In Nederland is de Monster Employment Index (MEI) een redelijk goede indicator voor de uitzendmarkt. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid te maken met de wijze waarop die MEI wordt vastgesteld; op basis van een beperkt aantal vacature- en wervingssites. Waarbij sites als Monsterboard een oververtegenwoordiging van uitzendvacatures bevatten.
Omdat in het cijferfestival in de VS rondom de werkloosheid de MEI ook een rol van enige betekenis speelt, leek het me interessant om te bekijken of ook daar de MEI vooral een indicatie voor de gezondheid van de uitzenders is. Dit werd mede gevoed door de sterke stijging die de MEI in juni liet zien. Dit tegen de achtergrond van de naar verwachting sterk tegenvallende werkgelegenheidscijfers die het Bureau of Labor Statistics (BLS) vandaag publiceert.
In the Netherlands, the Monster Employment Index (MEI), is a fairly good indicator of the temp job market. This probably has to do with the way the MEI is determined; based on a limited number of vacancies and recruitment sites. Whereby sites like Monster contain an over-representation of temporary vacancies.
Because the MEI also plays a role in the festival of numbers in the US around the topic of unemployment, it seemed interesting to see whether the MEI over there is also mainly indicative of the health of the temp agencies. This was partly fed by the sharp increase which MEI showed in June. This, against the background of the employment figures which are expected to be considerably worse and will be published today by the Bureau of Labor Statistics (BLS).
Om te onderzoeken of de MEI in de VS met name het volume aan uitzenduren volgt heb ik een vergelijking gemaakt tussen de cijfers van de American Staffing Association (ASA) en de MEI. Zowel de ASA als Monster leveren een index; maar de waarde van die index verschil natuurlijk enorm. Om die reden heb ik de waarde van beide indices op 0% gezet voor januari 2009. En vervolgens de procentuele verandering van de index afgezet. Zo krijg ik een direct vergelijkbare curve voor de verandering van het volume. En dat ziet er zo uit:
Procentuele verandering ASA en MEI, januari 2008 – juni 2010
Hoewel beide curves voor het grootste deel van de onderzoeksperiode een vergelijkbare ontwikkeling laten zien is er natuurlijk een bijzonder groot verschil in de periode augustus tot en met december 2009 te constateren. Waar de ASA een sterke groei van het volume aan uitzenduren laat zien is er bij de MEI sprake van een nulgroei. Pas na de jaarwisseling is er weer sprake van een sterk vergelijkbare curve, waar de MEI met name in januari een redelijk kranzinnige inhaalslag maakt.
De vraag is natuurlijk: wat is er in de periode van augustus tot en met december gebeurt? De uitzendbranche zat duidelijk in de lift, je zou dus mogen aannemen dat ook het aantal vacatures sterk zou moeten zijn gegroeid. Maar volgens de MEI is dat niet het geval. Het is natuurlijk zuiver speculeren, maar stel nou dat de groei van de ASA index vooral kan worden verklaard uit een groei van de omvang van de uitzendduur. Onder die aanname groeit de ASA index namelijk wel, zonder dat de MEI zou groeien. Dit is zuiver speculatief, maar wel een elegante mogelijke verklaring. Onder die verklaring zou de gelijkopgaande groei in 2010 van de ASA en MEI indices betekenen dat het aantal uitzendopdrachten sterk is gestegen, zonder een stijging van de uitzendduur.
Het is in ieder geval zeker dat het volume aan permanente banen sinds januari 2010 in de VS nauwelijks is gegroeid en mogelijk zelfs gedaald. De stijging van de MEI sinds januari 2010 kan dus niet verklaard worden uit permanente vacatures bij bedrijven of de overheid. De meest waarschijnlijke verklaring is dat de MEI daarmee vooral een proxy voor de gezondheid van de uitzendbrance is.
Daarmee is de MEI niet alleen in Nederland een volstrekt overbodige indicator. Ook voor de VS voegt de MEI dus bijzonder weinig toe aan de kennis van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Natuurlijk is de MEI slechts een marketing instrument van Monster, vermomd als serieus onderzoek. Maar de informatie uit de marketing instrument biedt geen meerwaarde.
