Wet open overheid: de slager die zijn eigen vlees keurt

RijksoverheidDit staat op de website van de Wet open overheid:

Iedereen heeft recht op informatie over wat de overheid doet, hoe ze dat doet en waarom. Overheidsorganisaties moeten die informatie uit zichzelf geven, of als iemand daarom vraagt. De informatie wordt dan openbaar. Dat is geregeld in de Wet open overheid (Woo). Zo kunnen burgers, maar ook bijvoorbeeld Kamerleden of journalisten, de overheid controleren.

Nou, dat klinkt heel fraai. Maar ondertussen ben ik erachter gekomen dat de werkelijkheid volstrekt anders is.  Sinds 14 oktober 2024 heb ik zeven Woo-verzoeken ingediend bij het mininisterie van SZW, tot op heden heeft dat nog tot geen enkel definitief besluit geleid. Tijdslijnen worden niet gehaald, stukken zijn onvindbaar, opvolging is ontijdig of onvolledig en besluiten zijn juridisch onvoldoende onderbouwd. Een officiële klacht heeft weliswaar tot erkenning geleid, maar vervolgens niet tot een verbetering van het proces. Het totaal overziend, lijkt de overheid een bewuste war of attrition te voeren in de hoop dat burgers het bijltje erbij neergooien. Bepaald geen kenmerk van een open overheid.

Er lijkt mij ook een interne tegenstelling te bestaan; de burger dient zijn/haar/x vraag te richten aan de overheidsinstantie die de aanleiding is tot de vraag. Deze overheidsinstantie heeft mogelijk/waarschijnlijk redenen waarom het deze vraag liever niet zou willen beantwoorden. En daarmee is er een reëele kans dat deze overheisdinstantie het proces gaat frustreren. Het is de slager die zijn eigen vlees keurt. De kennis en middelen die de overheidsinstantie tot haar beschikking heeft zijn aanzienlijk ruimer dan die van de gemiddelde burger. Met als voorzienbaar resultaat een onveranderd gesloten overheid die haar eigen functioneren achter dikke overheidsmuren blijft verbergen.

Het lijkt me relevant om bovenstaande beweringen wat vlees om de botten te geven via een voorbeeld. Ik neem daarvoor een Woo verzoek dat ik op 16 november 2024 heb ingediend bij het ministerie van SZW. Op 18 november kreeg ik van SZW een ontvangstbevestiging gevolgd door een kennisgeving van het doorzenden van het Woo verzoek naar het UWV op 6 december (ruim drie weken om tot de conclusie te komen dat het verzoek moet worden doorgezonden…). Vervolgens krijg ik van UWV op 16 december een ontvangstbevestiging (bijna 2 weken na de datum van de doorzending en ondertussen een volledig maand nadat ik het oorspronkelijk Woo verzoek had ingediend). Met de ontvangstbevestiging kreeg ik ook een datum waarop het besluit kon verwachten: 16 januari 2025. Op 2 januari ontving ik een bericht dat meer tijd nodig was en dat er moest worden verdaagd. De nieuwe datum voor het besluit was: … 16 januari.

Op 20 januari heb ik contact opgenomen met UWV, ik had nog altijd geen besluit ontvangen. Op 22 januari kreeg ik een verdagingsbericht; het besluit zou op 31 januari komen. En low and behold, op 31 januari werd een besluit ook daadwerkelijk ontvangen. Is iedereen nog wakker…?

Het besluit was afwijzend. Op de inhoudelijke aspecten van het besluit en mijn bezwaar ga ik hieronder dieper in, ik wil eerst even het procesgedeelte vervolgen.

Op 6 februari heb ik mijn bezwaar op het besluit ingediend, UWV bevestigde de ontvangst op dezelfde dag met daarbij de mededeling dat ik het besluit op mijn bezwaar op 25 april zou ontvangen. Tevens heb ik gebruik gemaakt van mijn recht op een hoorzitting (op 11 februari gemeld) en de hoorzitting zou eerst op 18 februari plaatsvinden maar werd op de dag verschoven naar 20 februari. De hoorziiting was met een  tweetal medewerkers van UWV. Tijdens de hoorzitting is aangegeven dat het besluit niet op 25 april maar op 6 juni zal worden verstuurd.

Pfoei… Dat was een hele lap,

Dan nu het interessante deel, het feitelijke Woo-verzoek. Binnen UWV is dit Woo-verzoek bekend als WOO 2024126, binnen SZW als 4.2024.1477.001, en het gaat om de Niet-openbare Europese aanbesteding, PES-suite voor Bemiddelingsservice, CAA.ICT.2021.7.016). In deze tender is een omzeteis opgenomen (7.1.2.1. Eis A Relevante omzet) en het verzoek is om aan te geven of deze omzeteis al dan niet van toepassing is gebracht op 8vance.

