Werkzoekers houden er niet van om te netwerken. Dit is althans de conclusie van Barbara Ehrenreich. En een hele merkwaardige, althans in eerste opzicht. Want zij komt tot deze conclusie naar aanleiding van participerend onderzoek. Waarmee ze een soort ervaringsdeskundige is.
Als journaliste is ze namelijk ‘undercover’ gegaan om het leven van witteboorden werklozen te onderzoeken. En het is een fraai verhaal!
Netwerken voor werkloze werkzoekers
Samen met andere witteboorden werklozen onderging ze een cursus waar de cursusleider vertelde dat er vier manieren zijn om een baan te vinden: Networking, networking, networking and networking.
Maar is netwerken wel zo leuk als de werkgever failliet is gegaan of je net ontslagen bent? Niet volgens de meeste werkzoekers die Barbare tijdens die cursus sprak. Die hadden er namelijk een hekel aan.
Netwerken zonder sociale component
De reden hiervoor was het buitengewoon kunstmatige karakter van netwerken in deze situatie. Je spreekt tenslotte alleen andere mensen aan omdat je iets van ze wilt. Je bent aan het bedelen om het maar even plat te zeggen.
Het is geen natuurlijke, meanderende discussie. Het is een berekenend optreden waarbij naar een bepaald doel wordt gewerkt. Dus je mag je niet laten afleiden door een onderwerp waardoor je geboeid raakt. Nee, je moet door, je moet je doel bereiken. Zo effectief en efficient mogelijk.
Dat is gezellig…. Zo wordt je van een sociaal wezen eigenlijk volstrekt asociaal. Je veinst interesse, ondertussen slechts gericht op jouw onderliggende doel. Zoveel mogelijk contacten maken. Waardoor bij mij meteen de vraag opkomt: Zijn veel vluchtige contacten wel net zo waardevol als enkele serieuze contacten?
Narcistische leugens werken?
Oh ja, en volgens de cursusleider zijn eufemismen en schaamteloze zelfpromotie absolute voorwaarden voor goed netwerken:
- Eufemismen: Zeg nooit dat je werkloos bent. In plaats daarvan heb je wat consultancy werk gedaan. Natuurlijk, de persoon met wie je praat is achterlijk…
- Schaamteloze zelfpromotie: Zet alle reserves en zelfkritiek overboord en presenteer jezelf met de volgende ronkende marketing zin: Hallo, ik ben Marc en ik ben een fantastische <vul hier functie in>!
Is dit nou een puur Amerikaanse wijze waarop werklozen worden getraind of komen dit soort praktijken ook in Nederland/Europa voor? En zou dit voor iemand werken?
Marc Drees
says:@Chris:
Het is helaas niet alleen in Amerika dat je ‘damaged goods’ bent als je werkloos thuis zit. Ook in Nederland wordt er dan meestal vanuit gegaan dat er wel iets met je mis zal zijn.
Recruiters zijn gek op ‘hard to get’ kandidaten. De passieve werkzoeker. Wat dat ook mag betekenen. Gisteren was ik passief, morgen ben ik actief. Maar ben ik dan vanaf morgen ineens minder waard?
Bas van de Haterd
says:wij zeggen wel dat je fantastisch werk doet Chris, maar pas na je het weer gedaan hebt, anders kapen anderen je weg bij ons (of ga je opslag vragen!) 🙂
Chris Stapper
says:Ik denk dat het tot op zekere hoogte we werkt om zo werk te zoeken (zo=netwerken, al is het op een asociale manier), maar dat het niet lekker voelt. Als een cursus om werkloze werkzoekenden puur gericht is op netwerken dan lijkt het me wel een zeer beperkte cursus.
Als je niet de oorzaak was van het faillissement van je vorige bedrijf zie ik niet in waarom je daar niet eerlijk in kan zijn. Je kunt er wel altijd bij zeggen dat je ondertussen thuis veel gedaan hebt of je focus hebt verlegd.
Verder ook bang dat schaamteloze zelfpromotie werkt. Al voelt het voor mij als bescheiden filosoof nooit lekker om zoiets te doen. Ik zeg altijd liever dat ik gemotiveerd ben dan dat ik fantastisch ben =]
Bas van de Haterd
says:Er zijn genoeg van dit soort trainingen in Nederland. Want veel mensen denken dat Amerikanen goddelijk zijn op dit gebied en wij kneuzen.
Uiteraard werkt het, want SPAM werkt ook nog steeds. Veel contacnten heb je vanzelf kans om raak te schieten. Zoals je weet ga ik liever voor kwaliteit van relaties. Moet zeggen: dat werkt erg goed voor mij. Ik heb liever een aantal goede relaties waarbij ik dan ook top of mind ben. Juist wel goede, diepgaande, gesprekken aangaan over misschien wel niet werk gerelateerde zaken. Heel grappig, toen ik voor mezelf begon werd ik na een aantal maanden regelmatig benaderd om nu toch eens te komen vertellen wat ik voor ze kon doen. Want we wisten zoveel van elkaar, maar niet wat ik nu eigenlijk deed 🙂