentieel winstgevende ‘side business’ van veiligheidsdiensten. “Op zoek naar toptalent? Bel de NSA!”

Geef een reactie

1 Comment
  • Jos
    says:

    Leuk stuk. Denk ook dat men klaar is met alle nieuwe ‘goedkope’ manieren van online recruiten, de toch wel kostbare tijd die hiermee gepaard gaat en er weer betaald gaat worden voor kwaliteit/resultaat.