Deze eis is door UWV in de tender opgenomen om te voorkomen dat de UWV omzet een onevenredig deel zou gaan uitmaken van de omzet van de geinteresseerde ondernemer. Participanten dienden bewijs aan te leveren over de drie meest recente afgeslotn boekjaren dat de omzet minimaal EUR 1 miljoen was op het gebied van het leveren, support, onderhoud- en consultancy voor standaard software met een functionaliteit die overeenkomtmet de onderhavige opdracht (PES-suite voor Bemiddelingsservice). Tijdens de hoorzitting (20 februari) is hieraan toegevoegd de vraag waarom de omzeteis onveranderd is gebleven terwijl de contractwaarde is vertienvoudigd.

Dit verzoek werd op 31 januari met onderstaande argumentatie afgewezen:

Afwijzend besluit UWV
Afwijzend besluit UWV

En dit is het bezwaar dat ik heb ingediend:

Hierbij maak ik bezwaar tegen de beslissing van het UWV van 31 januari 2025 met kenmerk WOO 2024126, waarin mijn verzoek op basis van de Wet open overheid (Woo) om inzage te verkrijgen in de besluitvorming en interne correspondentie rondom de omzeteisen van de tender UtA Niet-openbare Europese aanbesteding, PES-suite voor Bemiddelingsservice, CAA.ICT.2021.7.016 is afgewezen.

Gronden van het bezwaar

1. Strijd met de Aanbestedingswet en schending van fundamentele beginselen

Uit openbare informatie blijkt dat geen enkele inschrijver in de eerste ronde voldeed aan alle eisen, inclusief de knock-outcriteria. Desondanks heeft UWV er niet voor gekozen om de procedure opnieuw te starten, maar is in onderhandeling gegaan met één specifieke partij (8vance). Dit roept ernstige juridische vragen op.

UWV stelt in haar beslissing dat de Woo niet van toepassing is wegens bescherming van bedrijfsgevoelige informatie op basis van de Aanbestedingswet 2012 (Aw). Deze redenering is onjuist:

  •  Artikel 2.53, derde lid Aw (economische belangen van ondernemingen) beschermt inschrijvers tegen het vrijgeven van concurrentiegevoelige informatie. Echter, het verzoek ziet niet op bedrijfsgevoelige gegevens van 8vance, maar op de besluitvorming van UWV zelf.
  • Artikel 2.57 Aw (vertrouwelijke informatie verstrekt door ondernemers) is niet van toepassing, omdat de vraag niet gaat over vertrouwelijke documenten van 8vance, maar over de afweging van UWV in het hanteren van knock-outcriteria.
  • Artikel 2.138 en 2.163 Aw (schade eerlijke concurrentie) gaat over het niet prijsgeven van concurrentiegevoelige gunningsinformatie. Dit geldt niet voor documenten die inzicht geven in het besluitvormingsproces van UWV.

Door deze artikelen in te roepen, mengt UWV zichzelf in de belangen van een marktpartij, terwijl haar besluitvorming over de toepassing van de knock-outcriteria per definitie openbaar controleerbaar moet zijn.

2. De omzeteis als knock-outcriterium vereist volledige transparantie

Aangezien knock-outcriteria fundamenteel zijn voor een eerlijke aanbesteding, moet UWV aantonen:

  • 1. Of 8vance voldeed aan de omzeteis bij inschrijving.
  • 2. Of en hoe de omzeteis is aangepast of versoepeld na de eerste ronde.

Dit kan alleen worden aangetoond door de interne besluitvorming hierover openbaar te maken.

3. Schending van de Woo door gebrek aan specifieke motivering

De Woo vereist dat een afwijzing van een verzoek per document wordt gemotiveerd. UWV heeft generiek verwezen naar de Aw zonder concreet te maken:

  • Welke documenten het betreft.
  • Waarom elk individueel document niet openbaar kan worden gemaakt.

Deze algemene weigering is onvoldoende en in strijd met het motiveringsbeginsel (art. 8.8 Woo).

Verzoek

Op basis van bovenstaande gronden verzoek ik UWV om:

1. De beslissing WOO 2024126 te herzien en alsnog (gedeeltelijk) de gevraagde documenten openbaar te maken.

2. Per document een specifieke motivering te geven waarom openbaarmaking wordt geweigerd.

3. Indien volledige openbaarmaking wordt geweigerd, de informatie geanonimiseerd of in samengevatte vorm te verstrekken (art. 5.3 Woo).

En dat is waar ik nu sta, en waar ik tot 6 juni blijf staan. En daar zijn nog 6 andere Woo-verzoeken die evenmin soepel verlopen

Burgers krijgen het recht om overheidsinformatie op te vragen, en dat klinkt natuurlijk fraai. Maar na het opvragen van informatie toont de overheid zich in mijn ervaring (N = 7) in essentie onwillig om mee te werken aan het openbaar maken van overheidsinformatie. Sterker nog, de overheid lijkt zich te willen verschuilen achter niet-houdbare juridische argumenten in een poging om aanvragers af te schrikken. Een war of attrition waarbij gemeenschapsgeld wordt gebruikt om de gemeenschap relevante informatie te onthouden. Informatie waaruit wanbeleid door diezelfde overheid aangetoond zou kunnen worden. En hier knelt het dus; de slager die zijn eigen vlees keurt.

Geef een reactie