In Nederland levert de ABU cijfers over de ontwikkeling van de uitzendmarkt; de ASA is de Amerikaanse evenknie. Beide partijen leveren betrouwbaarder informatie dan de MEI. Het zou me niets verbazen als vergelijkbare instituten in andere landen waar de MEI wordt gepubliceerd ook een betrouwbaarder rapportage bieden. Hoewel de MEI natuurlijk een hapklaar brokje voor luie journalisten is, voegt de MEI niets toe aan onze kennis over de ontwikkeling van de arbeidsmarkt. Integendeel, het beeld wordt wazig doordat uitzendvolume een dominante rol lijkt te spelen in de MEI. Terwijl de MEI pretendeert een thermometer voor de totale arbeidsmarkt te zijn.
To investigate whether the MEI in the U.S. is following the volume of temp hours in particular, I made a comparison between the figures of the American Staffing Association (ASA) and the MEI. Both the ASA and Monster provide an index; but the value of that index obviously differed enormously. For this reason I have set the value of both indices to 0% for January 2009. And then turned off the percentage change in the index. So I get a directly comparable curve for the change in volume. And that looks like this:
Percentage change ASA and MEI, January 2008 – June 2010
Although the two curves show a similar trend for most of the study period, there is of course a very big difference to be seen in the period from August to December 2009. Where the ASA shows a strong growth in the volume of temp hours, the MEI shows zero growth. Only after the new year there is again a very similar curve, where, especially in January, the MEI has a rather extreme swing and almost catches up to ASA.
The question of course is: what happened in the period from August to December? The temp industry was clearly on the rise, so you would presume that the number of vacancies would have to grow strongly too. But according to the MEI this is not the case. It is of course pure speculation, but what if the growth of the ASA index can be mainly explained by an increase in the amount of temp time. Under that assumption the ASA index grows, and the MEI would not grow. This is purely speculative, but an elegant and possible explanation. Under that explanation, the same upward growth in 2010 of the ASA and MEI indices would mean that the number of temporary contracts has increased substantially without an increase in temp time.
Either way, it is certain that the volume of permanent jobs has hardly grown in the U.S. since January 2010 and has possibly even declined. The increase of the MEI since January 2010 can not be explained by permanent jobs with companies or the government. The most likely explanation is that the MEI is therefore mainly a proxy for the health of the temp sector.
This makes the MEI a totally unnecessary indicator and not only in the Netherlands but for the U.S. as well. The MEI actually adds very little to the knowledge of developments in the labor market. Of course, the MEI is only a marketing tool from Monster, disguised as serious research. But the information from the marketing tool does not add value.
In the Netherlands, the ABU delivers the figures on the development of the temp market, the ASA is the American counterpart. Both parties provide more reliable information than the MEI. I wouldn’t be surprised if similar institutes in other countries where the MEI is published also offer more reliable reports. Although the MEI is of course an easy to swallow morsel for lazy journalists, the MEI adds nothing to our understanding of the evolution of the labor market. Rather, the image becomes blurred because the temp volume appears to play a dominant role in the MEI. While the MEI claims to be a thermometer for the total labor market.
Stace Barreiro de Leon
says:Los van het feit dat het een marketing tool is van Monsterboard is het niet ongebruikelijk voor intermediairs om dummy vacatures te plaatsen van goed invulbare functieprofielen en om de database massaal op te vullen met cv’s die passen op vacatures waarvan zij in de toekomst een tekort aan kandidaten van verwachten.
Ook stunten vacaturesites met grote kortingen om vacaturepakketten te verkopen. Aan die vacaturepakketten zit ook een geldigheidsduur waardoor de gekochte vacature posities móeten worden gebruikt anders gaan ze verloren.
En zo zijn en er nog meer zaken waardoor die MEI kan afwijken van de daadwerkelijke status van de werkgelegenheid.