Vorige week kwam het CBS met de werkloosheidscijfers over oktober 2015. En de werkloosheid (volgens nationale definitie) steeg ten opzichte van de maand september met bijna met bijna 0,1% naar 8,4%. Waarmee het succes van september alweer voor de helft is tenietgedaan. Tegelijkertijd steeg ook de werkloosheid volgens de ILO-definitie, in dit geval naar 6,9. In september was dit percentage nog 6,8%. Voor meer informatie over de werkloosheidspercentages volgens nationale en ILO-definitie verwijs ik graag naar deze blog posting.
In beide reeksen is sprake van een stagnerende daling van de werkloosheid, ondanks de voortdurend positievere indicaties uit andere economische indicatoren zoals het aantal huizenverkopen, het gigantische aantal online vacatures, het aantal faillissementen binnen de sector arbeidsbemiddeling en de uitzendindex.
Zo ziet de werkloosheidsontwikkeling voor de Nederlandse beroepsbevolking er uit:
Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – oktober 2015. Bron: CBS, nationale definitie
Na een voortdurende daling van 9% in mei tot 8,3% in september is er in oktober een kink in de kabel gekomen. Maar op zich is een grillig verloop in de daling of stijging van de werkloosheid geen uitzondering, dus het is niet bepaald iets om ons druk over te maken. Anders dan dat het nogmaals aantoont dat de verbetering van de werkloosheidssituatie in Nederland uitermate traag verloopt.
In januari van dit jaar zijn we overgestapt op de ILO-definitie van de werkloosheid. Daardoor telt elk minuscuul baantje mee, ook al kan je daar op geen enkele manier van rondkomen. En volgens die ILO-definitie ziet de ontwikkeling van het werkloosheidspercentage er zo uit:
Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – oktober 2015. Bron: CBS, ILO
Hier is toch wel een wat zorgwekkender ontwikkeling te zien, want sinds juli stijgt de werkloosheid, zij het met een relatief klein percentage (van 6,77% in juli 2015 tot 6,91% in oktober). CBS geeft voor deze stijging de volgende reden:
Meer mensen die eerder niet actief waren op de arbeidsmarkt zijn de afgelopen drie maanden naar werk gaan zoeken, al vonden ze nog niet direct een baan.
Daarmee suggereert CBS dat de stijging van de werkloosheid wordt veroorzaakt door het verminderen van het zogenaamde ‘discouraged worker’ effect. Maar klopt dat eigenlijk wel? Het zou in ieder geval moeten betekenen dat de bruto arbeidsparticipatie in de afgelopen maanden is gestegen. Dit is de ontwikkeling van de bruto arbeidsparticipatie in 2015 voor de afgelopen 10 maanden:
Ontwikkeling bruto arbeidsparticipatie in 2015, januari – oktober. Bron: CBS, ILO-reeks
Als er iets is gebeurt dan is wel dat de bruto arbeidsparticipatie is gedaald, waarbij in de laatste drie maanden er feitelijk geen verandering van de arbeidsparticipatie valt te constateren. Waarom zegt het CBS iets anders dan hun eigen cijfers laten zien. Ik heb geen idee anders dan een politieke, er moet een verteerbare verklaring zijn zodat er nog altijd goede sier kan worden gemaakt met de ‘verbetering’ van de arbeidsmarkt. Maar goed, beschouw dit maar als een stukje samenzweringstheorie van mijn kant.
Verandering van de werkloosheid per leeftijdsgroep
Verschillende leeftijdscategorieën werklozen hebben bepaald niet dezelfde kansen als het om het vinden van werk gaat. Als we kijken naar de verandering van het werkloosheidspercentage voor de verschillende leeftijdsgroepen dan ziet dat beeld er zo uit:
Procentuele verandering werkloosheid (2003 = 0) per leeftijdsklasse, januari 2003 – oktober 2015. Bron: CBS, nationale definitie
De daling van de werkloosheid die zich voor 15 – 25-jarigen en 25 – 45-jarigen eind 2013 aankondigde is voor 45 – 65-jarigen nog altijd gen realiteit. En dat voor een groep die relatief gezien al harder is getroffen dan enige andere groep door de financiële crisis. De arbeidsmarkt blijft blijkbaar onveranderd slecht voor de grijze duiven in de beroepsbevolking.
En dat heeft er ook toe geleid dat in termen van het aantal werklozen de oudste leeftijdsgroep tegenwoordig de hoogste bijdrage levert:
Aantal werklozen (* 1.000) per leeftijdsklasse, januari 2003 – oktober 015. Bron: CBS, nationale definitie