Werkloosheid daalt naar 8,2% in december 2015

Nederlandse vlagDonderdag kwam het CBS met de werkloosheidscijfers over december 2015. En de werkloosheid (volgens nationale definitie) daalde ten opzichte van de maand november met minder dan 0,1% naar 8,2%, waardoor de werkloosheid op het laagste niveau van 2015 is uitgekomen. De werkloosheid volgens de ILO-definitie daalde met bijna 0,1% naar 6,6%. Voor meer informatie over de werkloosheidspercentages volgens nationale en ILO-definitie verwijs ik graag naar deze blog posting.

De werkloosheid stond in december 2014 op 8,9%; een jaar later staan we op 8,2%. Een daling van slechts 0,7% in een jaar. Niet bepaald een resultaat om van te gaan juichen, maar het is een daling en dat is een goede ontwikkeling.

Zo ziet de werkloosheidsontwikkeling voor de Nederlandse beroepsbevolking er uit:

Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – december 2015. Bron: CBS, nationale definitie

Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – december 2015. Bron: CBS, nationale definitie

Het jaar 2015 begon met een werkloosheid die hardnekkig weigerde te dalen en zelfs nog even de 9,0% werkloosheid aantikte (april 2015). Maar vanaf dat moment laat de trendlijn een gestaag dalende werkloosheid zien tot de 8,2% in december 2015. Nu maar hopen dat deze trend zich ook in 2016 gaat voortzetten. Met alle negatieve berichten rond grote retailers wordt dat een grote vraag voor de maand januari.

In januari van 2015 zijn we overgestapt op de ILO-definitie van de werkloosheid. Daardoor telt elk minuscuul baantje mee, ook al kan je daar op geen enkele manier van rondkomen. En volgens die ILO-definitie ziet de ontwikkeling van het werkloosheidspercentage er zo uit:

Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – december 2015. Bron: CBS, ILO

Niet-gecorrigeerde (grijs) en gecorrigeerde werkloosheidspercentages, januari 2003 – december 2015. Bron: CBS, ILO

Ook voor deze definitie van de werkloosheid is 2015 een jaar geweest met verschillende gezichten. Waar het jaar begon met een daling van de werkloosheid was er vanaf augustus sprake van een stagnatie en zelfs een lichte groei. Maar vanaf november zette de daling weer in en daarmee eindigt 2015 met de laagste werkloosheid van dit jaar: 6,6%. In vergelijking met december 2014 is dat een daling van slechts 0,6%.

Werkloosheid onder 45-plus
Hoewel we een dalende werkloosheid zien in november, is het niet zo dat die daling gelijkelijk is verdeeld over de verschillende leeftijdsgroepen. Met name onder ouderen wil de daling van de werkloosheid maar niet op gang komen. Waarbij de werkloosheid onder vrouwen van 45+ jaar de grootste kopzorg vormt:

Gecorrigeerde werkloosheid onder mannen en vrouwen , 45 – 65 jaar, januari 2003 – december 2015. Bron: CBS, nationale definitie

Gecorrigeerde werkloosheid onder mannen en vrouwen , 45 – 65 jaar, januari 2003 – december 2015. Bron: CBS, nationale definitie

Waar de trendlijnen voor de totale beroepsbevolking dus duidelijk naar beneden wijzen voor 2015 is dat voor het oudste deel van de beroepsbevolking aanzienlijk minder zichtbaar. De lijn gaat weliswaar naar beneden, maar in een veel trager tempo dan voor de beroepsbevolking als geheel. Onder 45-plussers is er ten opzichte van december 2014 slechts een daling van 0,3% te noteren, minder dan de helft van de 0,8% daling voor de totale beroepsbevolking.

En dat heeft er dan ook toe geleid dat in termen van het aantal werklozen de oudste leeftijdsgroep tegenwoordig de hoogste bijdrage levert:

Aantal werklozen (* 1.000) per leeftijdsklasse,  januari 2003 – december 2015. Bron: CBS, nationale definitie

Aantal werklozen (* 1.000) per leeftijdsklasse,  januari 2003 – december 2015. Bron: CBS, nationale definitie

We zien een hardnekkig hoog volume aan oudere werklozen, dichtbij de grens van 300.000. Waar blijft het boegbeeld voor de oudere werklozen dat ons een kleine twee maanden geleden is beloofd door minister Lodewijk Asscher? En gaat zo’n boegbeeld überhaupt iets uithalen in de strijd tegen de ouderenwerkloosheid? Want komt die hardnekkig hoge werkloosheid daadwerkelijk door bestaande vooroordelen over ouderen? Of is de vraag naar arbeid zodanig veranderd dat oudere werklozen een kleinere kans op werk hebben?

Geef een reactie

5 Comments
  • Geert-Jan Waasdorp
    says:

    @marc… de daling in de werkloosheid is – zover ik dat kan zien-  in een opmerkelijke daling in de toetreders (zonder ww en zonder baan). Normaal zie je zo’n daling als het slecht gaat met de economie (workers discouraged effect). Exact zo’n effect is er nu ook. Deze groep is dus opvallend kleiner dan normaal (-10K) wat resulteert een snellere daling. Geen idee hoe dat kan. Ben bang dat die zomaar in de komende metingen gecorrigeerd zal worden

    • Marc Drees
      says:

      Ik begrijp niet wat je bedoelt met een opmerkelijke daling van het aantal toetreders. Het aantal personen in de niet-beroepsbevolking daalt terwijl het aantal personen in de beroepsbevolking stijgt. Dat is het tegenovergestelde van het ‘discouraged worker’ effect. Ik ga hierbij uit van de nationale definitie van de werkloosheid, de ILO-definitie bevat simpelweg teveel ruis van kleine baantjes (1 – 12 uur/week)

  • Geert-Jan Waasdorp
    says:

    Ik ben benieuwd naar de nieuwe CPB en DNB voorspellingen nu we ruim onder de 600.000 werklozen zitten net als het nieuwe jaar begint en zij van jaar gemiddelden van 600.000 en 615.000 uitgaan. Overigens is het aantal ww uitkeringen wel met 20.000 gestegen in december 2015. Misschien maakt een zwaluw van deze scherpe daling, nog geen zomer op de arbeidsmarkt.

    • Marc Drees
      says:

      Het hangt er maar vanaf naar welke cijferreeks je kijkt. Ik volg nog altijd de nationale definitie van de werkloosheid omdat het daar gaat om banen waar mensen feitelijk van zouden moeten kunnen leven. En daar staat het aantal werklozen nog altijd ruim boven de 600.000 (maar liefst 646.000 in december 2015). Waar er in deze ontwikkeling sprake is van een scherp daling is mij dus onduidelijk.

      Verder zijn met name de schattingen over de werkloosheid van het CPB altijd aandoenlijk geweest maar zelden correct.We zien een daling van de werkloosheid die zich feitelijk beperkt tot de groep 25 – 45 jarigen, jongere en oudere groepen binnen de beroepsbevolking zien een beperkte (jongeren) of zelfs geen enkele verbetering (ouderen).