We hebben allemaal gehoord dat het weer goed gaat met Nederland maar dat we niet achterover mogen leunen. Tenzij je werkloos bent want in dat geval kan je maar beter wel achterover leunen omdat je anders wel bijzonder gefrustreerd zal raken. Want wat is de prognose?
De bovenste cijfers zijn volgens de ILO-definitie van de werkloosheid die we sinds januari 2015 in Nederland hanteren, de onderste cijfers zijn volgens de internationale definitie, waar iedereen aan gewend is maar die Nederland sinds januari 2015 niet meer hanteert (vanwege verwarring…).
Wat direct uit deze cijfers duidelijk wordt is dat de werkloosheid volgens de ILO-definitie veel harder daalt (van 7,4% in 2014 naar 6,7% in 2016) dan de werkloosheid volgens de nationale definitie (van 9,0% in 2014 naar 8,6% in 2016). In procentpunten daalt de werkloosheid volgens de ILO-definitie dus bijna twee keer zo snel. Overigens is in beide gevallen de daling van de werkloosheid dramatisch langzaam. Zeker als je bedenkt dat voor het uitbreken van de financiële crisis de werkloosheid op 4,4% stond. Inderdaad, volgens de nationale definitie!
Als deze CPB-cijfers werkelijkheid zouden worden dan is er voor de werkloze beroepsbevolking van Nederland nauwelijks hoop. In twee jaar tijd daalt het aantal werklozen met slechts 24.000 (volgens de nationale definitie). Inderdaad, 24.000…
Nu heeft het CPB immer grote moeite met het ook maar enigszins betrouwbaar voorspellen van de toekomst, dus dat is iets waar de werklozen misschien enige hoop uit kunnen putten. Maar die is wel heel schraal. Tegelijkertijd kunnen met name ouderen en/of mensen met een arbeidsbeperking maar beter helemaal de pijp aan Maarten geven, als het op het zoeken naar een baan gaat. En zo gaat ook die meevaller die het kabinet vol trots presenteert aan de neus van een nog altijd bijzonder grote groep werklozen voorbij.
Als laatste nog even een tweetal quizvraagjes, Hoe is het mogelijk dat de werkloosheid in twee snelheden daalt? En waarom is het aantal werklozen onder de ILO-definitie kleiner dan het aantal werklozen onder de nationale definitie, terwijl de beroepsbevolking wel veel groter is?