Ja, voor het eerst in twee jaar valt er wat te lachen als we naar het volume aan nieuwe vacatures kijken. Oktober 2010 is een bijzonder fraaie maand op dit gebied, met een vacaturevolume dat maar liefst 10,6% hoger ligt in vergelijking met oktober 2009.
Ik durf wel te stellen dat iedereen naar een dergelijk positief signaal uit heeft gekeken; ik had er zo langzamerhand in ieder geval een zeer grote behoefte aan. Een prachtig resultaat, maar laten we niet vergeten dat een zwaluw nog geen zomer maakt. Daar hebben we toch wel een zwerm zwaluwen voor nodig. Maar dit is een begin, en dat is belangrijk. Lees en geniet!
Dit is de ontwikkeling van het vacaturevolume in oktober over de afgelopen vier jaar:
Nieuwe vacatures in de maand oktober, 2007 – 2010
Het vacaturevolume van oktober 2007 is extreem hoog (257.512) en is daarom in bovenstaande grafiek afgekapt om de verhoudingen tussen de andere jaren beter tot hun recht te laten komen. En daarmee is duidelijk dat oktober 2010 een bijzonder sterk herstel laat zien ten opzichte van dezelfde maand in 2009. Een herstel van maar liefst 10,6%!
Daarmee bereiken we niet het niveau van 2008; het jaar waarin het gemiddeld aantal vacatures in de 2e helft van het jaar aanzienlijk lager lag (gemiddeld 152.000 nieuwe vacatures per maand) dan in de eerste helft (gemiddeld 180.000 vacatures per maand). Dit nogal forse verschil is voor een zeer belangrijk deel toe te schrijven aan het ‘instorten’ van de uitzendmarkt in de 2e helft van 2008.
Vacature jaarvolume
Door het aantal nieuwe vacatures over de afgelopen 12 maanden bij elkaar op te tellen krijg je een getal dat is gecorrigeerd voor seizoensinvloeden.Door dit iedere maand te doen krijg je dus een beeld van het aantal nieuwe vacatures in de tijd; waarmee een proxy voor de gezondheid van de economie wordt verkregen. Een daling in het aantal vacatures suggereert een op handen zijnde afkoeling van de economie; een stijging laat een opwarming van de economie zien.
Het aantal vacatures over de periode september 2007 t/m augustus 2008 is als vertrekpunt genomen voor een index die een seizoensgecorrigeerde ontwikkeling van het vacaturevolume weergeeft. De index over die periode is 0- 100 gesteld. Verder is in grijs de doorrekening van de trend tot eind 2010 opgenomen. En dat geeft het volgende beeld:
Index vacaturevolume: september 2007/ augustus 2008 – januari 2010 / december 2010
Twee maanden geleden leek de index nog op 70,0 uit te komen, vorige maand was 70,3 de verwachte uitkomst en nu is het maar liefst 71,5! Oftewel, oktober 2010 gaat in als de maand waar de index voor het eerst sinds het begin van de crisis daadwerkelijk is gestegen. November 2010 wordt een spannende maand om te volgen; op dit moment staat in mijn prognose een resultaat van –0,9% ten opzichte van november 2009 in de boeken, maar dat is slechts een prognose. Als dat resultaat in een kleine plus omslaat zou de index in een tweede achtereenvolgende maand een stijging laten zien. En daarmee een stijgende hoop op een werkelijk herstel.
Enkele overpeinzingen
Een belangrijke vraag is hoe de economische ontwikkelingen om ons heen een dergelijk herstel kan gaan raken. Tenslotte zijn de berichten bijzonder onrustwekkend, zowel in de VS als in Europa. Een collectieve ontkenning van de Amerikaanse overheidsdiensten zorgt er nog altijd voor dat volgens officiele berichten de VS niet in een recessie zijn beland, maar de onderliggende cijfers bewijzen al maanden het tegendeel. En de Eurolanden dragen de molensteen van de PIIGS landen (Portugal, Italie, Ierland, Griekenland en Spanje) om de nek; zoals ook uit deze grafiek blijkt:
Eurostat: Participatiegraad (2009) en werkloosheid (september 2010) voor geselecteerde Europese landen
Op basis van de gegevens van Eurostat is in deze grafiek de participatiegraad (potentiele beroepsbevolking ten opzichte van daadwerkelijke beroepsbevolking) en het werkloosheidspercentage weergegeven. De participatiegraad van de PIIGS landen is in oranje weergegeven. De participatiegraad in combinatie met de werkloosheid zegt iets over het bestedingsvermogen van de consument. Hoe meer werkenden ten opzichte van de totale bevolking, hoe hoger het potentiele bestedingsniveau is en hoe beter de mogelijkheden om ondanks bezuinigingen nog altijd een redelijk draaiende economie over te houden.
Op basis van deze grafiek is duidelijk dat van de PIIGS landen alleen Portugal een redelijke positie heeft; de andere landen zitten in grote problemen. Waarbij ook nog eens aangetekend dient te worden dat Italie en Griekenland geen goede reputatie hebben als het om de levering van betrouwbare cijfers gaat. Griekenland loopt verder drie maanden achter in de oplevering van werkloosheidscijfers. De PIIGS landen hebben dus een hoge werkloosheid gekoppeld aan een reeds zeer lage arbeidsparticipatie. Dat spreekt boekdelen over de mogelijkheden om de door het IMF en ECB geëiste bezuinigingen ook daadwerkelijk door te voeren. Verder verkeren op basis van deze gegevens Frankrijk en Belgie duidelijk in de gevarenzone; met name door de lage participatiegraad van beide landen.
De ontwikkeing van die participatiegraad in de afgelopen 10 jaar is ook nog eens bijzonder zorgwekkend te noemen:
Eurostat: Ontwikkeling participatiegraag geselecteerde landen, 1999 – 2009
Wederom lijkt de ontwikkeling van de participatiegraad in Griekenland de wet van de zwaartekracht te tarten; het zou me niets verbazen als deze cijfers naderhand fors naar beneden worden bijgesteld. Maar in het algemene beeld maakt het niet zoveel uit; de PIIGS landen zonder Portugal hebben een bijzonder kleine actieve beroepsbevolking en een relatief hoge tot zeer hoge werkloosheid. En die combinatie is een disaster waiting to happen. Gooi daar ook nog even de pensioengaten in deze landen bij en je hebt een nuclaire explosie…
Het akelige aan dit verhaal is dat de beste jongetjes van de klas (lees: Nederland en Duitsland) de rekening van al dit fraais mogen gaan betalen. Met andere woorden, onze economie gaat klappen krijgen dankzij de Euro. Gelukkig dat wel al zoveel voordeel van die prachtige munt hebben genoten…
Dit beeld (negatief VS, negatief Eurolanden) gaat zich in de komende maanden verder verslechteren waardoor er een groeiend besef van nieuwe naderende ellende zal zijn; met een daling van sentiment van producenten en consumenten tot gevolg. Dat zal een nieuwe knik naar beneden inluiden van economie en arbeidsmarkt. De krapte op de arbeidsmarkt zal nog even op zich laten wachten, ondanks al die babyboomers die gaan uitstromen. Of nu toch maar wat langer blijven werken…
3 Comments